De sigaar
Een van de allerbeste en productiefste historici van de vorige eeuw was professor A. van Deursen. Hij was hoogleraar nieuwe geschiedenis aan de VU in Amsterdam, dé kenner van de 16e en 17e eeuw.
Professor Van Deursen keek niet alleen terug, hij had eveneens een vooruitziende blik. In 1994 hield hij de vermaarde Huizingalezing aan de Universiteit van Leiden. Tijdens die lezing sprak Van Deursen de volgende woorden uit:
“Weldra komt de tijd waarin de grens tussen goed en kwaad beschreven kan worden met één zinnetje: verboden te roken!”
Ik kan me voorstellen dat er bij de droge manier van uitspreken op de toon zoals Van Deursen dat kon, in de Pieterskerk in Leiden gegniffeld is door het hooggeleerd publiek. Zo van: leuk bedacht, maar zo ver komt het natuurlijk nooit.
Kwetsend
Welnu, uitgerekend aan de Universiteit van Leiden bleek ruim een maand geleden dat Van Deursen gelijk had. Daar is een schilderij verwijderd dat er al jaren hing. Waarom? Er staan zes rokende universiteitsbestuurders uit het verleden op. Een studente en haar decaan vonden het doek kwetsend. Op mijn bureau staat nog steeds een klein asbakje, als hommage aan senator en vriend Gerrit Holdijk.
De geurige rook kringelde vanachter stapels boeken onze werkkamer in.
Heerlijk! Nu zou hij uit het gebouw worden verwijderd.
In de Volkskrant van de 25e van de slachtmaand ging columnist Martin Sommer ook in op de ‘affaire’. Een paar treffende citaten:
Als alles goed gaat, hoop ik op woensdag 28 en donderdag 29 december geïnteresseerden kennis te laten maken met de apenrots waar de Tweede Kamer nu is gehuisvest. De rondleiding begint als vanouds met een korte rondleiding door het oude centrum. Inschrijven? Mail, app of bel: mdebruyne@tweedekamer.nl en 06 12541 741.
“Dat weggehaalde schilderij met rokende oude mannen aan de Leidse universiteit zit mij niet lekker. De weghalers zeiden achteraf dat het een daad van ironie was. Ironie is altijd een prettige boom om achter weg te duiken. Maar er komt een heuse ‘divers samengestelde’ commissie om het geval te onderzoeken, en de voorzitter van het college van bestuur heeft gezegd dat ‘inclusiviteit een van onze belangrijkste opdrachten’ is. Boer, pas dan maar op je kippen.
Dat oude mannen weg moeten, zijn we inmiddels gewend. Ik bleef steken bij het grensoverschrijdende karakter van hun sigaren. Het was dus geen echte, maar alleen overdrachtelijke rook, waardoor decaan Joanne van der Leun was gekwetst. In 1985 was het huis te klein omdat minister Brinkman van Cultuur
de P.C. Hooftprijs niet wilde uitreiken aan Hugo Brandt Corstius omdat die ‘het kwetsen tot instrument’ had gemaakt. Kwetsen mocht destijds in de kunst, nee: het móést, maar vooral mocht de staat zich nergens mee bemoeien.
Tijden veranderen en decanen storen zich al aan geschilderde rook. Kunst mag niet langer kwetsen en de overheid bemoeit zich er intensief mee. Zo is er al een paar jaar de Code Diversiteit en Inclusie van de Raad voor de Kunst. Zonder aantoonbare diversiteit en inclusie geen subsidie, is de regel. Musea weten niet beter of ze moeten een slavernijtentoonstelling inrichten, en net als de kunst is ook het vak geschiedenis een vorm van openbaar vermaan geworden en niet langer een ding van zichzelf.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2022
De Banier | 32 Pagina's
