Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dr. S. Gerssen (1923-1989), vriend van Isra�l, kenner van Kohlbrugge

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dr. S. Gerssen (1923-1989), vriend van Isra�l, kenner van Kohlbrugge

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

OOp 26 september 1986 nam dr. Samuël Gerssen afscheid als rector van het Theologisch Seminarium Hydepark. Bij deze gelegenheid werd hem een boek, getiteld Grensverkeer aangeboden met een selectie van door hemzelf geschreven artikelen. Het boek biedt een verslag van 27 jaren grensverkeer: van een terreinverkennende vergelijking tussen Kohlbrugge en Barth uit 1956 tot een terugblik over bijna 17 jaar werk als secretaris van de Hervormde Raad voor de verhouding van Kerk en Israël uit 1983. 1

In een toespraak over het centrale thema van dit boek merkt de scheidende rector op, dat de titel trefzeker weergeeft wat hem altijd in zijn werk heeft bezield. Er zit het besef in van een grens die je bewust en meer nog onbewust in acht neemt om je persoonlijke waarachtigheid niet te verliezen. Tegelijk is er het verkeer over grenzen heen, op zoek naar een dieper verstaan van God en van de Schrift, van jezelf en van de ander. Het is de gehechtheid aan het eigen nest en tegelijk de nieuwsgierigheid en de echte interesse voor wat zich rondom dat eigen nest afspeelt.

“Er is voor mij een grens en die bepaalt mijn eigen herkenbare plaats binnen de Hervormde Kerk. Er zijn verschillende factoren waaruit die grens is opgebouwd en daarin ligt een groot stuk van mijn levensgeschiedenis. Genoemd kunnen worden: mijn afkomst zowel geografisch als geestelijk, het respect voor de belijdenis van de Kerk, het geboeid zijn door de Reformatie, het gestempeld zijn (overigens met pijn en moeite) door de Nadere Reformatie met een flinke scheut Kohlbrugge en een kleinere injectie Barth daardoorheen (…..). Maar als ik op die grens wordt vast geprikt, krijg ik het benauwd, dan wordt het een harnas waarin ik mij niet vrij bewegen kan. Toen ik als student van gezaghebbende zijde gewaarschuwd werd voor Barth en ook een beetje voor Kohlbrugge, ben ik ze juist heel intensief gaan lezen en ik denk, alles overziende, niet zonder vrucht. En wat het jodendom betreft: ik ben nooit bang geweest grenzen te overschrijden, maar toch constateer ik tot mijn eigen verrassing, dat ik niettemin binnen mijn eigen grenzen ben gebleven” 2

In deze bijdrage willen we nader op Gerssens leven en werk ingaan.

Jeugdjaren in Nijkerk

Samuël Gerssen kwam op 25 maart 1923 in Nijkerk ter wereld als zoon van Gijsbert Gerssen, landbouwer, en Janna Teuntje Roosenboom. Hij werd op 6 mei van dat jaar in de hervormde kerk gedoopt.

De burgerlijke gemeente Nijkerk, die destijds circa 9.000 inwoners telde, was nog een overwegend agrarische gemeenschap. Vooral na 1930 kwam de industrialisatie op gang en groeide de bevolking sneller.

Hoe zag de kerkelijke situatie er in Sam Gerssens jeugd uit? Onder de kerkelijke gezindten namen de hervormden veruit de belangrijkste plaats in. Zij maak- ten in de jaren twintig ongeveer 62 procent van de Nijkerkse bevolking uit, op afstand gevolgd door leden van de gereformeerde kerk met circa 28 procent. Het aandeel van de rooms-katholieken bleef tot 7 procent beperkt. Van de overige gezindten is de Israëlitische gemeenschap vermeldenswaard: zij telde ruim 100 leden, iets meer dan 1 procent van de bevolking.

