De gewilligheid van Jezus

De vorige keer hebben we gezien hoe de Heere Jezus vanuit een bewogen Middelaarshart met Zijn gezegende en reine hand de melaatse aanraakt. We hebben in Zijn hart mogen kijken. Daarin zagen we barmhartigheid en innerlijke bewogenheid. We hebben Zijn handeling mogen zien. Hij raakte de melaatse aan. Nu luisteren we naar wat de Heere Jezus zegt. Hij zegt: ‘Ik wil, word gereinigd!’

Daar zouden we eens even de tijd voor moeten nemen, om rustig deze twee woorden op ons in te laten werken. Ik wil…! Daar mogen we niets vanaf doen. Deze woorden wijzen op de gewilligheid van de Zaligmaker. Wanneer we nog niet gereinigd zijn door Christus, zeggen deze woorden iets over ons. Wat kan het eenzijdige Godswerk worstelingen geven in de harten van onbekeerden die hartelijk verbonden zijn aan de leer die in Gods Woord begrepen is. De leer dat er vanuit de mens niet goeds voortkomt en dat zalig worden alleen vrije, soevereine genade is bij God vandaan. Ze zijn het eens met: ‘Ik kan niet, ik heb niet, ik weet niet en ik deug niet’. Sommigen worstelen al zo lang dat ze lijdelijk afwachten of God hen wil bekeren. Immers, zij willen wel, maar als God het niet wil...

Deze woorden van de Heere Jezus leren ons echter dat wij ‘niet willen’. Het is niet Gods onwil dat wij nog niet als een melaatse aan de voeten van Jezus liggen. Het is niet de onwilligheid van de Zaligmaker dat we nog niet gereinigd zijn. Het is niet dat de Heilige Geest niet in ons wil werken. Het is onze onwil, ons ongeloof, onze ellendigheid, onze dodigheid en onze schuld dat we niet vluchten tot de Zaligmaker. Onze onwil zal eenmaal tegen ons getuigen, want Jezus zegt: ‘Ik wil…’. Wat zal het zijn om voor de Rechter te staan en te horen: ‘Ik wilde, maar gij hebt niet gewild’.

Wat zijn deze twee woorden een balsem voor zielen die ontdekt zijn aan hun onwilligheid. Die hun onwilligheid ervaren als een onmogelijkheid om zalig te worden. Luister eens naar de woorden die komen over de reine lippen van de Borg: ‘Ik wil…!’ Hij is gewillig om melaatsen, levende doden, die bij Hem komen, te reinigen van al hun zonden. Hij is gewillig om alle onreinheid op Zich te nemen en Zijn reinheid te schenken uit genade aan hen die aan Zijn voeten gebracht worden. Het is enkel en alleen genade wanneer we in onze verlorenheid en onmogelijkheid tot Hem de toevlucht mogen nemen en we weg mogen zinken in Zijn ontfermende liefde, bewogenheid en gewilligheid.

Vragen:

1. Neem eens de tijd om de twee woorden ‘Ik wil’ te overdenken.

2. Wat zeggen deze twee woorden over de Heere Jezus en over ons?

3. Kunt u nog meer voorbeelden uit de Bijbel noemen van zondaren die bij de Heere Jezus mogen komen? Zien we daarin ook verschillen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen