Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Want ook in dezen zuchten wij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Want ook in dezen zuchten wij

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wilt u wat schrijven over de woorden uit 2 Korinthe 5 vers 2? Mag een christen concrete gedachten hebben over het genoemde verlangen?

Wat wij weten

De verschrikkelijke woorden die in de Griekse oudheid klonken, zouden vandaag gesproken kunnen zijn: ‘Zolang als ik er ben, is de dood er niet en wan­ neer de dood er is, ben ik er niet meer’. In de gemeente van Korinthe klonken andere woorden. De tweede brief aan deze gemeente werd voorgelezen: ‘Want wij weten dat, zo ons aardse huis dezes tabernakels gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig, in de hemelen’ (2 Kor. 5:1).

Het aarden vat van Paulus’ aardse leven (waarover hij in hoofdstuk 4 vers 7 schreef), was broos en breekbaar. En als dat ‘tenthuis’ of ‘sterfelijk vlees’ wordt gebroken, mag die heerlijke wetenschap van Gods kind overblijven. Zeker, het proces van de ‘gestadige dood’ zal uitlopen in de tijdelijke dood. Ook een ‘gekochte met bloed’ zal (tenzij de wederkomst eerder is) die donkere poort doorgaan. Maar over het bestre­ den en zwakke christenleven valt hier hemels licht: in de plaats van dat aardse tenthuis komt een ‘gebouw van God’, niet met handen gemaakt. We volgen graag kanttekening 3: ‘Sommigen nemen dit voor de hemelse heerlijkheid, waarmede onze lichamen ten uitersten dage eerst zullen verheerlijkt worden. Doch alzo de apostel hier merkelijk spreekt van een gebouw of huis hetwelk wij, nadat deze tabernakel gebroken is, van God zullen hebben, en dat in den hemel, en zo haast wij uit dit lichaam gaan wonen, gelijk blijkt uit de verzen 6 en 8, zo wordt het wel zo bekwame­ lijk voor de hemelse heerlijkheid in het gemeen genomen, waarmede de ziel versierd en gelijk als bekleed wordt, zo haast zij deze tabernakel aflegt, en waar­ mede het lichaam daarna zal bekleed worden als het uit de doden zal opge­ wekt zijn’.

Dan volgen de woorden van vers 2: ‘Want ook in dezen zuchten wij, ver­ langende met onze woonstede die uit den hemel is, overkleed te worden’. Paulus zucht vanwege de gebrekkige ‘tentwoning’ die hij omdraagt, ver­ zwaard door het pak van de zonde en door allerlei aanvechtingen. Naast alle opzien tegen de dood, als een koning der verschrikking, gaat een ware christen weleens verlangen. Als het aardse ‘tentdoek’ wordt opgerold, is er een andere ‘bekleding’. Dan wordt ten volle gesmaakt wat hier zo onuitspre­ kelijk groot was: ‘want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, den mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan’ (Jes. 61:10b). Of met die andere woorden: ‘Jezus’ bloed en Zijn gerechtigheên, die zijn mijn bruids­ tooi, anders geen’.

Wat wij niet weten

Mogen wij nu concrete gedachten hebben over dat verlangen naar de toekomst van Gods Kerk? Het is niet verkeerd als de bruidsgemeente op aarde bij tijden de heerlijkheid van het toekomende leven overdenkt. Integendeel, dat toch de bruid zou verlangen naar de Bruidegom en de dag van de bruiloft!

Als we maar niet vergeten wat de apostel Johannes schrijft: ‘Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods, en het is nog niet geopenbaard wat wij zijn zullen’ (1 Joh. 3:2a). De heerlijkheid die de kinderen van God bereid is, weten we nog niet, ‘hoewel daarvan enige beschrijvingen hier en daar in de Schrift gedaan worden’ (kantte­ kening 9b). De woorden die volgen (in 1 Joh. 3:2b) zijn wel onbevattelijk rijk: ‘Maar wij weten dat als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien gelijk Hij is’.

Lezer(es), wat wéét u?


Heb jij/hebt u ook een vraag?

Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijk- altijd een reactie. Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder. Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juli 2024

De Saambinder | 20 Pagina's

Want ook in dezen zuchten wij

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juli 2024

De Saambinder | 20 Pagina's