Dan zei ik: ‘Dat is fijn, maar zorg vooral goed voor de kinderen’
Mensen zeiden: ‘We bidden voor je.’
Ze komt uit een diep dal, maar staat nog overeind. Chrystel, een vrouw van rond de vijftig, lid van de Rehobothkerk in Woerden, heeft veel last gehad van depressies. Meerdere keren was er sprake van een crisissituatie en werd ze opgenomen.
Nu gaat het, sinds haar laatste opname 2,5 jaar geleden, stapje voor stapje vooruit en lukt het haar bijvoorbeeld om met haar oudste dochter naar een open dag op de universiteit te gaan. Sinds een jaar werkt Chrystel als vrijwilliger in de ouderenzorg – ze is opgeleid als verpleegkundige. Samen met haar ambulant begeleider Frits Budding, werkzaam bij Stichting Ontmoeting, doet ze haar verhaal. Dat vindt ze belangrijk. “Het is goed om open te zijn, om psychische problemen niet weg te stoppen, maar te normaliseren. Iemand met een depressie is niet gek. Dat bewustzijn wil ik mensen vanuit mijn eigen ervaring bijbrengen.” Omdat ze een kwetsbaar verhaal deelt, gaat Chrystel liever niet al te herkenbaar op de foto en staat haar achternaam niet in dit artikel.
Chrystel: “Tijdens mijn studie Verpleegkunde in de jaren negentig aan de Christelijke Hogeschool Ede liep ik vast. Tijdens mijn stage in de psychiatrie ging het heel slecht, en ik werd steeds somberder. Mijn scriptie schrijven lukte al helemaal niet: ik kreeg geen structuur van buiten aangereikt en de deadline was ver weg. Toen belandde ik op de crisisopvang en kreeg ik behandelingen. Daarna leek het alsof het beter ging, maar ik liep wéér vast met mijn scriptie, en werd wéér opgenomen. Nota bene in de kliniek waar ik stage had gelopen. De eerste die ik daar tegenkwam was mijn stagebegeleider. Dat was enorm confronterend. Het ging zo slecht met me, dat ik zelfs richting een psychose ging. Toen ik andere medicatie kreeg, ging het beter. Ik heb een paar jaar bij mijn ouders gewoond, deed vrijwilligerswerk en heb mijn scriptie afgemaakt. Ik ging aan het werk, leerde mijn man kennen en dacht: het gaat weer goed. Maar na de bevalling van mijn oudste kreeg ik uitvalsverschijnselen en kwam ik in de ziektewet. Wat bleek: er zat een heel oude beschadiging in mijn hoofd, die ik heb opgelopen toen ik als baby hersenvliesontsteking had. Dat gaf me heel veel inzicht. Nadat onze tweede geboren was, heb ik een aantal jaar gewerkt als planner, totdat ik zoveel gewrichtsklachten kreeg dat het niet meer ging, zowel lichamelijk als psychisch. Toen ben ik heel acuut opgenomen, en volgde een periode van herstel en terugval. Uiteindelijk ben ik 2,5 jaar geleden voor het laatst opgenomen, toen was ik echt héél ziek, heel depressief. Toen heb ik zelfs elektroshockbehandeling gehad, dat was heel heftig. Dat deed ik puur voor de kinderen, voor mij hoefde het niet meer. Gelukkig sloeg de behandeling aan, sindsdien heb ik geen crisissituaties meer gehad. Het is heel belangrijk voor mij dat het nu weer
Frits, die haar gedurende het gesprek vooral aanvult: “Ja, je staat nog overeind, hè! Dat is voor jou heel fijn om te voelen: ook al gebeurt er van alles om me heen, ik sta er nog. Dat heb je lange tijd niet gehad, je was veel gericht op overleven.”
