Slappe lach
Als je de geur van dit baksel opsnuift, welk gevoel roept dat dan bij je op? Dat vraag ik een tienerjongen die ik interview vanwege de prestatie die hij heeft neergezet.
„Vraag je me dit nou serieus?” luidt de wedervraag. Vol verbijstering staart de geïnterviewde me aan, niet van plan de vraag te beantwoorden. Ik vermoed dat hij zoiets denkt als: „Van alle honderd zinnige vragen die je zou kunnen stellen, kies je deze?”
Ik weet zelf niet of ik serieus ben met mijn geurvraag. Aan het begin van dit interview heb ik de slappe lach gekregen. Want de kerels die ik interview, hebben humor. Goede humor. Dus ook nu, anderhalf uur later, giechel ik in m’n uppie nog steeds als een schoolklas vol pubermeisjes. „Dit is niet grappig”, schiet het telkens door mijn hoofd. „Stop ermee.” De vermanende gedachten maken het grinniken krampachtiger. Maar stoppen met lachen lukt niet. Ik wil hier weg. Maar ik moet een verhaal meebrengen. „Raap jezelf bij elkaar”, spreek ik mezelf toe.
Deze mannen zullen zich niet serieus genomen voelen, realiseer ik me. Dit gedrag slaat nergens op. „Je was van het RD, toch?” vraagt een van de twee gasten plagend. „Ja”, verifieert zijn maat. „En hij schrijft ook columns in Terdege.” Ook dat nog.
Het onrustige gehinnik dat iedere keer opborrelt, stop ik zo diep mogelijk weg. Nu eerst maar eens zorgen dat ik de bouwstenen voor een verhaal bij elkaar scharrel. Het gaat tien minuten lang goed. Dan maken die twee gasten onderling weer een geintje dat me doet schateren.
De slappe lach heb ik eens in het jaar, schat ik zo. Grappig is het niet. „Waarom doet de slappe lach pijn”, vraag ik Google. De zoekmachine vertelt me liever hoe gezond onbezorgd lachen is. Welke stoffen daarbij vrijkomen in de hersenen en hoeveel gezondheidsvoordeel me dat oplevert. Maar ik heb verkrampte spieren van de pogingen me zakelijk te gedragen en zoek ’s nachts urenlang naar een pijnloze slaaphouding.
Gegiechel borrelt dagen later nog steeds op als ik aan het voorval denk. Toch moet ik straks het verhaal schrijven. En een video monteren. Eerst maar eens deze column, als vreugdeverwerking. En wat er zo grappig was? Ik weet het niet.
ARIEN VAN GINKEL
JOURNALIST BIJ HET REFORMATORISCH DAGBLAD
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 2020
Terdege | 114 Pagina's
