Een verblind en onbegrepen discipelschap

Het getuigenis van de blindgeborene maakt op de farizeeën geen indruk. Integendeel. Ze zeggen: ‘Gij zijt Zijn discipel; maar wij zijn discipelen van Mozes.’ Ze bedoelen daarmee dat zij alles doen wat Mozes gebiedt. Zo menen zij rust en vrede te krijgen. Weet u wat ze niet van Mozes leer- den? De vloek en het oordeel van de wet. Met hun eigen rechtvaardigheid uit de wet kunnen ze leven en ster- ven, dus Jezus is voor hen overbodig. Wat moeten ze met Hem en het Evangelie doen? Waarvoor zouden ze het volbrachte werk van een Ander nodig hebben? Dat heeft totaal geen waarde. Dat komt, omdat hun werken voor God nooit waardeloos geworden zijn. Zij hebben nog nooit de dood erop leren schrijven.

Daarom spreken ze ook met verach- ting over Christus: ‘Wij weten dat God tot Mozes gesproken heeft; maar Dezen weten wij niet vanwaar Hij is.’ Met andere woorden: ‘Waar komt Zijn autoriteit vandaan? Heeft God wel tot Hem gesproken? Dat weten we niet.’ Toch kan dat niet waar zijn. Christus heeft Zelf tot hen gezegd: ‘Ik ben het levende Brood Dat uit den hemel nedergedaald is.’ Zo wordt ook óns in alle toonaarden de afkomst, autoriteit en zalving van Christus gepreekt. Velen begrijpen het hooguit verstandelijk. Die boodschap moet echter doordringen. Wanneer gebeurt dat? Als de Heere de hemel scheurt en de stem van de Vader spreekt tot een zondaar die Hem in alle geboden van de wet zo diep beledigd heeft.

Zo één ligt rechtvaardig onder Zijn toorn en oordeel. Het is een wonder dat de Vader zegt: ‘Deze is Mijn geliefde Zoon, Die Ik voor zo’n god- deloze gegeven heb.’

We denken wellicht: ‘Wat zijn die farizeeën toch hardnekkig.’ O ja? Het kan wel zijn dat velen onder ons niet eens kunnen zeggen wat de farizeeën wél konden zeggen: ‘Wij zijn discipelen van Mozes.’ Zij hadden nog het besef dat de wet gehoorzaamd moest worden. En wij? Leven wij alsof er geen wet is, waarnaar God ons zal oordelen? Het kan ook zijn dat wij leven alsof er geen Evangelie is, dat de grootste van de zondaren door Christus met God verzoent. Of wellicht zijn wij net als de farizeeën en hebben wij het leven in de wet gevonden. Wat hebben we dan een bittere, innerlijke haat tegen de leer van vrije genade! Het is echter Mozes én Christus samen. Juist zij die wet én Evangelie lief kregen, worden door Johannes in Openbaring gezien, staande voor de troon. ‘En zij zongen het gezang van Mozes, den dienstknecht Gods, en het gezang des Lams.’

Vragen:

1. Wat misten de farizeeën in het zeggen: ‘Wij zijn van Mozes?’

2. De farizeeën hadden wel Jezus’ woorden gehoord. Hoe komt het dat ze niet ‘luisterden’?

3. Hoe ligt dat in ons persoonlijk leven als het gaat over horen naar Gods Woord?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen