Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sturen in het onderwijs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sturen in het onderwijs

Onderwijs en burgerschap in Den Haag

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe coalitie ruimt voor het onderwijs slechts een bescheiden plekje in. Het zesde van de tien hoofdpunten is gewijd aan toegankelijke publieke voorzieningen: zorg en onderwijs. Anders dan de woningbouw krijgen de zorg en het onderwijs niet afzonderlijk aandacht. Dat kan niet te maken hebben met financiële redenen, want deze begrotingen zijn de grootste van de Rijksoverheid. Het ontbreekt ook niet aan urgentiegevoel. De zorgen over de gebrekkige beheersing van basisvaardigheden nemen immers met het jaar toe.

Het is veelzeggend dat de coalitie het onderwijs vooral als een publieke voorziening beschouwt. Natuurlijk, als we daarmee bedoelen dat elk kind recht heeft op een plek in het onderwijs is daar niets mis mee. En het openbaar onderwijs is inderdaad een van de publieke basisvoorzieningen waarvoor de overheid verantwoordelijk is. Toch speelt er ook iets anders. In de afgelopen jaren heeft de overheid steeds meer controle gekregen over het volledige onderwijs. Regulering, aansturing en controle nemen sterk toe. Er is weinig besef meer dat het bijzonder onderwijs geen publieke voorziening is, maar privaat initiatief van vrije burgers.

Over Een Andere Boeg

In december 2022 publiceerde een werkgroep van verschillende ministeries een rapport over de wijze waarop de overheid stuurt in het onderwijs. 1 Het rapport windt er geen doekjes om. Op papier hebben scholen veel autonomie, maar in de praktijk is die autonomie best beperkt door het ingrijpen van de overheid en onderwijsorganisaties. De werkgroep schetst het risico van sturingsoverload die kan leiden tot beleidsresistentie. Er wordt zoveel van scholen gevraagd, vaak ook met incoherente prikkels en eisen, dat scholen zich afschermen om zich staande te kunnen houden. De overheid is vervolgens gefrustreerd over het gebrek aan effectiviteit van beleid en reageert met nieuwe maatregelen. Een aanhoudende beleidstragedie dus. Het is duidelijk dat er iets moet gebeuren aan de sturing in het onderwijs, maar hoe doorbreken we deze funeste beleidsspiraal? Het rapport schetst als opties twee uitersten: actieve centrale sturing en gereguleerde zelfsturing. De gedachte van gereguleerde zelfsturing ligt volgens het rapport ten grondslag aan het Nederlandse stelsel. Maatregelen die leiden tot meer zelfsturing zijn bijvoorbeeld directe bekostiging van scholen in plaats van het bevoegd gezag en meer ruimte in hoe de onderwijstijd ingericht mag worden. Maatregelen die daarentegen leiden tot meer actieve sturing zijn bijvoorbeeld gerichte financieringsinstrumenten, gedifferentieerde inspectieoordelen en onderwijsdoelen op meer detailniveau. Tussen de uitersten staan volgens de werkgroep maatregelen die hoe dan ook genomen moeten worden, zoals het formuleren van kernindicatoren voor toegankelijkheid, het meten van burgerschap en welbevinden en het afschaffen van de kleine scholentoeslag. Hoewel het rapport een nuttige aanzet biedt om het gesprek over sturing te voeren, ben ik bezorgd over de gevolgen ervan. Het rapport laat de vooronderstelling ingang vinden dat het huidige stelsel in ieder geval niet voldoet en dat forse aanpassingen nodig zijn. De typisch Nederlandse benadering van gereguleerde zelfsturing zou niet meer voldoen en de huidige problemen zouden vooral aan dit model te wijten zijn. Die conclusie gaat erg snel. Het was nog in 2017 dat het Nederlandse model juist internationaal werd geprezen in het boek The Dutch way in education. Finse en Britse experts roemden de Hollandse aanpak. En het was nog in 2018 dat de Onderwijsraad constateerde dat het huidige financieringsmodel van de zogenoemde lumpsum, dat bij velen nu een kwade reuk heeft, behouden moest blijven. 2 Zou het sindsdien echt radicaal verslechterd zijn?

