De taal van de Schrift
We leven in een tijdperk van enorme veranderingen. Opvattingen en gebruiken die eeuwenlang hebben standgehouden, worden in een razendsnel tempo vervangen door moderne gedachten en gewoonten.
De kloof tussen de boodschap van de Bijbel en het maatschappelijk leven wordt alleen maar groter. In iedere tijd is het daarom nodig dat onze opvattingen en levenspraktijk naast de norm van Gods Woord gelegd worden. Zodat het hele leven voor het eerst en steeds weer bekeerd zal worden. Met het gebed van Psalm 119 vers 5: ‘Och, dat mijn wegen gericht werden om Uw inzettingen te bewaren!’
Op verzoek van de redactie willen we in vier artikelen stilstaan bij de rolverdeling tussen man en vrouw. In dit eerste artikel wil ik enkele gegevens uit de Schrift over de rolverdeling man/vrouw samenvattend weergeven. In de vervolgartikelen zullen we stilstaan bij de rolverdeling in de huisgodsdienst, in de opvoeding en in betaald werk.
In de schepping
Op de eerste bladzijde van de Bijbel lezen we al dat de Heere twee soorten mensen geschapen heeft: man en vrouw (Gen. 1:27). De hele mensheid valt in deze twee groepen uiteen. Natuurlijk zijn niet alle mannen en vrouwen gelijk. Er zijn grote verschillen in uiterlijk, karakter en interesses. De ene man is stoerder en de andere zorgzamer. Er zijn emotionele vrouwen en nuchtere vrouwen. Maar bij alle onderlinge verschillen, zijn man en vrouw alleen al lichamelijk duidelijk verschillend.
In Genesis 2 wordt ons geopenbaard dat de man als eerste is geschapen. Vervolgens sprak de Heere: ‘Het is niet goed dat de mens alleen zij’ (Gen. 2:18). De schepping was niet volmaakt zolang de man alleen was. Om de schepping compleet te maken, heeft de Heere de vrouw geschapen: ‘Ik zal hem een hulpe maken, die als tegen hem over zij’.
Hier wordt de eerste rolverdeling door de Heere Zelf aangebracht. De vrouw is geschapen om een hulp te zijn voor de man. Laten we niet denken dat dit ook maar iets met onderdrukking te maken heeft. Voor de zondeval was daar echt geen sprake van. Anders had de Heere niet gezegd dat het zeer goed was (Gen. 1:31). De vrouw is een hulp tegenóver de man. Op gelijke hoogte dus. Hij heeft haar nodig en zij vult hem aan. Samen zijn zij compleet.
Na de zondeval
Genesis 3 vertelt ons over de vreselijke zondeval. Adam en Eva hebben van de boom gegeten en zich van God losgescheurd. Ze wilden als goddelozen door het leven gaan. Zonder God zijn wij verdorven. En dit bederf dringt door op alle terreinen van het leven. Na de zondeval krijgen man en vrouw geen ándere rol van de Heere, maar komen de gevolgen van de zonde openbaar in hun levensroeping (Gen. 3:16-19).
Heel duidelijk lezen we in deze verzen over de verschillende taken van man en vrouw. Tegen de vrouw spreekt de Heere over het krijgen van kinderen en het innemen van haar plaats onder de heerschappij van de man. Richting Adam klinkt de roeping om de aarde te bewerken en te zorgen voor het inkomen van het gezin. Dit zijn dus geen tijdgebonden opdrachten, die in 2024 achterhaald zijn. Het zijn de inzettingen van de Heere. Wie godvrezend wil leven, zal biddend zoeken naar de weg om deze tijdloze bevelen in 2024 gestalte te geven.
In de genade
Hoewel Eva als eerste heeft gegeten van de verboden vrucht, viel de hele mensheid pas in de zonde toen verbondshoofd Adam ook gegeten had. We zien na Genesis 3 hoe de zonde voortwoekert in de levens van mannen én vrouwen. Denk alleen maar aan de verschillende zwarte bladzijden in het huwelijksboek van Abraham en Sara! Zelfs in dit huwelijk tussen twee kinderen van God gaat heel veel mis, ook in de onderlinge verhoudingen. Tegelijkertijd zien we hoe de genade van de Heere zich óók uitstrekt naar mannen en vrouwen. De volgelingen van de Heere Jezus waren niet alleen de mannelijke discipelen, maar er waren ook vrouwen die Hem dienden (Luk. 8:2,3). In zijn betoog over de vrije genade in Christus mag Paulus dan ook zeggen: ‘… daarin is geen man en vrouw. Want gij allen zijt één in Christus Jezus’ (Gal. 3:28). Mannen én vrouwen worden behouden op dezelfde manier: door het geloof in Christus.
Laatstgenoemde tekst wordt tegenwoordig vaak misbruikt om te betogen dat alle traditionele rolpatronen van man en vrouw in het Nieuwe Testament zijn opgeheven. Toch vinden we juist in het Nieuwe Testament heel duidelijke voorschriften voor de verschillende taken die mannen en vrouwen hebben. Het is zelfs een heel belangrijk en herhaald thema in de apostolische brieven (bijvoorbeeld 1 Korinthe 14, Efeze 5, Kolossenzen 3, Titus 2 en 1 Petrus 3). De genade die Christus door Zijn Geest verheerlijkt in levens van mannen en vrouwen zal zichtbaar worden in hun opstelling en verhouding tot elkaar. De Bijbelse verhouding tussen mannen en vrouwen, die wortelt in de schepping en bekrachtigd is na de zondeval, wordt door de genade niet uitgewist of omgekeerd, maar juist vernieuwd. Zó mogen mannen en vrouwen door genade iets weerspiegelen van de verhouding tussen Christus en Zijn bruidsgemeente.
Vragen
1. Waar ligt uw roeping als man of vrouw?
2. Op welke manier wordt u beïnvloed door de tijdgeest en waar wringt dit met uw Bijbelse opdracht?
3. Kunnen anderen in uw levenshouding merken wat genade uitwerkt?
⊲ wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 2024
De Saambinder | 20 Pagina's
