Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ds. M.J. van Gelder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ds. M.J. van Gelder

7 december 1938 26 september 2021

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 26 september overleed mijn geliefde schoonvader, ds. Maarten Johannis van Gelder, in de leeftijd van 82 jaar.

De e laatste jaren waren vol van zorg. De ziekte van Alzheimer tastte zijn geestelijke vermo- gens steeds verder aan, waardoor hij sinds september vorig jaar niet meer thuis kon wonen en aangewezen was op intensieve zorg. Vooral voor mijn schoonmoeder was het een zeer aangrij- pend moment toen hij verhuisde naar Zorgcentrum de Wittenberg in Haaften. Afgelopen voorjaar ging hij steeds verder achteruit. Jongstleden zondag- morgen kwam het van God bepaalde levenseinde.

Tijdens enkele heldere momenten in de laatste periode mocht toch Gods genadewerk in zijn leven tot uitdrukking komen. Alsof de nevel dan voor een ogenblik uit zijn gedachten week. Gods genade is een hartenzaak, niet aan te tasten door een ziekte, en met Christus verborgen in God.

Droefheid over de zonden

Maarten Johannis van Gelder werd geboren op 7 december 1938 te Rotter- dam-Zuid. Door Gods genade mocht hij op Gods tijd worden wedergeboren tot een levende hoop. In de beginjaren van zijn huwelijk verwekte de Heere name- lijk in zijn ziel een droefheid naar God over de zonden. Diep was de ontdekking aan - zoals hij daar zelf van sprak - zijn dodelijk vijandige hart en zijn inwendige verdorvenheid. De Heere bracht hem aan het einde van de wet, en schonk hem God te mogen toevallen in Zijn heilig recht.

Meerdere keren heeft hij mij daarvan verteld. Wat lag de gang van het afsnij- dende Godswerk, het ontdekkende en dodende werk van de wet, zuiver in zijn ziel verklaard. Maar wat kon hij ook teer spreken over de openbaring van de Mid- delaar aan zijn ziel, met de woorden:

‘U dan, die gelooft, is Hij dierbaar’. Op een innemende en eenvoudige wijze kon hij spreken over de dierbaarheid van Christus, zoals hij die had mogen bewonderen toen hij voor God was overgeble- ven als een mens (en nu citeer ik hem) ‘met een hart zo goddeloos als de duivel zelf en een ziel zo zwart als de hel’. In 1967 werd hij toegelaten tot de Theo- logische School. De Heere had hem tijdens zijn werk als assistent-accoun- tant werkzaam gemaakt met de nood van de Noord-Hollandse gemeenten, en in het bijzonder die te Enkhuizen. De Heere sprak: ‘Ik zal tot het Noorden zeggen: Geef’!

Enkhuizen werd op 22 september 1971 zijn eerste gemeente. Daarna volgden Gouda, Nieuwerkerk (Zld.), Tricht-Gel- dermalsen, Ridderkerk-Slikkerveer en Middelburg-Zuid. Na zijn emeritaat vestigden mijn schoonouders zich in Geldermalsen. Daarvandaan heeft mijn schoonvader nog verschillende jaren mogen voorgaan in de dienst van het Woord.

Zijn prediking kenmerkte zich door een scherpe, ontdekkende wetsprediking en een ruimhartige en gunnende Christus- prediking. Hij had vaak lage gedachten van zichzelf, omdat hij - naar eigen zeggen - niet ‘wel ter tale’ was. Mede daarom werd hij misschien wel wat over het hoofd gezien. Toch zijn er ook velen met hart en ziel aan hem verbonden geweest. De godsdienst kon met hem niet uit de voeten. Maar zij die zich als een monster van goddeloosheid had- den leren kennen, die geen grond meer hadden om op te staan en het moesten hebben van een eenzijdig Godswerk van Boven naar beneden vonden aansluiting in zijn prediking.

Als jongen heb ik er in Slikkerveer als een ‘vroom mannetje’ in grote vijand- schap onder gezeten. Zijn afsnijdende prediking, waarin niet de minste ruimte voor een godsdienstig en goedbe- doelend mens overbleef, wekte grote tegenstand. Maar toen de Heere er door Zijn genade onder gaf te buigen, is juist deze prediking me lief geworden. Want zijn prediking bleef in de afsnijding niet steken. Wat kon mijn schoonvader juist dan, ‘waar alle hoop de mens gans ontviel, en niemand zorgde voor de ziel’, de dierbaarheid en bereidwilligheid van Christus prediken. Christus, Die te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven is. Ambtelijke strijd is hem ook niet be- spaard gebleven. In de Goudse tijd kwam zijn prediking zelfs op de synodetafel terecht, en werd hij door zijn oppo- santen verweten een ‘Steenblokkiaan’ te zijn. Maar ook daaromheen ging het niet altijd vanzelf. Dat heeft hem pijn gedaan. Maar tijdens zijn afscheidsdienst ter gelegenheid van zijn emeritaat mocht hij het in verbrokenheid en verwondering zeggen: ‘Wie mij veracht, God wou mij niet verachten’.

Opmerkelijk is dat hij ook voor meerdere dienaren des Woords in onze gemeenten tot zegen is geweest, hetzij tot hun be- kering, hetzij in de weg naar het ambt. De Heere gaf genade en ere.

We zullen hem missen! De Heere stelle zijn nagedachtenis tot zegen. Hij ster- ke in het bijzonder ook mijn geliefde schoonmoeder in het gemis. De knech- ten verdwijnen, maar de Meester blijft! ds. A.T. Huijser, Sliedrecht

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 september 2021

De Saambinder | 24 Pagina's

ds. M.J. van Gelder

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 september 2021

De Saambinder | 24 Pagina's