De Europese Unie…
…een zegen voor de zwakken?
Vanzelfsprekend doet de Europese Commissie regelmatig onderzoek naar de vermeende zegeningen van de Europese Unie, de interne markt (vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen) en uiteraard ook de euro. Gelukkig bestaan er ook bronnen die met minder zelfbevestiging en meer neutrale oordeelsvorming gepaard gaan.
Zo heeft de BertelmannStiftung onderzocht1 in hoeverre de interne markt voordelen heeft opgeleverd voor de lidstaten van de Europese Unie. Eén van de conclusies luidde dat landen en regio’s in het geografische hart van Europa (ook wel bekend als de “blauwe banaan”, die zich uitstrekt van het zuiden van het Verenigd Koninkrijk via Nederland, Duitsland, Zwitserland naar Noord-Italië) veel meer profiteerden dan landen en regio’s in de periferie.
Toenemende verschillen
De welvarende gebieden in het hart van Europa hebben al sinds de Middeleeuwen innige handelsrelaties, waarvoor de interne markt dus grote aanvullende voordelen biedt. De BertelmannStiftung stelt zelfs dat de interne markt al bestaande verschillen in welvaart verder vergroot. Daardoor worden de kern van de EU en de periferie steeds verder uit elkaar gedreven en wordt hiermee op Europese schaal eigenlijk ongelijkheid (ongewild) verder vergroot.
Nu maakt ons land al eeuwen deel uit van het Europese handelshart en zal dat gelet op ligging, infrastructuur en handelsgeest niet snel veranderen. Voor wat betreft de totstandkoming van de interne markt in de Europese Unie zijn er dus voor Nederland zeker voordelen vast te stellen, waar andere landen dat maar nauwelijks ondervinden.
Echter, als er meer op micro- dan op macroniveau wordt gekeken zijn ook voor Nederland de voor- en nadelen van deelname aan de EU, de interne markt en ook de euro ongelijk verdeeld. Grote bedrijven met veel internationale handel, internationaal vertakte financiële instellingen en bijvoorbeeld ook goed opgeleide kenniswerkers met een kosmopolitische inborst zijn duidelijk in het voordeel geweest met al deze veranderingen. Werknemers met wat minder opleiding en onderhandelingsmacht ondervinden helaas steeds meer concurrentie van anderen binnen de groter geworden interne markt. Ook de voordelen van de gemeenschappelijke munt belanden vooral bij de eerdergenoemde groepen, waar de nadelen van de zich ontvouwende transferunie zich inmiddels flink manifesteren bij spaarders, pensioengerechtigden en eigenlijk bij iedereen die boodschappen et cetera doet, maar ook via steeds gebrekkiger wordende dienstverlening als gevolg van personeelstekorten op alle fronten.
Hoeder van de euro?
Inmiddels maakt Nederland al bijna een kwart eeuw deel uit van de eurozone, waarbij sinds 1 januari 1999 het monetair beleid uit handen is gegeven aan de Europese Centrale Bank (ECB). De Nederlandsche Bank (DNB) die tot die datum als hoeder van de gulden lange tijd verantwoordelijk was voor het op peil houden van de waarde van het geld, werd daarmee een bijwagen van de ECB in Frankfurt. DNB vervult sindsdien enerzijds de rol van nationale toezichthouder op financiële instellingen die actief zijn in Nederland, en heeft anderzijds met bankpresident Klaas Knot een stem in de Raad van Bestuur van de ECB samen met de gouverneurs van de 18 (binnenkort 19, met de toelating van Kroatië tot de eurozone) andere centrale banken van het eurogebied. Christine Lagarde is voorzitter van het bestuur.