Chrystel: “Een bijwerking van de elektroshockbehandeling is dat ik geheugenproblemen heb en me slechter kan concentreren. In de periode na de opnames was ik heel chaotisch. Als ik dan een boodschappenlijstje had gemaakt, met de juiste boodschappen uit de winkel kwam en óók nog het flessenbonnetje had ingeleverd, nou, dan was die dag een tien. Nu gaat dat beter, maar maak ik nog steeds vele lijstjes. Het leven is wat beperkter geworden, maar wel weer de moeite waard.”
Frits: “Ik vind het mooi dat je dat zegt. Ik ken Chrystel vanaf maart. Toen had je de moeilijkste periode al achter de rug. Vanaf het begin heb ik veel bewondering voor je. Ik zie veel mensen die te maken hebben met depressies, die het zwaar en moeilijk hebben. Jij hebt een enorme vechtlust, en een wil om ondanks alles toch door te gaan.”
Chrystel: “Dat vind ik nooit zo makkelijk om te horen …”
Frits: “Maar het raakt me gewoon, ik vind het zo bijzonder om te zien. Je bent in ontwikkeling en wil weer een bijdrage leveren aan de samenleving. Je kan echt trots zijn op jezelf, je hebt zo veel kracht in je. Ik weet: die kracht ervaar je ook van God.”
Chrystel: “Tijdens het hele traject van ziek-zijn is de kerkelijke gemeente betrokken geweest. Toen het zo slecht met me ging, hoorde ik soms weinig van de preek. Maar ik realiseer me: als ik aan het einde van de kerkdienst de zegen meekrijg, is dat al genoeg. Ook zingen is heel belangrijk, dan zing je als het ware jezelf geloof in. Gelukkig geloof je niet alleen met je gevoel. Dan was mijn geloof al heel lang weg geweest. Soms voel je heel erg dat God bij je is, maar ook als dat niet zo voelt, weet je dat Hij er is. Gelukkig maar. Ik ben nooit boos geweest op God. Ik begrijp nu ik dit zo zeg niet goed waarom ik dat niet dacht, want het zou best normaal zijn om in mijn situatie boos op God te zijn. Ik dacht wel: dit komt niet meer goed, ik wil eigenlijk dood. Als de suïcidale gedachten weg waren, was ik zo opgelucht dat er weer ruimte was voor iets anders.”
Frits: “Als je zo depressief bent, is het moeilijk om over God na te denken. Dan zit je in een zwart gat, waar helemaal geen ruimte is voor God of geloof.”
Chrystel: “Ik vond het wel fijn als de dominee langskwam, of als ik hoorde dat er voor me gebeden werd. Mensen zeiden: ‘We bidden voor je.’ Dan zei ik: ‘Dat is fijn, maar zorg vooral goed voor de kinderen.’ Tegenover hen voelde ik me zo falen. Toen ik tijdens de opname elke avond om zeven uur met hen belde, vond ik dat heel confronterend. Ik zit hier, jullie moeten het maar weer redden zonder mij. Mijn ouders en schoonouders konden veel opvangen, maar mijn ziekte heeft impact op het hele gezin gehad. Iedereen is er nog steeds van aan het bijkomen. Ik hoefde me niet schuldig te voelen, zeiden mensen. Maar als ik niks zou voelen, zou dat ook heel gek zijn. Inmiddels kan ik weer dingen met mijn dochters doen, dat is heel belangrijk. Daardoor ga je je weer mens voelen, anders heb je het gevoel dat je iedereen tot last bent.”
Frits: “Jouw meiden zijn heel afhankelijk van je en hebben veel vertrouwen in je, ondanks wat er allemaal gebeurd is. Dat vind ik heel mooi. Als ik zie hoe jij en je dochters nu contact hebben, denk ik: dat zou elke moeder wel willen met haar kinderen.”
Chrystel: “Ik vind het fantastisch dat ik er nu ben als ze thuiskomen uit school. Dat is het enige voordeel van volledig afgekeurd zijn en een uitkering ontvangen. Ik vind het ontzettend pijnlijk, namelijk, en voel me er schuldig over richting de maatschappij.”