Hand In Eigen Boezem

Een tweede probleem is dat de terechte analyse van de werkgroep over incoherent en inconsistente overheidssturing te weinig doorklinkt in de oplossingen. Ook het kabinet draait de schijnwerpers te makkelijk weg van de realiteit dat de problemen in het onderwijs voor een belangrijk deel te wijten zijn aan de sturing van de overheid. Jojogedrag zoals bij het invoeren en afschaffen van de maatschappelijke stage, tekortschietende budgetten voor de lerarenbeurs tegelijk met overlopende subsidiepotten die binnen een onrealistische termijn besteed moeten zijn, zorgen voor frustratie en berusting in het onderwijs. Als het kabinet erin slaagt zulke praktijken te vermijden, zou het onderwijs al een eind geholpen zijn.

Problematisch is ook dat het rapport de huidige kwaal van een overvloed aan maatregelen eerder versterkt dan beperkt. Het rapport beveelt hoe dan ook nieuwe maatregelen aan en voegt daaraan nog extra toe voor de scenario’s van actieve sturing en gereguleerde zelfsturing. Dat advies past in de trend van de afgelopen jaren om aanhoudend nieuwe maatregelen en nieuw toezicht aan te kondigen. Scholen kunnen daardoor niet werken in een stabiel werkklimaat waarin je rustig kunt concentreren op het beste onderwijs voor de kinderen. Schoolleiders en leraren zijn opgejaagd wild door de voortdurend wijzigende beleidsprioriteiten van de overheid. Jarenlang is veel extra inzet ge-vraagd voor burgerschap. Vervolgens stond het onderwijs onder druk door corona. Het kabinet reageerde daarop met subsidie voor herstelmaatregelen, maar koppelde dat aan een verplichte menukaart. Voor het oplossen van het lerarentekort zoekt het kabinet inmiddels heil in het opleggen van nieuwe bestuurlijke structuren in de regio.

Verbeter Het Bestaande

Het is in mijn ogen problematisch dat de discussie vooral lijkt te gaan over de vraag of de overheid meer of minder moet sturen en niet hoe we beter kunnen sturen. Want nogmaals: het is duidelijk dat de sturing in het onderwijs anders moet. Dat betekent echter niet dat het huidige model in de basis niet meer zou voldoen. De SGP vindt dat de overheid moet beginnen met kritisch naar de kerntaken te kijken. Is de inrichting van het stelsel toereikend of leggen de dalende basisvaardigheden wezenlijke mankementen bloot? Al jarenlang sleept bijvoorbeeld een discussie over de wijze van toetsen en examineren als het gaat om de Nederlandse taal. Helaas slaagt de overheid er op dat punt niet in knopen door te hakken, terwijl het juist daar zo nodig is. Ook het bestrijden van de overladenheid van het programma is al sinds 2014 een duidelijke ambitie, maar scholen weten nog steeds niet wat dat concreet kan betekenen. Daadkracht en traagheid zijn precies op de verkeerde punten aanwezig.

Koersen Op Vrijheid

Tot slot kom ik terug op het private karakter van het bijzonder onderwijs. In de discussies over sturing schittert dat aspect door afwezigheid, terwijl het een belangrijke scharnier is. Scholen zijn niet gebaat bij een overheid die nog meer gaat regelen van bovenaf of die schoolleiders nog dichter op de huid kruipt, maar bij een overheid die ruimte biedt voor initiatief van onderop binnen heldere kaders. Laten we niet vergeten dat de oorsprong en de kracht van het bijzonder onderwijs liggen in het particulier initiatief. Het is daarom belangrijk de positie van ouders weer meer te erkennen en om meer recht te doen aan de ruimte voor professionals. De maatschappelijke en beroepsmatige vrijheid van burgers lijkt een vergeten hoofdstuk. Laten we dat hoofdstuk weer eens opslaan.

Het hoofdlijnenakkoord ademt nog niet veel besef van vrijheid van onderwijs. De tekst spreekt onder andere van een aanscherping van de burgerschapsopdracht, politiek neutrale onderwijsmethodes, sneller ontslag van bestuurders en toezicht op informeel onderwijs. Het risico dreigt van een steeds sturender en beperkte opvatting van wat goed burgerschap is. De SGP ziet geen betere toekomst in het verschiet als de overheid in die richting het politieke geluk zoekt. Om kwaliteit te bereiken zal het kompas op vrijheid afgestemd moeten blijven.


Bronnen

1. Koersen op kwaliteit en kansengelijkheid. IBO Sturing op kwaliteit van onderwijs (december 2022).

2. Onderwijsraad, Inzicht in en verantwoording van onderwijsgelden (Den Haag, 2018).

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 2024

Zicht | 84 Pagina's

Sturen in het onderwijs

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 2024

Zicht | 84 Pagina's