Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lokaal cultuurchristendom: een kans of een bedreiging?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lokaal cultuurchristendom: een kans of een bedreiging?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Laat populisten het christendom niet gebruiken als bolwerk tegen de islam”. Deze kop vond ik boven een column in Trouw toen ik op zoek was naar een goede definitie van cultuurchristendom. Cultuurchristendom had volgens de columnist nog het meest weg van ‘ja’ zeggen en ‘nee’ schudden.

Deze kwalificatie geeft uitstekend de kramp weer die in het woord cultuurchristendom zit. Christendom is niet onder te verdelen in segmenten Christendom is geen achtervoegsel wat je naar believen achter een woord of thema kunt plakken. En ook de definitie die ik vond, geeft geen comfortabeler gevoel bij dit vreemde woord: “een stroming binnen het christendom waarin het niet zozeer draait om het bestaan van een godheid, maar om een meer instrumentele visie op het geloof waarin de positieve effec ten van het geloof op het persoonlijke en maatschappelijke leven centraal staan.” Christendom zonder geloof in Christus verdient simpelweg niet als zodanig aangeduid te worden. Toch laat de definitie wel precies zien waar het om gaat. Het is religieus ‘cherrypicken’. De Britse krant The Guardian vatte de werkwijze van Alain de Botton, een nazaat van Voltaire en pleitbezorger voor hernieuwde religiositeit, als volgt samen: “Ik geloof zelf niet, maar in politiek opzicht is het verstandig als u het wel doet.” Een verbijsterend schaamteloze onderneming noemde de Britse krant het.

Is daarmee alles gezegd, is de discussie over cultuurchristendom daarmee gesloten? Nee, daarvoor is het naar mijn mening teveel een maatschappelijk feit. Als christelijke partij dienen wij ons dus op het fenomeen te bezinnen en een opvatting te hebben hoe er mee om te gaan. In dit artikel wil ik vanuit mijn lokale invalshoek als wethouder kijken naar de vraag of cultuurchristendom aan kracht wint en of er sprake is van een natuurlijke verbinding met het meer bevindelijke christendom, of toch juist een scheiding. En hoe kun je als SGP-politicus hiermee omgaan?

De wetten en inzettingen die de Heere ons heeft gegeven zijn tot Zijn eer en welzijn van de mens. De Tien Geboden zijn daar het duidelijkste voorbeeld van. En in zekere zin is het dan ook logisch dat er in een natie die het christendom loslaat iets ontstaat als cultuurchristendom. Ook in een postchristelijke samenleving willen mensen immers dat je van elkaars spullen afblijft, niet liegt en doodslaat. Ook de christelijke waarde van je naaste liefhebben als jezelf is vertaald als het omzien naar elkaar heel bruikbaar in een goed functionerende samenleving. Cultuurchristenen kunnen zeker in een aantal opzichten onze (politieke) bondgenoten zijn op terreinen als duurzaamheid, het zorgdomein of het vraagstuk van massale immigratie uit islamitische culturen. Het is goed om twee types cultuurchristendom te onderscheiden, het onbewuste en het bewuste cultuurchristendom.

Onbewust cultuurchristendom

Het onbewuste cultuurchristendom is eigenlijk niet meer dan een vorm van politiek opportunisme. Een seculiere fractie heeft een plan en probeert steun te vinden bij een christelijke fractie en doet dat door aansluiting te vinden bij christelijke waarden. Soms gebeurt dat door het kiezen van gezamenlijke woorden. Je kunt solidariteit ook naastenliefde noemen en duurzaamheid en rentmeesterschap liggen in elkaars verlengde. Een andere manier is om op specifieke thema’s aansluiting te zoeken bij wat normaal politieke opponenten zijn. Ooit diende Bas van der Vlies met Sharon Gesthuizen van de SP vanuit verschillende motieven samen een initiatiefvoorstel in ter verduidelijking van de toerismebepaling en de regels voor avondwinkels in de winkeltijdenwet. En onlangs pleitte in mijn eigen gemeente de D66-fractie ter gelegenheid van de algemene beschouwingen binnen een kwartier voor zowel een autoloze zondag als voor een analyse welke rol (v)echtscheidingen hebben bij de toename van de vraag naar jeugdhulp. Desgevraagd zullen deze politici zich zeker niet zien als cultuurchristenen, maar ze sluiten wel incidenteel of regelmatig aan bij sterk christelijke waarden voor hun eigen politieke doelen.

