Theodorus Avinck-18

Mijn stem

Het is de stem van de Heiland Die klopt en nodigt. De Heiland spreekt door Wet en Evangelie, door het geweten en door de werking van de Heilige Geest. Het spreken versterkt het kloppen. Als je met kloppen geen gehoor krijgt, ga je ook roepen om binnengelaten te worden. De Zaligmaker gebruikt uitlokkende en uitnodigende woorden. Denk aan Ezech. 18:32: ‘Waarom wilt gij sterven?’ Soms spreekt de Heiland niet alleen, maar Hij weent ook. Denk aan Lukas 19:41 ‘Toen Hij nabij kwam en de stad zag, weende hij over haar.’ Er is ook Zijn vrije, aanbiedende stem, bijvoorbeeld in Openb. 22:17: ‘Die dorst heeft kome, en die wil, neme het water des levens om niet.’ De ontdekkende stem van de Zaligmaker laat horen dat wij Hem nodig hebben vanwege onze verloren staat. De stem van Christus is ook raadgevend, vermanend en bestraffend. Werpt u tegen dat u te zondig bent om Christus in uw hart te ontvangen? Dan spreekt Christus bemoedigend: ‘De Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren is.’ De stem van de Zaligmaker is ook een eedzwerende stem: Ezech. 33:11: ‘Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de HEERE.’ Het is ook een biddende en smekende stem: ‘Wij bidden alsof God door ons bade, wij bidden van Christuswege: Laat u met God verzoenen.’ Zijn stem is ook een bedreigende stem. We lezen in Hebr. 10:29: ‘Hoeveel te zwaarder straf, zal hij waardig geacht worden, die de Zoon van God vertreden heeft.’

Horen

Wat is het horen? Allereerst het horen met je lichamelijke oor. Het geloof is uit het gehoor, en het gehoor door het Woord van God. Horen houdt ook in met ingespannen aandacht te luisteren en door te dringen tot datgene wat gezegd wordt. Horen betekent ook niet langer luisteren naar andere stemmen buiten die van Christus zoals wettische stemmen of de stem van het ongeloof. Het is het verlangen van de ziel van Gods kind te horen wat de Heere spreekt. Het juiste horen brengt met zich mee een gelovig aannemen en gehoorzamen van de stem van Christus. Horen betekent vaak hetzelfde als geloven. “Het horen van Jezus is dus een gelovig toestemmen en aannemen van Gods getuigenis.” De luisterende ziel zegt amen op de ontdekkende, moedgevende en vertroostende woorden van Christus.

En de deur opendoen

Het woordje ‘en’ geef aan dat het opendoen een gevolg is van het horen. Alles wat het binnenkomen van Jezus wil tegenhouden dient weggedaan te worden: lauwheid, ingezonkenheid, traagheid en inbeelding rijk te zijn terwijl je arm bent. Hieronder vallen ook: de zonde, de liefde tot de wereld en de tegenwerpingen van het ongeloof. Ook het wettisch gewroet en geredeneer. Opendoen houdt ook in: alle middelen te gebruiken die de binnenkomst van de Zaligmaker bevorderen. Ook betekent het: de schatten die Christus verworven heeft te overdenken. Opendoen houdt ook in op de kloppende stem van Christus te zeggen: “Heere, hier is mijn hart, onrein, walgelijk, vuil en melaats. O, trek U erin!” Het hart wordt ook geopend door evangelische droefheid en verootmoediging: dit baant de weg voor Christus om het hart binnen te trekken. De Heere woont bij hen die van een verbrijzelde en nederige geest zijn. De deur van het hart wordt ook geopend door geloofsuitgangen naar Christus. Christus woont door het geloof in het hart. Het hart wordt ook geopend voor Christus door de verlangens van liefde in het hart naar Hem. We lezen in Joh. 14:23 ‘Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn woord bewaren; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen tot hem komen en zullen woning bij hem maken.’ De liefde tot de Heiland opent het hart voor Hem. Het horen gaat aan het opendoen vooraf. Zodra de ziel in de weg van het horen geloven mag, wordt het hart voor Christus geopend.

Ik zal tot hem inkomen

De Heiland belooft aan hen die horen en de deur opendoen dat Hij tot hen zal inkomen. Het binnenkomen van Christus is noodzakelijk. Wie Christus mist, mist alles. Christus is in alles de Eerste. Hij komt voor het eerst in het hart door de levendmaking. Dan gaat Christus met Zijn Geest zaligmakend werken in de ziel. “In dat eerste ogenblik, als de dode zondaar levend wordt, is Jezus met Zijn Geest in het hart gekomen.” Dit gebeurt bij de eerste zaligmakende overtuiging door de Geest. “Maar als de ziel dit Goddelijke werk heeft ervaren, verenigt zij zich van haar kant metterdaad door een omhelzen in geloof en een aannemen van Christus voor zichzelf. Zij doet dit niet alleen door haar begeren en verlangen te uiten of door zichzelf op te dragen en aan te bieden van haar kant, maar ook door daadwerkelijk de geloofshand uit te steken en Christus voor zich persoonlijk toe te eigenen, en hierin bestaat het wezen van het geloof!”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen