Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wandeling en de toepassing

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wandeling en de toepassing

In het laatste hoofdstuk van ’En Henoch wandelde met God” legt Boston het overdachte aan het hart, ‘bij wijze van onderrichting, bestraffing en vermaning’.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘En Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God nam hem weg’. Genesis 5 : 24

De godsdienst van hen die vreemd zijn aan het wandelen met God is weinig waard, zegt Boston. ‘Die is slechts het geraamte van de godsdienst, zonder de ziel. De apostel spreekt dan van een ijdele godsdienst. (…) Die godsdienst is ijdel als het gaat over de zaligheid van de mens; hij zal hem nooit in de hemel brengen en zal evenmin standhouden in de beproeving’.

‘De Heere zal nooit iemands godsdienst afmeten aan mooie woorden of een schit- terende belijdenis, maar wel aan de gang van hun leven en handelen, in geloof, liefde en andere morele plichten. God heeft Zijn wet in de Bijbel gescheven. Hij heeft haar weer overgeschreven in het vernieuwde hart, en de gelovigen schrijven haar op - nieuw over in hun heilige wandel’.

Schaduw en lichaam

Wat zijn er toch weinigen die net als Henoch met God wandelen, schrijft Boston aan het einde van zijn boek. ‘Wat zijn er weinigen die God in alle dingen op het oog hebben, van wie het hart met Hem meegaat, zoals de schaduw met het lichaam. O, wat is het praktische, innerlijke en hemelse dienen van God zeldzaam!’

En al die mensen dan, die níet met God wandelen? Die moeten, schrijft Boston, ernstig bestraft worden, want zulke mensen zijn nooit uit hun zonde opgestaan. ‘Wandelen met God is een beweging van de ziel: van de zonde naar de heiligmaking. Het is als wanneer iemand een ladder opgaat. Dan tilt de eerste stap hem van de grond en daarna gaat hij stap voor stap omhoog, totdat hij komt waar hij wil zijn. De hemel is de opperzaal, het geloof en de heiligheid zijn de treden, en de staat der zonde is de grond. Maar ach, velen zijn er nog niet toe gekomen om de eerste stap te zetten’.

Gods kinderen

Er zijn ook nog anderen die bestraft moeten worden: mensen die de genade wel bezitten maar ze niet beoefenen. Ze zijn krachteloos, niet werkzaam. Ze wandelen niet meer met God, zoals ze dat eerder wel hebben gedaan. Ze zijn in slaap geval- len en volgen de weg van hun eigen hart. Boston: ‘O, u bent van de weg af, en ik zal u zeggen hoe u dat kunt weten. Iemand die genade heeft, kan weten dat hij niet met God wandelt als de liefde tot zijn God kwijnt. (…) Als de ziel het zicht op Christus verliest, is het: uit het oog, uit het hart.

Wat het oog niet ziet, raakt het hart niet. Het is er een droevig teken van dat u van de weg af bent’.

Bij zulke mensen kwijnt de liefde tot de medereizigers weg. Hun ijver voor de eer van de Leidsman wordt minder, evenals de zorg om de Heere te behagen. Bij zulke mensen ziet Boston de geestelijke luiheid naar binnen sluipen. De hemelsgezindheid neemt af, de vleselijkheid en de werelds- gezindheid krijgen de overhand. ‘Alles gaat ruiken naar de dood’.

Wat moet je met zulke mensen? Boston wil tegen hen twee dingen zeggen: Wie wandelt met God en daarmee ophoudt, draagt het stempel van vreselijke ondank- baarheid. Dan zijn de werkelijk goede dagen in het leven dus voorbij. En als tweede: het is niet zo moeilijk om van de weg af te raken, wel om er weer op te komen. ‘Het is dus nodig dat u bijtijds ontwaakt’.

De grens van de tijd

Op de laatste bladzijden van ’En Henoch wandelde met God” stelt Boston vast dat we snel door de wereld gaan. Binnenkort zijn we aan het einde van de reis. ‘Of u nu slaapt of waakt, u zult spoedig merken dat u de grens van de tijd passeert. Als we nu door deze wereld moeten wandelen en hier niet kunnen blijven, waarom zullen we dan op onze weg niet het beste gezelschap kiezen, en wandelen met God?’

Dit is de enige weg om veilig ons reisdoel te bereiken. Dit is de weg die allen zijn ingeslagen die door de wereld zijn gegaan op weg naar het land van Immanuël. ‘Kies dan met wie u wandelen wilt’.

(slot)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 mei 2022

De Saambinder | 24 Pagina's

De wandeling en de toepassing

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 mei 2022

De Saambinder | 24 Pagina's