Zijn onfeilbaar Woord
Wie de krant leest, komt onder de indruk hoeveel verwarring er in verschillende kerkverbanden is. Onderwerpen als vrouw en ambt, schepping en evolutie, homoseksualiteit en gender zorgen voor een stroom van boeken en een reeks aan synodevergaderingen. Door die verwarring heen zien we een rode draad. Die ligt in de vraag hoe de Bijbel wordt gelezen. Over die vraag willen we de komende weken nadenken. Het persoonlijke element mogen we daarbij niet vergeten: Hoe lees ik de Bijbel? Of, nog dieper: Hoe leest de Bijbel mij?
Waar zoek ik het antwoord op de vraag hoe ik de Bijbel moet lezen? In de Bijbel zelf! Hiermee noemen we een fundamenteel punt waar in onze tijd wissels omgaan. Het maakt namelijk een groot verschil of de Bijbel bepaalt hoe ik de Bijbel moet lezen of dat bijvoorbeeld de wetenschap dat bepaalt. We komen hierop terug in het derde artikel als we stilstaan bij de zogeheten Wetenschapsbijbel die vorig jaar verscheen. Eveneens komen we op een ander spoor als onze moderne cultuur mede gaat bepalen de Bijbel te lezen. Of onze persoonlijke ervaring. Op dit punt komen we in het vierde artikel terug rond twee nieuwe boeken over het onderwerp homoseksualiteit.
Edom
Eerst staan we stil bij wat de Bijbel zegt over het lezen van de Bijbel. In Jesaja 34:16 staat: ‘Zoekt in het boek des HEEREN en leest; niet één van deze zal er feilen, het een noch het ander zal men missen; want Mijn mond zelf heeft het geboden, en Zijn Geest Zelf zal ze samenbrengen’. Deze woorden staan in een aangrijpend hoofdstuk over het gericht over Edom. God spreekt de volken toe en roept hen op te luisteren (vers 1). ‘Want de verbolgenheid des HEEREN is over al de heidenen, en grimmigheid over al hun heir; Hij heeft hen verbannen, Hij heeft hen ter slachting overgegeven’ (vers 2).
De Heere maakt in het bijzonder het lot van het goddeloze Edom bekend, het volk dat zich steeds vijandig opstelde tegenover Israël. Straks, bij de verwoesting van Jeruzalem moedigen de Edomieten de Babyloniërs aan om door te gaan met hun verschrikkelijke werk (Ps. 137). Tegen dit Edom is Gods zwaard vol van bloed (vers 6). Wat er dan gebeurt? De verzen 9 tot 15 geven een ontzaglijk beeld. Een allesverwoestend oordeel komt over het volk. Wat overblijft is vuur, rook, distels en wilde dieren. Juist daarop volgt vers 16. De Heere roept als het ware iedereen op om na te gaan of de verwoesting van Edom overeenkomt met Zijn Woord. Lees maar, trek het maar na en u zult merken dat alles voorzegd is. Gods Woord zal niet feilen.
Hoe wordt Gods Woord in vers 16 genoemd? Het boek des HEEREN, dat is het boek van de drie-enige Verbonds-God. Hij is trouw aan de beloften van Zijn verbond én trouw aan de bedreigingen van Zijn verbond. Ezau, de voorvader van de Edomieten, verachtte het verbond en de verbondszegen. Zijn nageslacht ging in de voetsporen van Ezau. Het oordeel kan daarom niet uitblijven.
Onfeilbaar
In Jesaja 34:16 lezen we z’n indringend woord over de betrouwbaarheid van Gods Woord. Deze tekst leert ons, met zoveel andere teksten, dat wat God spreekt onfeilbaar is. Zijn mond heeft het geboden, Zijn almacht brengt dat Woord tot vervulling. Daarom zal Zijn Geest de wilde dieren (zie de kanttekening) samenbrengen om het oordeel Gods uit te voeren.
Eenmaal sprak Jozua tot het volk ‘dat er niet één enig woord gevallen is van al die goede woorden welke de HEERE uw God over u gesproken heeft’ (Joz. 23:14). Dit geldt ook van de kwade woorden die de Heere uitspreekt.
De woorden Gods zijn dus onfeilbaar. In zijn ”Gereformeerde Dogmatiek” noemt ds. G.H. Kersten dit punt uitdrukkelijk als hij de inspiratie van de Bijbel omschrijft. Hij noemt de inspiratie in een volzin ‘die gans bovennatuurlijke werking des Heiligen Geestes, welke de schrijvers, beide zowel in de keuze en verdeling hunner stof, als in hun denken en uitdrukking op zulk een wijze geheel bestuurde, dat zij de openbaring Gods feilloos uitdrukten’.
Voor alle tijden
Gods Woord bevat dus Gods openbaring aan mensen. Het is Zijn boek, waarin Hij voor alle tijden en alle plaatsen Zijn wil heeft laten opschrijven. Met onze Nederlandse Geloofsbelijdenis (art. 7) belijden we dat in de Bijbel genoegzaam wordt geleerd wat we moeten geloven en hoe we moeten leven. Het is daarom niemand geoorloofd iets anders te leren, dan wat de Schrift leert. We mogen niets toedoen of afdoen van dit Woord van God. ‘Daarom verwerpen wij van ganser harte al wat met deze onfeilbare regel niet overeenkomt’, zo spreekt Guido de Brès de Schrift na. Voor nu nog de vraag: Lees ík zo de Bijbel?
wordt vervolg
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juli 2023
De Saambinder | 16 Pagina's