Frits: “Dat is hoe jij bent, je hebt een enorme wil om te werken, om mee te doen. Je beperking zorgt ervoor dat dit niet lukt, maar in jouw geest is de wil wel heel erg aanwezig.”
Chrystel: “Dat klopt. Dat het niet lukt om te werken, heeft met mijn niet-aangeboren hersenletsel te maken. De plek waar de beschadiging zit reguleert ook de emoties en de prikkelgevoeligheid. Ik ben jarenlang over de schreef gegaan, maar weet nu waar het aan ligt. Eerst dacht ik dat ik niet genoeg mijn best deed, maar nu kan ik mezelf erkenning geven.”
Frits: “Ik kom ongeveer één keer in de twee weken bij Chrystel thuis. We bespreken hoe haar week was, hoe ze erbij zit op dit moment, en we focussen op hoe we rust in kunnen bouwen, zodat Chrystel niet over haar grenzen heen gaat. En ondertussen praten we over van alles en nog wat. Het is ook heel gezellig, het moet vooral niet te zwaar zijn. We kunnen heel erg lachen om hulpverlenerstaal die heel goed klinkt maar weinig om het lijf heeft. En we hebben in het verleden bij dezelfde organisatie gewerkt, Philadelphia, dus we hebben genoeg om over te praten. Het is nadrukkelijk geen therapie.”
Chrystel: “Therapie heb ik in het verleden genoeg gehad. Die is wel heel belangrijk voor me geweest en heeft veel opgeleverd. Ik heb de stem van mijn therapeut, Isabel, geïnternali-seerd. Dan denk ik: wat zou zij van deze situatie zeggen?”
Frits: “Ik heb met Chrystel een heel gelijkwaardige relatie. Dat werkt het beste en sluit heel goed bij haar aan. Ik loop gewoon even met haar mee, zo zie ik dat. Het is belangrijk voor haar om haar verhaal te kunnen doen, zo blijft ze in balans.”
Chrystel: “Inderdaad, gewoon even iemand die monitort: hoe zit je erbij? Het is belangrijk om als mens gezien te worden. Dat zou ik ook tegen Wekker-lezers zeggen die iemand kennen die depressief is. Wees heel concreet in de hulp die je wil aanbieden. Zullen we gaan wandelen? Zullen we even een kopje koffie drinken? Lukt het met afwassen? En wees niet te bang om te vragen hoe het met iemand gaat. Het kan een grote opluchting zijn als iemand anders benoemt hoe je je voelt, als dat gevoel er ook echt mag zijn.”
Frits: “Chrystel is een voorbeeld van hoe diep je kunt zitten en dan tóch weer zover kunt komen, zoals je zelf zegt, dat het weer de moeite is om te leven. Je bent het wáárd om te leven, als schepsel van God.”
Chrystel: “Daar kon ik trouwens niks mee hoor, toen ik zo diep zat. Je bent een parel in Gods hand? O ja? Dan moet ik me zeker ook nog goed gaan voelen? Of als iemand zei: wat schijnt de zon mooi! Dat ik dacht: rot op met je zon, regen past beter bij mijn gevoel. Ik zou graag wat willen doen met mijn ervaringen als patiënt en verpleegkundige, bijvoorbeeld bij een zorgopleiding. Vanuit mijn eigen leven kan ik uitleg geven wat een depressie betekent en wat je wel of niet moet zeggen en doen. Ik kan precies aangeven wat wél en wat niet fijn is als je depressief bent. Ik ben heel blij dat het nu weer beter met mij gaat, zo lang al. Een ochtend in de week verzorg ik het ontbijt in een verpleeghuis voor dementerenden. Ik maak hun broodjes klaar en zet een kopje koffie voor ze. Het is een heel grote stap voor me. Ik heb het gevoel dat ik wat kan betekenen, en de mensen zijn er ontzettend blij mee.”
Denkt u aan zelfdoding? Praat erover. U kunt 24/7 gratis en anoniem contact opnemen met 113 Zelfmoordpreventie via 0800-0113 / www.113.nl.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 2023
De Wekker | 36 Pagina's