Zoals betoogd tijdens de door de SGP Eurofractie georganiseerde conferentie “Hoe houdbaar is de euro?” van 13 mei jongstleden2 is de euro het schoolvoorbeeld van een mislukte muntunie waarbij politici alle waarschuwingen vooraf in de wind hebben geslagen. In tegenstelling tot wat Europese beleidsmakers het publiek in de aanloop naar de euro graag hebben laten geloven, is de constructie van de munt allesbehalve een logische stap die de interne markt verder zou faciliteren, maar toch vooral een politiek project. De euro bracht landen met grote onderlinge verschillen bij elkaar in een monetaire unie. Ze ontnam daarmee de broodnodige aanpassingsmechanismen (een eigen monetair beleid, inclusief de mogelijkheid van devaluatie van de nationale munt) om concurrerend te kunnen blijven.
Lidstaten zijn sindsdien hooguit ten dele geconvergeerd, en het risico van zich verdiepende divergentie ligt bij toekomstige crises in de eurozone op de loer. De grote kunstgrepen na de eurocrisis van 2010-2012 met onder meer grootschalige opkoopprogramma’s van staatsobligaties, die tijdens de coronacrisis nog veel verder zijn opgepookt, hebben langdurig elk marktmechanisme verstoord. Recentelijk is binnen het pandemisch opkoopprogramma van obligaties door de ECB (PEPP) veel Duits en Nederlands staatspapier verkocht (zie grafiek rechtsboven).
Daarmee zijn vervolgens vooral Spaanse en Italiaanse obligaties opgekocht. De afgelopen jaren betoonde de ECB zich al de belangrijkste opkoper van Italiaanse staatsschulden. De financiële markten keren zich als geldverstrekker daarom steeds verder af van landen zoals Italië en Griekenland, omdat de onderliggende risico’s op wanbetaling door hen groter worden geacht, dan de rentevergoeding op dit schuldpapier.
De financiële markten hebben de afgelopen maanden de spread (renteverschil tussen Italiaanse en Duitse staatsobligaties) meermaals beproefd, met als gevolg een gestaag verder oplopende rente op Italiaans staatspapier. Inmiddels heeft de ECB ter verdediging nog een aanvullend instrument opgetuigd dat deze rentestijging zou kunnen bedwingen, het zgn. Transmission Protection Instrument (TPI). Het idee daarbij is dat de ECB in staat zou zijn om te beoordelen in hoeverre relatief hogere rentevoeten op staatsobligaties van landen zoals Italië een intrinsiek financieel-economische achtergrond hebben, dan wel het gevolg zijn van speculatie op de financiële markten. Wanneer naar het oordeel van de ECB het laatste het geval is, zal staatspapier van het betrokken land worden opgekocht om dit deel van de renteverschillen de kop in te drukken. TPI heeft daarmee een sterk subjectief kader, en kan worden ingezet zonder nadere voorwaarden te stellen aan de betrokken lidstaat om economische hervormingen door te voeren, voor wie daar na bijna een kwart eeuw euro nog vertrouwen in heeft…
Rente is feitelijk niets meer dan de prijs van geld, voor leningen op korte of langere termijn, en zou in een markteconomie vooral door het krachtenspel op de financiële markten tot stand moeten komen. Helaas worden rentestanden in de eurozone nu al ruim een decennium op nogal sovjetachtige wijze gedicteerd door de ECB, met behulp van een steeds meer gevulde gereedschapskist. Dit blijft helaas niet zonder gevolgen.
Gierende inflatie
Ondanks veelvuldige waarschuwingen van diverse serieuze economen hebben centrale banken zoals de ECB gedurende het afgelopen decennium hun opgeblazen balansen niet of nauwelijks afgebouwd. Het gevolg is dat het goedkope geld dat daarmee tot stand is gekomen eerst zijn weg heeft gevonden naar aandelen- en vastgoedmarkten, maar ook steeds meer in cryptovaluta, waardoor waarderingen hiervan enorm zijn opgelopen. Deze zgn. asset price inflation (waardestijging van vermogenstitels) lekt uiteindelijk altijd door naar de rest van de economie, niet nadat de groep die toegang heeft tot deze beleggingen zich er eerst mee heeft weten te verrijken. Ook bij DNB is dit fenomeen natuurlijk bekenden er is in het verleden al uitvoerig onderzoek naar gedaan.3
Er wordt als verklaring voor de oplopende inflatie veelvuldig verwezen naar de oorlog in Oekraïne, waardoor energie- en grondstoffenprijzen verder oplopen. Ook de problemen met chips en containers spelen zeker nog een rol aan de aanbodkant van de economie. Dit laat onverlet dat de geldschepping van het afgelopen decennium het mogelijk maakte dat de Nederlandse economie na de coronaperiode flink oververhit raakte. Prijsstijgingen sijpelen momenteel door in alle hoeken en gaten van de economie (ook buiten de sectoren voedsel en energie, nl. in de zgn. kerninflatie), er worden inmiddels flinke loonstijgingen gevraagd en de eerste stakingen zijn een feit (o.a. Nederlandse Spoorwegen). Indien Nederland meer monetaire autonomie zou hebben gehad dan op dit moment mogelijk is in de eurozone, was er vermoedelijk al veel eerder naar het rentewapen gegrepen!
