Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eilandlicht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eilandlicht

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ze hem had omhelsd? Hem had ontkleed? De kogel uit zijn ontblote dijbeen had verwijderd? Ze vouwde haar handen en keek hem aan.

‘Je hoeft je niet te verontschuldigen,' zei hij met een zwakke glimlach. ‘Ik ben degene die jou heeft omhelsd. Ik hoop alleen dat ik er ook een keer in zal slagen om je te kussen.' ‘Kussen?' Het woord klonk schandelijk.

Zijn lach werd luider.

Wat was dit voor man? Niet alleen had hij haar ten huwelijk gevraagd, maar nu wilde hij ook nog dat hij haar kon kussen?

‘Ik ben Henry,' zei hij met een grijns. ‘En ik vind het heel erg fijn om je te ontmoeten.’

Het nadrukkelijke ‘heel’ bracht haar van haar stuk. Zijn voortvarendheid maakte dat ze geen woord wist uit te brengen.

‘En aan welke plezierige gelegenheid heb ik het genoegen van onze ontmoeting te danken?’

Lag hij te ijlen? Na een kort moment hervond ze haar stem. ‘Ik zou de aanleiding niet als plezierig omschrijven.’

Hij knipperde een paar keer met zijn ogen en keek toen om zich heen alsof hij alles voor het eerst zag – de kale wanden, het eenvoudige ledikant, het zelfgemaakte nachtkastje ernaast, de ladekast en de houten stoel die ze uit de woonkamer hierheen had verplaatst. Daarna dwaalde zijn blik naar zijn gestalte onder de stapel dekens. ‘Waar ben ik?’ ‘In de vuurtorenwachterswoning op Presque Isle.’ Hij ging iets verliggen en slaakte weer een kreetje toen zijn ongetwijfeld nog pijnlijke dijbeen in aanraking kwam met het bed.

‘Ik heb een kogel verwijderd,’ zei ze. Daarna zweeg ze, in de hoop dat hij haar zou vertellen hoe hij die kogel opgelopen had.

Hij zei echter niets, maar staarde langs de bontgekleurde gordijnen in de richting van het meer. Hij had net weer wat kleur op zijn gezicht gekregen, maar trok nu wit weg. ‘De storm,’ fluisterde hij.

‘Ja, het was een vreselijke storm.’ De lucht was nu pas weer helemaal helder. De storm was eindelijk uitgewoed.

Henry sloot zijn ogen. Zijn adamsappel ging op en neer. Had hij een herbeleving van de nachtmerrie waarin hij zich tijdens de storm had bevonden?

‘God heeft over je gewaakt en Hij voorzag in een stuk wrakhout om je aan vast te klampen.’

Hij knikte. De spiertjes in zijn gezicht trilden.

‘Je hield het hout zo stevig vast, dat we je vingers moesten loswrikken toen we je vonden.’

Hij draaide zijn hoofd naar haar toe en keek haar aan. ‘En mijn maat?’ De wanhopige blik in zijn donkerblauwe ogen maakte dat ze wilde dat ze hem kon vertellen dat alles in orde was.

‘Je hield hem ook vast en voorkwam daarmee dat hij verdronk.’ Haar schouders zakten en er ontsnapte een diepe zucht aan haar lippen. ‘Ik vind het heel erg voor je, maar helaas heeft hij het niet overleefd.’ ‘Nee…’ Henry slaakte een gepijnigde kreet. Hij schudde zijn hoofd en trapte de dekens van zich af. ‘Niet Charlie!’ Met een grommend geluid rolde hij zich om en slingerde zijn benen uit het bed.

‘Je kunt niet opstaan!’ Ze pakte hem bij zijn arm en duwde hem weer tegen het matras. ‘Toe, je bent te gewond -’

Met een nieuwe wanhopige schreeuw trok hij zich los uit haar greep, ging staan en strompelde naar voren.

Ze stak haar hand naar hem uit om hem voor een val te behoeden, maar hij liep wankelend, als een dronkaard, bij haar vandaan. Zijn blote voeten kletsten tegen de vloer en meerdere malen botste hij tegen de muur terwijl hij naar de kleine hal liep. ‘Henry, je bent gewond!’ Ze haastte zich achter hem aan, maar hij was al bij de voordeur. ‘Je moet in bed blijven.’ Hij rukte de deur open en stapte naar buiten.

De zon goot haar stralen over hen uit, maar de straffe wind was nog koud en venijnig. Hij negeerde zijn verwondingen en het feit dat hij slechts onderkleding droeg en liep snel over het erf en langs de witgekalkte vuurtoren, in de richting van het meer.

‘Henry, kom terug, alsjeblieft,’ pleitte ze. Ze wierp een blik op de smetteloze ramen in de ronde lantaarnkamer boven hen en zag haar vader met een bezorgde blik naar hun weggelopen drenkeling kijken.

Pas toen Henry het water had bereikt, waar de schuimende golven tegen de rotsen sloegen, stond hij stil. Hij keek met zo’n woeste blik naar het meer, dat Isabelle bang was dat hij in zijn verdriet iets doms zou doen en het water in zou lopen om zichzelf te verdrinken.

Na een kort moment verdween echter de verwildering en liet hij zich op zijn knieën vallen. ‘Ik had het moeten zijn.’ Hij verborg zijn gezicht in zijn handen. ‘Als er dan iemand moest sterven, had ik het moeten zijn.’

Ze knielde naast hem neer en aarzelde slechts een moment voordat ze haar hand op zijn rug legde. Er bestonden geen woorden om de pijn van zijn gemis te verlichten. Toch had ze het gevoel dat ze het moest proberen. ‘God geeft het leven. En Hij neemt het ook.'

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 2023

Eilanden-Nieuws | 52 Pagina's

Eilandlicht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 2023

Eilanden-Nieuws | 52 Pagina's