Bewust cultuurchristendom

Bewust cultuurchristendom vinden we bij partijen als PVV en FVD. Openlijk komen zij op voor de joods-christelijke waarden waar de Nederlandse samenleving op gebaseerd zijn. Hoewel in stijl en klankkleur verschillend brengen zij een soort nostalgiepolitiek die door brede delen van het electoraat gretig wordt geabsorbeerd. Heel concreet richten zij zich op vaak eeuwenoude tradities zoals bijvoorbeeld christelijke feestdagen. Ook hun weerstand tegen de aanpak van het klimaatprobleem sluit aan bij de christelijke scepsis over de rol van de mens daarin en de maakbaarheidsgedachte die daarvan uitgaat. Maar hun belangrijkste thema is toch wel de strijd tegen de islamisering van Nederland. Daarbij proberen zij Nederland te verenigen tot één front door te suggereren dat de islamisering een gevaar is voor onze nationale godsdienst het christendom waar we op geworteld zijn. Op lokaal niveau is onbewust cultuurchristendom van alle tijden. Eigenlijk is er meer sprake van een bepaalde debattechniek of politieke tool dan dat er sprake is van een samenhangende cultuurchristelijke agenda. Door de jaren is er ook wel sprake van veranderingen. Een halve eeuw geleden waren veel lokale politici van alle pluimages lid van een kerk, of waren dat geweest. Er was nog sprake van een redelijke Bijbelkennis en men kende de achtergronden van christelijke partijen. Men begreep elkaars norm. In de huidige tijd is het seculier liberalisme voor velen de norm en er zijn generaties opgegroeid die de inhoud en achtergrond van onze christelijke wortels niet meer kennen of kunnen waarderen. De eerder genoemde D66-fractie stemde bijvoorbeeld op dezelfde avond tegen een SGP- CU amendement om de begraaftarieven niet te verhogen omdat het begraven zou bevoordelen ten op zichte van cremeren. Daarmee had het amendement een te christelijk tintje. Onbewust cultuurchristendom is in mijn beleving de laatste jaren op lokaal niveau minder geworden en leger en opportunistischer van inhoud geworden. Het is opvallend om te zien dat het bewust cultuurchristendom tegelijkertijd sterk opkomt. Lokaal hebben partijen als PVV en FVD echter nog nauwelijks voet aan de grond.

Symphatie

Toch merk ik in de praktijk ook onder aanhangers van christelijke partijen sympathie voor hun conservatieve agenda en populistische stijl. Zoals gezegd zijn deze partijen nauwelijks vertegenwoordigd in gemeenteraden. Toch is er in veel gemeenteraden sprake van een groei van het cultuurchristendom. En die komt gek genoeg bij christelijke partijen vandaan. In delen van het CDA is de C dusdanig weg geërodeerd dat er een hol cultuurchristendom overblijft. Ongemakkelijke christelijke thema’s als prolife of de LHBTI- discussie worden vermeden en vervangen door een modern soort ‘deugchristendom’ met een bijna socialistische focus op zorg voor zwakkeren, dierenwelzijn of het klimaatprobleem. Ik wil benadrukken dat het woord deugchristendom met respect is opgeschreven, want de thema’s die ik als voorbeeld noemde zijn de moeite waard om als christenen helder en onverkort voor op te komen. Toch zijn het wel de wat meer comfortabele christelijke thema’s waar vanuit verschillende motieven ook breder seculier draagvlak voor is. Op de maatschappelijk gezien gevoeligere thema’s is de worsteling zichtbaar om qua standpunten niet te ver af te wijken van de brede seculier georiënteerde norm. Ook binnen de ChristenUnie is op onderdelen en in mindere mate dezelfde trend zichtbaar. Praktische politiek verdringt dan meer en meer het getuigende Bijbelse geluid. In diverse gemeenteraden is die spanning tussen praktische politiek en getuigenis zichtbaar bij christelijke partijen en hun vertegenwoordigers.

De vraag is nu hoe we hier als SGP en (lokale) SGP-vertegenwoordigers tegenaan moeten kijken en hoe we er mee zouden kunnen omgaan. Laten we voorop stellen dat cultuurchristendom en de toepassing daarvan in de politiek ook de achterban van de SGP niet helemaal voorbij gaat. Denk bijvoorbeeld aan de sympathisanten van de Edmund Burke Stichting, een denktank die zich ten doel stelt om de fundamentele ideeën uit de joods-christelijke en klassiek-humanistische tradities te herstellen en pleit voor herstel van waarden en fatsoen, het belang van families, gezin, verenigingen en kerken en voor een slanke overheid. Ook het ongemak en de (genuanceerd) verschillende inzichten die discussies rondom LHTBI en zondagsrust oproepen in onze achterban laten zien dat het de 101-jarige niet voorbij gaat. Laat ik daarom afsluiten met twee gevaren die in mijn beleving kleven aan een te nauwe band met het cultuurchristendom.

Tijdloos

Het christendom is een universeel tijdloos geloof en kan dus niet exclusief geclaimd worden als een nationaal cultuursymbool of nationale wortel. Daarmee zou het veel te gevoelig worden voor nationale omstandigheden, mode en veranderingen in opvattingen.

Het tweede bezwaar is dat in het cultuurchristendom de mens de norm is. Ze is daardoor gevoelig voor wijzigende seculiere opvattingen.

Sterker nog, om effectief te zijn zal het cultuurchristendom zich altijd in een bepaalde bandbreedte ten op zichte van de brede seculiere norm moeten bevinden. Dat betekent dus voortdurend opschuiven.

In een tijd waarin christenen een minderheid zijn geworden, kunnen we en moeten we misschien wel als (lokale) politici samenwerken met het (on)bewuste cultuurchristendom. Dat is praktisch politiek handwerk, gericht op het resultaat. Tegelijkertijd moeten we ons niet door het cultuurchristendom laten overnemen of ons er door laten meeslepen om maar resultaten te behalen. Daarmee geven we onze belangrijkste drijfveer uit handen: Gods Woord als enige en onveranderlijke norm ook voor ons politieke handelen. Praktische politiek: ja, maar altijd ingebed en voortkomend vanuit onze getuigenis dat de dienst van God en het houden van Zijn geboden heilzaam is voor alle mensen en het totaal van onze samenleving.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 2019

Zicht | 104 Pagina's

Lokaal cultuurchristendom: een kans of een bedreiging?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 2019

Zicht | 104 Pagina's