Het risico van langdurige, hoge inflatie
Een langdurend hoge inflatie gaat vaak gepaard met een wisselend niveau hiervan. Dit geeft onzekerheid over de inflatie op termijn, wat tot een hogere inflatierisicopremie zal leiden. Alle planning door producenten, consumenten en overheden wordt hierdoor bemoeilijkt, en (in reële zin) duurder dan nodig. Alle inspanningen om inflatie te ontwijken gaan ook nog ten koste van de productiviteit in een economie. Beslissingen over sparen en beleggingen worden in toenemende mate gedomineerd door inflatieverwachtingen. Tenslotte, snelle prijsstijgingen maskeren relatieve prijsveranderingen die normaal gesproken tot andere aankoopbeslissingen zouden hebben geleid.
De nieuwsgaring en -duiding in de Neder-landse pers werkt helaas ook niet bevorderlijk voor het begrip van deze materie bij het brede publiek, de NOS bijvoorbeeld4 stelde zich de vraag “Gaan de prijzen omlaag?” en beweerde daarop: “Toch zal het nog een hele tijd duren voordat de hogere rente doorsijpelt in lagere prijzen van veel goederen en diensten. Het is niet zo dat de boodschappen de dag na de renteverhoging goedkoper worden, dat duurt al gauw zes tot twaalf maanden.” Voor de goede orde, structurele prijsdalingen (deflatie) zijn doorgaans een zeldzaam fenomeen in moderne economieën en duren hooguit kortstondig (enige maanden), met uitzondering van een wat langere periode in het geval van Japan. Hogere prijzen zullen uiteindelijk hooguit wat minder hard gaan stijgen.
Waar de ECB (vooral President Christine Lagarde, maar ook onze eigen Klaas Knot van DNB) tot in het afgelopen voorjaar bleven volhouden dat het inflatiepiekje van voorbijgaande aard zou zijn en de inflatie snel weer in de buurt van rond de 2% zou verkeren, is de inflatie in de zomer van 2022 opgelopen naar zo’n 10%. Desondanks hebben de modellen van de ECB de hardnekkige neiging binnen afzienbare tijd (in minder dan 2 jaar) telkens weer terug te keren naar 2% inflatie (zie de grafiek links).
Pas zeer recent, vooral bij de onlangs gehouden Jackson Hole conferentie voor centrale bankiers, worden andere signalen bij de ECB waargenomen. De Amerikaanse FED sprak zich daar uit tot het uiterste te willen gaan om de inflatie te bedwingen om een herhaling van de jaren ’70 te voorkomen, waarbij de ECB uiteraard niet kon achterblijven. Er klinkt vooralsnog nu dus wat krachtiger taal (vooral van de kant van de vermeende haviken binnen de ECB, de Duitse Isabel Schnabel en de Nederlander Klaas Knot), maar het wachten is vooralsnog op echte daden.