De hervormde gemeente van Nijkerk, waartoe het gezin Gerssen behoorde, omvatte in het midden van de jaren twintig ongeveer 4.400 zielen. Hierbij moet worden aangetekend dat een deel van de burgerlijke gemeente Nijkerk, namelijk het dorp Nijkerkerveen, sinds 1911 een zelfstandige hervormde gemeente had, die bijeenkwam in een in 1908 gereedgekomen kerkgebouw en circa 1450 zielen telde. 3 Van de drie Nijkerkse hervormde predikanten stond ds. Pieter Jakob van Melle (geboren in 1855) het langst in de gemeente. Gekomen in 1888, had hij ds. Joan Jacob Gobius du Sart nog als collega meegemaakt; Van Melle zou tot zijn emeritaat, ingaande oktober 1932, aan Nijkerk verbonden blijven. Zijn ambtgenoot ds. Pieter Franciscus van den Nieuwenhuizen (1855) diende de gemeente vanaf 1894 tot aan zijn dood in 1927. De derde predikant, ds. Adrianus Franciscus Pop, stond ruim vier jaar in Nijkerk, van 1921 tot 1925. Zijn opvolger, ds. A.H. J.G. van Voorthuizen, bleef slechts één jaar (1926/1927), maar diens opvolger, ds. Cornelis Jan van der Graaf, gekomen in 1928, diende de Nijkerkse gemeente totdat hij in mei 1960 met emeritaat ging. Een nog bestaande predikantsvacature werd in 1934 vervuld door ds. Adriaan Luteijn, gekomen van Vlaardingen; hij bleef in Nijkerk tot 1946, toen hij emeritus werd. 4 We kunnen dus aannemen, dat Sam Gerssen in zijn jeugd in ieder geval de predikanten Van Melle, Van der Graaf en Luteijn heeft gekend. Bij één van de laatstgenoemde twee predikanten deed hij op 1 april 1945 belijdenis.

Volgens de in 1949 verschenen Sociografie van Nijkerk, die de situatie van de jaren dertig analyseert, hielden de hervormde kerkgangers van een bevindelijke prediking. “Men is hier met het hart bij het geloof: God is alles, de mens niets. Men wenst een prediking die met deze instelling overeenstemt. Het is begrijpelijk dat het avondmaal, een zeer persoonlijke zaak, slechts door een kleine groep wordt gevierd, meestal een 150 gelovigen: men voelt zichzelf te klein en te onzeker om aan dit hoge sacrament deel te nemen; nimmer waren er meer dan 200 deelnemers. In de kerk worden geen gezangen gezongen …..”.

Ongeveer 400 gemeenteleden die zich niet meer thuis voelden in de “Grote Kerk”, onttrokken zich in 1932 aan de hervormde gemeente en hielden “jeugdiensten” in het gebouw van Volksheil aan de Gasthuisstraat (nr. 15). Oorzaak: de hervormde kerkenraad sympathiseerde met de richting van de Gereformeerde Bond. Aanleiding was de beroeping van een nieuwe predikant van die richting. 5 Door de grote toeloop naar de zogenaamde jeugddiensten werd in 1933 de “Stichting voor Evangelisatie” in het leven geroepen en werden onder haar verantwoordelijkheid “gewone diensten” gehouden. De hervormde gemeente van Hoogland verleende gastvrijheid voor het afleggen van openbare geloofsbelijdenis en voor het bedienen van de heilige doop. In 1944 deed ds. G.B.Westenburg zijn intrede als predikant. 6

In Sam Gerssens jeugd woonden er nog ruim 100 Joden in Nijkerk en omgeving. De eerste Joodse families – vooral tabakstelers – hadden zich daar al in het begin van de 17 de eeuw gevestigd. Omstreeks 1650 was de Joodse gemeenschap al zo groot, dat een begraafplaats werd gekocht. De huidige Nieuwstraat heette in die tijd Jodenbreestraat. Een belangrijke Joodse familie van Italiaanse afkomst gaf in de 18 de eeuw aan de plaatselijk tabaksindustrie en aan de Joodse gemeenschap een nieuwe impuls. Ook Hoogduitse Joden kwamen naar Nijkerk. In 1801 werd aan de Singel een synagoge van de Hoogduitse gemeente ingewijd. In de loop van de 19 de eeuw kreeg Nijkerk naam als centrum van Thora- en Talmoedstudie. Het aantal Joden, in 1809 nog 239, liep echter sterk terug tot een zestigtal vlak voor de Tweede Wereldoorlog. In de winter van 1940-1941 werd het gebruik van de synagoge gestaakt na een inval door Duitse militairen. In april 1943 werden de Nijkerkse Joden overgebracht naar het kamp Vught en vandaar gedeporteerd naar het oosten. Slechts enkelen hebben door onder te duiken de oorlog overleefd. 7

