Dr. Jan Scharp, predikant in roerige tijden (I)
Een straat naar een dominee genoemd
In het centrum van Rotterdam was lange tijd, dichtbij de Grote of St. Laurenskerk en nog dichter bij de in 2014 gebouwde markthal, een straat met de naam Molensteeg. Maar was in de na WO II herbouwde binnenstad die naam te handhaven? De naamgevende molen uit de 14e eeuw was immers allang verdwenen. Een andere naam voor de straat was dus beter. Maar welke? Op 10 februari 1965 besloten B & W dat de naam zou worden: ds. Jan Scharpstraat. Het is, bij mijn weten, de enige straatnaam in de Maasstad die naar een predikant is genoemd. Maar er is toch ook een Kerstendijk? Ja, maar die is niet naar ds. G.H. Kersten genoemd. Deze was vele jaren predikant van de Gereformeerde Gemeente in Rotterdam, had landelijk veel invloed en was ook lid van de Tweede Kamer, maar naar hem werd geen straat genoemd. Ook die dijk niet. In dat deel van Rotterdam heten meerdere straten ‘dijk’ en ‘Kersten’ betekent hier volgens het straatnamenboek alleen maar ‘christen’.
Maar waarom draagt de vroegere Molensteeg sinds 1965 de naam van ds. Jan Scharp? In die tijd, de lange tijd, werd het gemeentebestuur van Rotterdam gedomineerd door links. En links heeft doorgaans niet zo veel met dominees. Ook de burgemeester was lid van de Partij van de Arbeid en juist hij was het die er op aandrong dat de Molensteeg voortaan ds. Jan Scharpstraat zou heten. De straatnamencommissie voelde daar blijkbaar niet veel voor, want de burgemeester moest zijn verzoek enkele keren herhalen. In de vergadering van deze commissie die 19 april 1962 werd gehouden, kwam het verzoek van de burgemeester voor het eerst ter sprake en pas drie jaar later, direct voor zijn afscheid als burgemeester, viel het besluit tot wijziging van de straatnaam. (Dank aan de archivaris Theo Vermeer, lezer van Ecclesia, voor gegevens uit het stedelijk archief!)
De vraag dringt zich dan wel aan ons op: wie was deze burgemeester, die er op stond dat een straat zou worden genoemd naar ds. Jan Scharp, die van 1789 tot 1820 predikant in Rotterdam was geweest? Die burgemeester was mr. G.E. van Walsum1, eerder burgemeester van Delft. Oorspronkelijk was hij lid van de Christelijk Historische Unie, waarin hij een belangrijke plaats innam. Na de Tweede Wereldoorlog was hij echter geraakt door de gedachte van de Doorbraak en ging hij, evenals vele politici en predikanten, over naar de Partij van de Arbeid. Maar het werd niet zijn duurzaam politiek thuis. Bij het sterk worden van Nieuw Links bedankte hij (in 1972) voor het lidmaatschap. Hij was een meelevend lid van de Hervormde Kerk, en maakte ook deel uit van een synodale commissie. Hij was het die heel nadrukkelijk wilde dat in het centrum van Rotterdam een straat naar ds. Jan Scharp zou worden genoemd. Toen zijn wens aanvankelijk niet werd vervuld hield hij vol. Hij liet er zich niet van afbrengen. Mogelijk zag hij ook aankomen dat het na zijn ambtelijk aftreden niet meer gebeuren zou. En dat had onder zijn opvolgers, de radicaal sociaaldemocratische burgemeester W. Thomassen en daarna Bram Peper, inderdaad geen kans. Burgemeester Van Walsum was er duidelijk van op de hoogte dat ds. Jan Scharp voor Rotterdam en voor de kerk in het algemeen heel belangrijk is geweest. Wie was hij dan?
Afkomst en jonge jaren van Jan Scharp
Jan Scharp werd 18 augustus 1750 in ’s-Gravenhage geboren. Het was een van origine Engelse familie waarin hij het levenslicht zag. Een voorvader was tijdens het bewind van Jacobus II (1685 – 1688), de laatste rooms-katholieke koning van Engeland naar Nederland gekomen. Zijn ouders waren Abraham Scharp en Maria Scharp-Jacobs. Hij was een heel schrandere leerling, want hij behaalde als leerling op de Latijnse school een heel aantal prijzen. In 1773 begon hij aan de studie theologie aan de toen kleine universiteit van Leiden. Een van zijn leermeesters daar was Ewaldus Hollebeek, die omschreven wordt als geleerd, zachtmoedig en verdraagzaam. Hollebeek ergerde zich aan de gangbare manier van preken en heeft geijverd voor een andere, betere wijze van prediking. Dat leverde hem veel weerstand vanuit de kerk op, maar hij hield voet bij stuk. Scharp heeft in Hollebeek wel zijn ideaal gezien en is duidelijk door hem beïnvloed.
