Kan de mens eigen keuzes maken?
En draagt de mens daar wel verantwoordelijkheid voor?
Een tijd geleden hoorde ik iemand zeggen: ‘Als God wil dat ik met mijn vriend zal trouwen, dan zal dat ook gebeuren.’ Dit klinkt logisch, maar wat wordt met deze uitspraak bedoeld? Vaak wil de spreker zeggen dat niets buiten Gods wil om gaat, en dat het leven in Gods hand is. E
In deze manier van spreken kan determinisme doorklinken; alsof de mens een marionet is en er alleen iets gebeurt als God aan de touwtjes trekt. Maar klopt dit wel? Is de mens onvrij en heeft God alles al bepaald wat in ons leven zal gebeuren, of is de mens daadwerkelijk in staat om eigen keuzes te maken?
Om een antwoord op deze vragen te vinden, heb ik mijn oor te luisteren gelegd bij Franciscus Gomarus (1563-1641). Hij schreef in 1597 het boek Conciliatio Doctrinae Orthodoxae de Providentia Dei. In dit boek gaat het over de voorzienigheid van God. Deze bestaat uit twee dingen, namelijk: Gods besluit en de uitvoering daarvan. Vervolgens werkt Gomarus de verhouding tussen het besluit van God en de vrijheid van de mens uit. Ik heb onderzocht wat hij daarover zegt en gekeken of zijn opvatting terug te vinden is in de Dordtse Leerregels. In dit artikel moet ik mij helaas beperken en kan ik enkel wat hoofdlijnen schetsen.
Menselijke vrijheid
Allereerst noem ik kort wat Gomarus zegt over de vrijheid van de mens. De vrijheid van de mens valt volgens hem onder het besluit van God. Dat betekent dat de mens wordt ingeschakeld en gebruikt wordt bij de uitvoering van Gods besluit. Om Zijn besluit uit te voeren, gebruikt God middelen. Deze middelen omvatten noodzakelijke oorzaken en vrije oorzaken. Een noodzakelijke oorzaak is een natuurlijke oorzaak: ze kan maar één gevolg voortbrengen en niets anders. Vuur (een oorzaak) bijvoorbeeld, kan niets anders dan branden (het gevolg). Een vrije oorzaak kan echter op elk moment dat zij handelt, verschillend handelen. Als een vrije oorzaak bijvoorbeeld handeling A verricht, heeft zij op datzelfde moment de mogelijkheid handeling B te verrichten. Zij is vrij om handeling A of B te verrichten. Omdat op zo’n moment een vrije handeling wordt uitgevoerd, staat het gevolg nog niet bij voorbaat vast. De mens is een vrije oorzaak en wordt ingezet om Gods besluit tot uitvoer te brengen. Dit betekent echter niet dat de mens van zijn vrijheid wordt beroofd. Hij kan immers nog steeds handeling A of B uitvoeren, of geen handeling.
Vrije oorzaken kunnen dus meerdere gevolgen voortbrengen en daarom is een concreet gevolg van een vrije oorzaak contingent (niet-noodzakelijk). 1 Met andere woorden: de handelingen die een mens uitvoert staan niet van tevoren vast, ze zijn niet noodzakelijk. De handelingen van een mens zijn juist contingent. Ze hadden ook niet kunnen gebeuren.
Gods besluit
God heeft alle mogelijke standen van zaken overzien en besloten welke daarvan Hij zal realiseren.
Dit noemt Gomarus Gods besluit. Dat besluit zal vervolgens ook worden uitgevoerd. God kent Zijn eigen besluit, en weet dus wat er zal gaan plaatsvinden.
Maar ligt dan toch niet alles al vast? Volgens Gomarus niet. Dat wat God besluit en wat de mens doet, sluiten elkaar niet uit, maar komen overeen. Met andere woorden, en dan klinkt het wat technisch: noodzakelijkheid en contingentie komen met elkaar overeen. De noodzakelijkheid betreft de relatie tussen Gods besluit en een stand van zaken. Als God besluit dat A gebeurt,dan gebeurt A noodzakelijkerwijs. De contingentie betreft de stand van zaken zelf die de mens kan voortbrengen. Als een mens besluit voor B, dan had hij ook voor A kunnen kiezen; stand van zaken A en B zijn contingent. Dit betekent dat er niets buiten God om gaat en tegelijkertijd dat de mens vrij is om te kiezen en dus verantwoordelijkheid draagt voor zijn keuzes.
Dordtse Leerregels
De vrijheid van de mens komt ook terug in de Dordtse Leerregels. Alle mensen hebben in Adam gezondigd en verdienen daarom de vloek en de eeuwige dood (DL I,1). Dat betekent niet dat de mens geen vrije wil meer heeft. Die is nog steeds aanwezig, alleen is de wil gericht op het verkeerde. De mens heeft dus de mogelijkheid keuzes te maken. De wil moet echter wel veranderd worden om het goede te kiezen, om te kunnen geloven. Dat gebeurt door de wedergeboorte. De wedergeboorte is iets wat God werkt. Dat doet Hij door middelen te gebruiken, bijvoorbeeld de prediking van het Evangelie. Bij de wedergeboorte wordt de wil van de mens ingeschakeld. Deze wordt door de wedergeboorte vernieuwd, zodat de mens uit vrije wil het goede kan gaan doen; en zodoende gaat de mens geloven en zich bekeren (DL III-IV,11.12.16.17). Wie worden wedergeboren? Dat zijn degenen van wie God heeft besloten dat ze niet in hun verlorenheid blijven liggen, maar zullen gaan geloven en zich bekeren. Iedereen die niet weet of hij is uitverkoren, wordt opgeroepen actie te ondernemen. Hij moet de middelen die God geeft ijverig gebruiken. Hier wordt zichtbaar dat Gods besluit van verkiezing en verwerping niet betekent dat de mens zijn verantwoordelijkheid ontnomen wordt (DL I,9.10.16).
De Dordtse Leerregels bestrijden dus niet de vrije wil, maar strijden tegen de opvatting dat een mens door zijn vrije wil weer terug kan keren tot God. Dat kan de mens niet uit zichzelf. God moet die wil veranderen. Dat doet God door middelen te geven, zoals de verkondiging van het Evangelie. Als een mens de middelen gaat gebruiken die God heeft gegeven, dan is dat een contingente handeling en dus een vrije handeling.
God als eerste oorzaak bereikt Zijn doelen niet zonder dat de mens als tweede oorzaak de middelen gebruikt die God heeft gegeven. Anders zou de mens van zijn vrijheid beroofd worden. Bovendien zorgt de wedergeboorte ervoor dat de wil wordt ingeschakeld en wordt vernieuwd en daardoor in staat gesteld om weer het goede te willen. De uitverkiezing zorgt er dus niet voor dat de wil buiten spel gezet wordt, maar juist dat deze ingezet wordt. Kortom: zowel Gomarus als de Dordtse Leerregels zeggen dat er geen tegenstelling is tussen Gods besluit en de vrijheid van de mens.
Eindnoot
1 Met contingentie wordt bedoeld dat er op elk moment in de tijd alternatieve mogelijkheden zijn die niet zijn gerealiseerd, maar wel gerealiseerd hadden kunnen worden. Met noodzakelijk(heid) wordt bedoeld dat het onmogelijk is dat iets niet gebeurt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 2023
De Wekker | 36 Pagina's
