Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Paul R. Williamson, Death and Afterlife: Biblical perspective on ultimate questions [NSBT, 44] (Downers Grove/Londen: IVP-USA/Apollos, 2018) 244 p., £ 14.99 (ISBN 9781783595990).

Wat wacht ons na de dood? Met betrekking tot het antwoord op deze vraag zijn er niet alleen verschillen tussen christenen en nietchristenen, maar ook christenen zelf geven niet allemaal dezelfde antwoorden op deze vraag. De traditioneel protestantse opvattingen hierover staan onder zware druk. Die zijn dat ieder mens direct na het sterven al óf in de hemel óf in de hel is en dat, eenmaal afgezien van heel kleine kinderen, alleen diegenen het nieuwe Jeruzalem zullen binnengaan die in dit leven welbewust in de Heere Jezus Christus hebben leren geloven.

Paul R. Williamson, docent Oude Testament, Hebreeuws en Aramees aan het anglicaanse Moore College te Sydney, schreef in de serie New Studies in Biblical Theology een waardevolle studie waarin hij een bijbelse onderbouwing geeft van de traditioneel protestantse visie. Hij gaat daarbij slechts zijdelings in gesprek met hen die andere wegen inslaan. De kracht van zijn studie is de analyse van de bijbelse gegevens. De auteur schrijft helder en toegankelijk en zijn boek is goed opgezet.

Williamson laat zien dat er een ontwikkeling van het Oude Testament naar het Nieuwe Testament is als het gaat over het zicht op het leven na de dood. Hij legt er de vinger bij dat in het Oude Testament de sheol vooral de verblijfplaats van goddelozen lijkt te zijn. Dat neemt niet weg dat er ook teksten zijn die de sheol aanduiden als de bestemming van elk mens na het sterven. Een aantal oudtestamentische teksten wijst in de richting dat rechtvaardigen na hun dood in Gods nabijheid voortleven. Terecht stelt Williamson dat niet alle teksten die daarvoor traditioneel worden aangehaald, even duidelijk zijn. Zo kan Job 19:25-27 heel goed bedoeld zijn als een ingrijpen van God voorafgaande aan de dood. Aan de andere kant meen ik dat, nadrukkelijker dan Williamson dat doet, de uitdrukking ‘tot zijn volken verzameld worden’ alleen op rechtvaardigen van toepassing is.

De kern van de eschatologie van zowel het Oude alsook het Nieuwe Testament is de uiteindelijke komst van Gods Koninkrijk. Reeds het Oude Testament laat zien dat niet allen in de zegen daarvan zullen delen. Daarom weerspreekt Williamson dat gerichtheid op de persoonlijke zaligheid strijdig zou zijn met de bijbelse eschatologie. Hij gaat hierin niet mee met N.T. Wright die wel heel sterk naar deze zienswijze tendeert.

Hoewel het Nieuwe Testament sterk gericht is op de wederkomst en het daarmee verbonden laatste oordeel, wil dat niet zeggen dat het Nieuwe Testament niets zegt over de menselijke bestemming na het sterven. Meerdere teksten maken ons duidelijk dat gelovigen na het sterven direct met Christus zijn. De auteur legt ook Openbaring 20:4-5 zo uit. Hij ziet het duizendjarige rijk als een nadere ontvouwing van wat in Openbaring 6:9-11 aan hen die om Christus’ wil de marteldood zijn gestorven, na dit leven en voorafgaande aan de wederkomst wordt beloofd. Als het gaat over de relatie van ziel en lichaam spreekt Williamson van een dualistisch holisme. In dat licht is de dood een onnatuurlijke scheiding van ziel en lichaam, maar mogen we toch van een voortbestaan van de ziel na de dood spreken.

Heel nadrukkelijk duidt de auteur de hel aan als de plaats waar sprake is van bewuste scheiding van God en bewuste pijn. Hij erkent dat het Oude Testament hier nog heel weinig over zegt, het Nieuwe Testament daarentegen is hier heel expliciet. Het Nieuwe Testament geeft ook geen aanleiding voor de gedachte dat men de eeuwige heerlijkheid kan binnengaan zonder dat er hier op aarde sprake was van een welbewust geloof in Jezus Christus. Evenmin geeft het Nieuwe Testament grond voor de gedachte dat de hel tijdelijk zal zijn of dat er na de dood nog de mogelijkheid is tot bekering. Het feit dat de zaligheid uit genade is, is niet strijdig met het feit dat wij zullen worden geoordeeld naar onze werken. De werken zijn namelijk het bewijs van de werkelijkheid van een geloofsrelatie met God door Christus.

Ik val D.A. Carson, de redacteur van de serie New Studies in Biblical Theology, bij dat deze studie de lezer aanspoort te leven met het oog op de eeuwigheid en wel vanuit de troost die er te vinden is in het evangelie van Jezus Christus.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 2020

Theologia Reformata | 102 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 2020

Theologia Reformata | 102 Pagina's