In het ouderlijk huis van Samuël Gerssen, op de boerderij “Nieuw Leven”, werden Joden geherbergd. Een Joodse familie Glaser, gevlucht uit Duitsland, vertoefde in 1942 drie maanden op de boerderij. Toen een lapjeskoopman het echtpaar Glaser had gesignaleerd, werd de grond te warm onder hun voeten. Sam Gerssen bracht het echtpaar op de fiets naar Garderen. Beiden hebben de oorlog overleefd. Tijdens Sams studie in Utrecht is hij bij het echtpaar in huis geweest (meneer Glaser was toen directeur van de Bijenkorf). 8 Wat hij in de tijd van de Jodenvervolging in Nijkerk meemaakte, heeft een krachtig stempel gedrukt op het verdere leven van Samuël Gerssen. Zijn liefde voor het Joodse volk kwam in die jaren reeds tot uiting, evenals zijn verlangen om predikant te worden. Toen hij achttien was, preekte hij al op de deel van zijn ouderlijk huis, aldus een mededeling van de emeritus predikant J.D. Heikamp, die destijds de daar gehouden gezelschappen bezocht. 9

Predikantschap

Ter voorbereiding van zijn predikantschap liet Samuël Gerssen zich in 1945 aan de Utrechtse universiteit inschrijven als student in de theologie. Eén van de oudste van de toenmalige hoogleraren in de faculteit der godgeleerdheid was destijds prof. dr. J. Severijn (1883- 1966); hij doceerde sinds 1931 wijsgerige ethiek, wijsgerige inleiding tot de godsdienstwetenschap en encyclopedie der godgeleerdheid. Zijn in 1945 benoemde ambtgenoot prof. dr. A.H. Edelkoort (1890-1956) gaf onderwijs in de Hebreeuwse taal en letterkunde, uitlegging van het Oude Testament en geschiedenis van de Israëlitische godsdienst en oudheden. Prof. dr. W.C. van Unnik (1910-1978), doceerde vanaf september 1946 uitlegging van het Nieuwe Testament en de oudchristelijke letterkunde. Voorts gaf prof.dr. H.W. Obbink (1898-1979) sedert 1939 onderwijs in de geschiedenis der godsdiensten in het algemeen en de Egyptische taal en letterkunde.

Naast deze vier, die het ambt van gewoon hoogleraar vervulden, waren als kerkelijke hoogleraren aan de faculteit verbonden: prof. dr. S.F.H.J. Berkelbach van der Sprenkel (1882-1967), prof. dr. M.J.A. de Vrijer (1881-1969) en vanaf 1947 diens opvolger prof. dr. A.A. van Ruler (1908-1970). Berkelbach van der Sprenkel doceerde sinds 1935 praktische godgeleerdheid, Nederlands hervormd kerkrecht, leerstellige godgeleerdheid en christelijke zedekunde. De Vrijer gaf sinds 1935 onderwijs in Bijbelse godgeleerdheid, geschiedenis van de Nederlandse Hervormde Kerk en haar leerstellingen en de christelijke zending. Van Ruler nam vanaf 1 september 1947 deze vakken van hem over.

Gemeentepredikant

Na de voltooiing van zijn theologische studie in Utrecht werd Gerssen in 1950 door het Provinciaal Kerkbestuur van Zeeland toegelaten tot de Evangeliebediening. Hij begon zijn ambtswerk als hulpprediker in Putten. Weldra kreeg hij een beroep van Wouterswoude, waar hij op 11 februari 1951 als predikant zijn intrede deed. Intussen was Samuël Gerssen op 31 januari 1951 te Barneveld in het huwelijk getreden met Willempje Floor. Vier jaar bleef Gerssen aan de gemeente van Wouterswoude verbonden. Op 17 april 1955 preekte hij afscheid wegens vertrek naar Huizen. Een week later verbond hij zich aan deze gemeente, waar hij de derde predikantsplaats bezette. Na bijna vijf jaar aanvaardde Gerssen een beroep naar Utrecht. Op 20 februari 1960 hield hij zijn afscheidspreek. Zondag 6 maart deed hij intrede in de Domstad als opvolger van ds. Abram Meijers, aan wie in 1959 emeritaat was verleend. Ds. Gerssen diende de Utrechtse hervormde gemeente met de Jacobikerk als wijkkerk vijf jaar. Op 25 april 1965 nam hij afscheid wegens zjjn benoeming tot predikant voor bijzondere werkzaamheden: secretaris van de Hervormde Raad voor de verhouding van Kerk en Israël.

