Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samenspraak over de brief van Paulus (8b)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenspraak over de brief van Paulus (8b)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat is, om medevertroost te worden onder u door het onderling geloof, zo het uwe als het mijne. Romeinen 1:12

HOPENDE: Het was er Paulus dus om te doen, dat de gelovigen te Rome geestelijk nut zouden mogen hebben van zijn prediking. Neen, hij ging niet met zijn zakken vol op stap, als hij een reis naar Rome zou maken. Och vriend, we komen zomaar weer van de ene overdenking tot de andere. En dan bemerken we wel dat we een lange loopbaan achter ons hebben. O, hoe dikwijls zijn we toch al op pad gegaan zonder buidel en zonder male. En dan kan het zijn, dat in het onderzoek van Gods Woord wel geestelijke zaken zijn opengevallen, maar men weet er ook bij ervaring van, dat men er in de prediking toch helemaal niet bij kan komen. Men kan er niet bij komen, dus nog minder er in komen.

Maar als Paulus een reisje naar Rome zou maken, dan was daar een gedu­rig bidden aan vooraf gegaan, zoals we uit het 10 e vers gehoord hebben. En we hebben ook met elkaar zijn scheepsreis naar Rome mogen bespreken en zijn daaruit aan de weet gekomen, dat de Heere er Zelf wel voor zorgde dat hij met geen theoretisch praatje de gelovige Romeinen zo’n beetje bezig zou houden. Wat hij verlangd had, zou hem worden geschonken, al ging het door een andere weg dan hij had gedacht. Geestelijke gaven zou hij mogen meedelen. De genade is mededeelzaam. De ware knechten des Heeren wensen hun talent dan ook niet in de aarde te begraven. Ze hebben een zuivere rivier, klaar als kristal, zien voortkomen uit de troon Gods en des Lams. Van die stromen van dat levende water is er wat in hun hart uitgestort en ze willen daar anderen in mee doen delen.

UITZIENDE: Wat de apostel hier zegt, geeft me nog meer te overdenken. Het houdt wat in, om een ieder zijn bescheiden deel te geven. Dat wijst er ons ook op dat er onderscheiden zielslegeringen zijn. Velen willen daar niet van weten, daar er bij hen alleen maar sprake van geloof in Christus is, maar er zijn volgens hen geen onderscheiden standen in het genade leven. Er is verder nog iets waar ik aan moet denken als ik lees, hoe de apostel ernaar verlangde om de Romeinen zelf eens te mogen ontmoeten en hun het Woord van God te prediken. Hij schreef nu een brief naar hen, maar het mondeling onderwijs heeft iets wat het geschrevene en gelezene te boven gaat. In deze tijd moeten vele gemeenten het met leesdienst doen. En het is te waarderen, ja, niet genoeg te waarderen, dat we die kostelijke geschriften van onze vaderen nog mogen hebben. Ook zijn de gemeenten onder de leesdiensten nog gegroeid, terwijl bepaalde predikanten de kunst hebben verstaan om de gemeenten kapot te maken. Maar anderzijds zien we ook wel weer dat het gepredikte Woord soms minder gewaardeerd wordt. Men weet het ook nog wel te zeggen dat het zo gelukkig is dat we de oudvaders nog hebben en men schijnt de komst van een leraar maar net goed genoeg te vinden om de nodige ambtelijke werkzaamheden te verrichten. Maar Paulus verlangde ernaar om de Romeinen zelf het Woord Gods te mogen prediken, zodat het bij het schrijven van zendbrieven niet behoefde te blijven. En hij hoopte dat dit tot hun versterking zou mogen dienen. Dit zou tot hun vertroosting zijn, waarom hij er ook op laat volgen: Dat is, om medevertroost te worden onder u door het onderling geloof, zo het uwe als het mijne.

En och vriend, ik heb nu zo-even die opmerking gemaakt van dat het gepredikte Woord soms niet recht meer gewaardeerd wordt. Als ik die opmerking maak, heb ik daar ook zeker mijn reden toe. Maar ik mag ook niet ontkennen dat er in de gemeenten soms toch wel met verlangen naar wordt uitgezien dat het Woord nog eens zou mogen worden gepredikt. En dan wordt men ook wel gewaar dat Gods ware volk door het gepredikte Woord gesticht en vertroost wordt. Over de opkomst is er over het algemeen ook niet te klagen als er een leraar is die het Woord in een gemeente bedient. Jong en oud zien we dan trouw opkomen. Wat heeft ons dat nog te zeggen? De Waarheid doet in ieder geval altijd nog kracht! Daarom blijft men ook nog getrouw opkomen onder de leesdienst, al gebeuren er soms onstichtelijke dingen. We denken alleen maar aan het half uur lang bidden, waarbij allerlei dingen aan de orde komen die voor het openbare gebed toch werkelijk niet bestemd zijn. Maar men moet zichzelf maar graag horen. Het gebed is ellenlang, terwijl de preek die soms bijzonder geestelijk van inhoud is, maar afgeraffeld wordt. Vriend, het is nodig dat we even die opmerking maken. Ook is het goed als we er op wijzen dat een leesdienst zeker niet langer dan anderhalf uur moet duren. Maar waar we nu aan de hand van onze tekst even op willen wijzen, dat is, dat Gods ware volk het zien en horen en ook soms het ontmoeten van een door God gezonden leraar niet kan missen.

HOPENDE: Het ware geloof en het leven der genade heeft dus versterking nodig. Wat Gods knechten hebben te prediken, wordt de innerlijke beleving der ziel. Daarom valt men ook met het hart zo bovenop een zuivere ontdekkende en afsnijdende Waarheid. Als men in een weg van innerlijke afbraak wordt geleid, waarbij men een ontdekking van zichzelf opdoet, zoals men die tevoren nog niet heeft gehad, dan kan het toch zo tot innerlijke versterking zijn, als men van de daken hoort verkondigen wat in de binnenkameren zich afspeelt. Dat dient de ziel ook tot vertroosting. De strijd blijft immers inwendig ook niet uit. Men kan gedurig maar niet zien dat dit de weg is waarin God Zijn volk leidt. Maar wordt men nu geleid als in een dal van de schaduwen des doods, dan zijn het Gods stok en staf die de ziel vertroosten, waartoe de Heere de arbeid van Zijn knechten wil gebruiken. Maar Gods knechten zijn daar zelf ook nog goed mee. Daarom zegt de apostel: Dat is, om medevertroost te worden onder u, door het onderlinge geloof, zo het uwe als het mijne.

Het geloof is een onderling geloof. De Heere vergadert Zijn Kerk in enigheid des waren geloofs. De dienaren van het Evangelie kunnen zelf ook de prediking van het Woord niet missen. Ze staan gedurig voor een onmogelijk werk, maar toch mogen ze ervaren dat hun prediking ook dienen mag tot versterking van hun geloof. Maar ook de samenstemming over de inhoud van de prediking met Gods ware volk kan hun ziel tot versterking en vertroosting zijn. Zo hebben de hoorders het nodig dat naar hun hart gesproken wordt, maar hebben de leraars het ook nodig dat het getuigenis dat God geeft aan de inhoud van hun prediking bij monde van hun hoorders ze tot vertroosting zal zijn.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 april 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Samenspraak over de brief van Paulus (8b)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 april 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's