Oud-landgenoot Willem Buiter (onder meer betrokken bij het vormgeven van het rentebeleid van de Bank of England in de jaren ’90) stelde onlangs dat de BoE de rente naar 6% moet optrekken om de inflatie de baas te worden.5 Naar aanleiding van dit statement gaf hij op de Nederlandse radio6 in lijn hiermee soortgelijke adviezen voor de ECB in de eurozone. Een recessie zal hierbij volgens Buiter onafwendbaar zijn om de economie voldoende af te koelen, en dient het risico op toenemende werkloosheid op de koop toe te worden genomen. Ook voormalig DNB-president Nout Wellink gaf onlangs via het Official Monetary and Financial Institutions Forum7 in niet mis te verstane bewoordingen kritiek op de recente gedragingen van de ECB, en wierp daarbij vragen op over de juridische rechtmatigheid van de nieuwste instrumenten van de ECB.
Overigens, het personeel van de ECB heeft zelf inmiddels al wel looneisen gesteld in lijn met de hard oplopende inflatie, zodat hun toch al bovengemiddelde koopkracht gewaarborgd blijft.8
België kent een regeling die automatisch veel lonen aanpast aan het gestegen prijspeil. Een dergelijk mechanisme klinkt wellicht sympathiek op het eerste gehoor, maar heeft als nadeel dat het prijspeil van de Belgische export al snel boven dat van concurrerende buurlanden uitkomt waardoor op termijn ontslagen dreigen en de staatsschuld verder onder druk komt.
Tenslotte
Inflatie heeft zich inmiddels diep genesteld in de Nederlandse economie. Het is een veelvuldig terugkerend onderwerp in de media en heeft zich in belangrijke mate verankerd in ieders verwachtingen van de nabije financieel-economische toekomst. Zeker bij lage tot modale inkomensklassen en uitkeringsgerechtigden ontstaan langzamerhand bijzonder nijpende situaties. Het is goed dat hen de helpende hand wordt geboden door de overheid. Belangrijk is hierbij te beseffen dat dit betaald wordt door te bezuinigen op bepaalde overheidsuitgaven, of het weg te halen bij andere inkomensgroepen. Ook kan het begrotingstekort, en in het kielzog hiervan de staatsschuld weer oplopen. De economie zelf wordt hiermee niet vooruitgeholpen, en al helemaal niet als de situatie van (te) hoge inflatie blijft voortduren. Op grond van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) heeft de ECB een duidelijk mandaat, namelijk het handhaven van prijsstabiliteit. Het wordt tijd dat de trukendoos van de ECB om vooral zuidelijke landen een reddingsboei toe te werpen snel weer dichtgaat, en deze landen hun eigen verantwoordelijkheid nemen om hun economieën op orde te brengen. Dat stelt de ECB in staat om zich de komende tijd volledig richten op hetgeen waarvoor ze destijds naar model van de Duitse Bundesbank (en een beetje De Nederlandsche Bank) is opgericht, als hoeder van de euro en het beheersen van prijsontwikkelingen. Wanneer de ECB en de lidstaten van de EU blijven verzaken bij het nemen van hun respectievelijke verantwoordelijkheden, zullen de laatste restjes draagvlak onder de gemeenschappelijke munt wegvallen.
Bronnen
1 Estimating economic benefits of the
Single Market for European countries and regions, Policy Paper, BertelmannStiftung, 2019.
2 https://www.youtube.com/watch?v=zQUxWs4MUUc
3 o.a. Asset inflation in the Netherlands: assessment, economic risks and monetary policy implications door Jeannette Capel and Aerdt Houben, 1998)https://www.bis.org/ publ/confp05n.pdf
4 https://nos.nl/artikel/2431995-eindelijk-europese-renteverhoging-verwacht-maar-helpt-het
5 https://inside-business.net/business/interest-rates-must-hit-6pcto-tame-inflation-says-foundingbank-of-england-rate-setter/
6 https://www.nporadio1.nl/ podcasts/met-het-oog-op-morgen/73763/met-het-oog-op-morgen-20-08-2022
7 https://www.omfif.org/2022/08/ ecb-must-provide-explanations-on-bond-programmes/
8 https://www.bloomberg.com/news/ articles/2022-05-09/lagardespurns-ecb-staff-plea-for-pay-rises-linked-to-inflation
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 oktober 2022
Zicht | 104 Pagina's