Nadat hij zijn studie had afgesloten stelde de classis Leiden hem 2 februari 1778 beroepbaar. Het Zeeuwse Sint Annaland werd in dat jaar zijn eerste gemeente. Na twee jaren werd hij predikant in Axel, dichtbij de grens met de Zuidelijke Nederlanden. Daar diende hij niet alleen de gemeente, ook was er een garnizoen, waar hij met soldaten en officieren de nodige contacten legde. IJverig als hij was bestudeerde hij de geschiedenis van Axel en publiceerde hij in drie delen zijn Geschiedenis en Costumen van Axel. In het garnizoen kwam voor de rooms-katholieke soldaten Johannes van der Walle, de pastoor van het bij Hulst gelegen Boschkapelle, diensten leiden. De dominee raakte bevriend met hem en toen in januari 1786 de pastoor overleed, schreef ds. Scharp een lijkdicht op de overledene. Dit gedicht werd in Antwerpen gedrukt en raakte ook in Zeeland bekend. Dat bracht de dichtende dominee in moeilijkheden. Hoe kon hij de overleden pastoor een “waardig lid van de algemene kerk” noemen? Hij kwam in een lastig parket, want het werd hem door velen niet in dank afgenomen en de zaak werd voor de classis Walcheren gebracht. Daar wist ds. Scharp zich echter krachtig te verdedigen, zodat de classis tenslotte uitsprak dat “hij haar door zijne verklaringen voldaan en zich aan generlei afwijking van de zuivere leer schuldig gemaakt had.” Na Axel diende hij korte tijd, nog geen twee jaren, de gemeente van Noordwijk-Binnen. Nadat hij voor Deventer bedankt had bracht Rotterdam een beroep op hem uit, waar hij 7 juli 1789 werd bevestigd.
In Rotterdam
Scharp werd daar een geliefd en graag gehoord prediker. Ook ontwikkelde hij zich tot een apologeet van de christelijke godsdienst. Het Genootschap uit de Hervormden te Rotterdam ter verdediging van den christelijken evangelischen godsdienst tegen deszelfs hedendaagsche bestrijders nodigde hem uit “een zestal leerredenen van apologetische strekking te verzorgen”. Aan dit verzoek voldeed hij en zo publiceerde hij in 1793 zijn Godgeleerd-historische verhandeling, waarin hij moderne Arianen, Socinianen, Neologen en theosofen bestreed.
Toen op zijn weg gekomen was het pastoraat aan de jonge Frederik Meyer (omstreden is of dit een schuilnaam was voor een lid van de Deense adellijke familie von Rantzau) die ter dood veroordeeld was, maar zelfmoord pleegde, was Scharp erg terneer geslagen dat hij de jongeman niet had kunnen overtuigen van de waarheid van het christelijk geloof.
In Rotterdam kreeg Scharp, die een voluit Oranjeman was, meer dan tevoren te maken met de felle tegenstelling tussen Prinsgezinden en patriotten. Het was eigenlijk een burgeroorlog in Nederland2. Scharps collega Petrus Hofstede werd bij een bezoek aan Utrecht door patriotten zo gemolesteerd dat het hem bijna het leven kostte. Daarentegen werd een andere collega van Scharp, de patriotse J.J. le Sage ten Broek na de verdrijving van de patriotten in 1787, door de regering van Rotterdam uit zijn ambt gezet. Hij nam de wijk naar Antwerpen, waar hij tot 1795 verbleef. De ruimte die er toen voor de Prinsgezinden kwam was niet van lange duur. In 1795 kwam de grote omwenteling: de zeven verenigde Nederlanden werden samengesmeed tot de Bataafsche Republiek. Oude besturen werden aan de kant gezet. Ook in Rotterdam kwam een nieuw stadbestuur. Van de predikanten werd onderwerping aan de nieuwe regeringsvorm geëist. Al Scharps collega’s tekenden, maar Scharp weigerde. Hij werd ontboden voor de municipaliteit (het gemeentebestuur nieuwe stijl), bleef bij zijn weigering en werd op 20 juli 1796 afgezet. Pogingen van de kerkenraad en van de gemeente hem te behouden waren vergeefs. Wat moest hij nu?
Noten
1 De destijds bekende dichteres en schrijfster mevrouw J.M. van Walsum-Quispel, was zijn echtgenote.
2 Niet zonder reden gaf de historicus Olaf van Nimwegen als titel voor zijn studie over de tweede helft van de 18 e eeuw de titel: De Nederlandse Burgeroorlog (1748 – 1815).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 2023
Ecclesia | 8 Pagina's