Ds. Gerssen bleef in Utrecht wonen. Hij en zijn opvolger, ds. A. Kool, onderhielden intensieve contacten. Later typeerde ds. Kool zijn voorganger als “een bewogen mens, een begaafd theoloog, een begenadigd schrijver, een vroom, bevindelijk levend christen”. Kenmerkend voor hem waren zijn kennis van en verwantschap met Kohlbrugge. Diens pleidooi voor de algenoegzaamheid van Christus was hem uit het hart gegrepen. Alles ligt in Hem en niets in de mens, ook niet in de vrome mens. Kohlbrugges prediking was troost voor aangevochten mensen. Zo heeft Gerssen zelf ook altijd gepreekt. Enkele maanden voor zijn afscheid als wijkpredikant, zondag 31 januari 1965, hield ds. Gerssen in de Jacobikerk een preek die door het IKOR werd uitgezonden. De tekst was: 1 Samuël 16: 7: “De mens toch ziet aan wat voor ogen is, maar de Here ziet het hart aan”.

Advertenties waarin personeel wordt gevraagd, weerspiegelen de maatstaven waarnaar wij de mensen beoordelen en zelf ook graag beoordeeld willen worden, aldus ds. Gerssen. Maar God ziet het anders. Zijn normen liggen anders dan die van ons. Onze tekst is uit de geschiedenis van de zalving van koning David. In de keus van de jongste, onervaren zoon van Isaï komt Gods maatstaf openbaar. De Here ziet het hart aan. Dat is eigenlijk de kern van de geschiedenis. Als God het hart aanziet, betekent dat niet dat dit hart dan wel iets bijzonders zou moeten zijn. Het betekent wel dat als wij tot Hem komen, wij niet zullen zeggen: hier ben ik, het zal om mij wel begonnen zijn. Maar dat wij in ootmoed zullen zeggen: moet U mij hebben, is er echt geen betere? God ziet het hart aan, omdat Hij altijd zijn hart laat spreken. In Jezus heeft God zijn hele hart aan ons verklaard. Hij wil echt hartelijk met ons omgaan, zo hartelijk als het gebleken is aan het kruis op Golgotha. “Hij stort voor ons Zijn ganse hart uit in Christus , opdat wij zouden weten dat Hij ons hart ziet en kent en dat Hij met ons tevreden is precies zoals wij zijn”.

M. den Admirant, ‘s-Gravenhage

Noten

1 S. Gerssen, Grensverkeer tussen Kerk en Israël, een keuze


2 S. Gerssen, Grensverkeer, in: Kontekstueel, 1 ste jg. Nr3 (november 1986).

3 Van Alphen’s Nieuw Kerkelijk Handboek, jg. 1924, p. 84.

4 Van Alphen’s Nieuw Kerkelijk Handboek, diverse jaargangen.

5 G.J. van den Berg, P.F. van den Berg-Brouwer, Sociografie van Nijkerk, Staatsdrukkerij uitgeverijbedrijf, ’s-Gravenhage 1949.

6 www.vredeskerk-nijkerk.nl. In 1952 werd een eigen kerkgebouw, de Vredeskerk, in gebruik genomen. De Vredeskerkgemeente, die in 1957 officieel werd opgenomen in de Nederlandse Hervormde Kerk, maakt thans deel uit van de PKN. Enige landelijke bekendheid kreeg ze in 2016, toen haar predikant, ds. E.J.A. van der Kaaij, van de gemeente werd losgemaakt; hij was in opspraak gekomen omdat hij het bestaan van een historische Jezus had ontkend.

7 Bron: jck.nl/nl/page/nijkerk

8 Ontleend aan het boek van dr. Ir. J. van der Graaf: Ook zij hadden wat te zeggen, Heerenveen 2009, blz. 34.

9 Reformatorisch Dagblad, 31-08-2002, blz. 2

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 december 2019

Ecclesia | 12 Pagina's

Dr. S. Gerssen (1923-1989), vriend van Isra�l, kenner van Kohlbrugge

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 december 2019

Ecclesia | 12 Pagina's