Aanroepen

In Joël 1 hoorden we de eerste aankondiging van de dag des Heeren. In Joël 3 lezen we over het aanbreken van de dag des Heeren. In Joël 2 gaat het over de voorbereiding op de dag des Heeren. Dit rijke hoofdstuk eindigt met vers 32. Een kerntekst uit Joël die zowel door Petrus als door Paulus wordt aangehaald (Hand. 2:21 en Rom. 10:13). Een kostbare tekst met een driedubbele belofte.

De eerste belofte

De eerste belofte is gericht aan mensen die de Heere aanroepen. Dat is het onmiskenbare gevolg van de werking van de Pinkstergeest in het hart. Een zelfingenomen mens wordt zondaar voor God. Een jongere ziet de leegte van zijn leven en kan zonder de Heere niet meer verder. Alle rust verdwijnt uit je leven.

Afwachten gaat niet langer. Je gaat, net als de hoorders van Joëls profetie, roepen tot de Heere. Kanttekening 44 in Handelingen 2 legt zo treffend uit wat dat is: Dat is, Hem voor den Zaligmaker met waar geloof erkennen, de zaligheid in Hem alleen zoeken, Hem om dezelve, alsook in alle noden, aanroepen, en Hem recht dienen. Wie niet meer zonder de Zaligmaker kan, gaat roepen. Ook al ken je Hem niet en zie je Hem niet. En aan die roepers belooft Christus: je zúlt behouden worden. Houd maar aan en grijp maar moed. Roepers worden écht verhoord.

De tweede belofte

Wanneer de Pinkstergeest werkt in je leven, komt de eeuwigheid dichtbij. De dag des Heeren wordt een naderende werkelijkheid. Je krijgt een Schuilplaats nodig. Behoud voor je ziel. Met alle theoretische kennis weet je dan niet waar je het zoeken moet. Maar nu wijst de Heere ook in Joël 2 de plaats van ontkoming aan: de berg Sion en in Jeruzalem. De plaats van de bediening der verzoening. Oudtestamentisch de tempel, waar het bloed van de offerdieren stroomde. Nieuwtestamentisch de samenkomst van de gemeente waar het bloed van Christus druipt vanaf de kansels in de verkondiging van het Evangelie. Gelijk als de HEERE gezegd heeft. Keer op keer verzekert Hij dat er ontkoming is in Christus Jezus. Die gekruisigd is in… Jeruzalem! Door het geloof gaan onrustige zondaren tot Hem. En vinden in Hem hun vrede.

De derde belofte

Zullen er wel aanroepers zijn? Zullen er wel mensen zijn die ontkoming zoeken? Zeker wel, daar staat de Heere Zelf voor in. Het zijn “overgeblevenen”. De meerderheid leeft helaas alleen voor het hier en nu. Luistert niet naar de waarschuwingen en legt de nodigingen naast zich neer. Maar er zúllen altijd anderen zijn. Een overblijfsel naar de verkiezing der genade. Zij worden door de Heere geroepen. Innerlijk, onwederstandelijk, krachtig en liefelijk. Let op de volgorde: degenen die de Heere roept, gaan Hem aanroepen. En degenen die Hem aanroepen, doen dat omdat Hij hen eerst riep. God zoekt de ziele eerst, eer zij Hem zoeken konde. De ziele, die God zoekt is reeds van Hem gevonden. Zo eindigt Joël 2 in genade en genade alléén. En dat is de enige troost in aanloop naar de dag des Heeren.

wordt vervolgd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen