Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hermann-Josef Stipp, Jeremia 25-52 [Handbuch zum Alten Testament I/12,2] (Tübingen: Mohr Siebeck, 2019) ix + 832 p., € 69,00 (ISBN 9783161566325).

Hermann-Josef Stipp, emeritus hoogleraar Oude Testament te München, is één van de belangrijkste Jeremiaspecialisten van onze tijd. Hij heeft zich de afgelopen decennia intensief met dit bijbelboek beziggehouden, resulterend in enkele hoogwaardige monografieën en een veelheid aan artikelen. De focus van Stipps onderzoek ligt sterk op de tekstuele problematiek (de verhouding tussen de MT en de sterk daarvan afwijkende LXX) en op de redactiegeschiedenis van het boek.

Een commentaar dat op zo’n stevig fundament van eerder onderzoek staat, is altijd de moeite waard. De lezer maakt immers kennis met de gerijpte vruchten van jarenlang denkwerk. Dat geldt inderdaad ook voor dit commentaar op Jeremia 25-52, waarin Stipp zijn eerdere studies verwerkt en erop voortbouwt.

In een korte inleiding – een uitgebreide bespreking van de inleidingsvragen zal te vinden zijn in het later te verschijnen commentaar op Jeremia 1-24 – zet Stipp zijn visie uiteen op twee fundamentele kwesties: de verhouding tussen de MT en de LXX en de ontstaansgeschiedenis van Jeremia 25-52.

Wat betreft het eerste is Stipp altijd een sterk pleitbezorger geweest van het (mijns inziens juiste) idee dat, vergeleken met de MT, de LXX een (doorgaans) oudere Hebreeuwse versie van het boek Jeremia weerspiegelt. Dit is een leidend idee in al zijn werk, inclusief dit commentaar.

De ontstaansgeschiedenis van Jeremia 25-52 (en het boek als geheel) ziet Stipp als een complex proces. Hij meent dat deuteronomistische redacteurs een eerste versie van Jeremia 1-24 creëerden (in Juda, in de vroegexilische periode), waaraan al snel de nu in Jeremia 46-49 te vinden volkenprofetieën werden toegevoegd. Dit werk werd vervolgens uitgebreid met een eerste versie van hoofdstuk 26-45, eveneens door deuteronomistische redacteurs (maar nu in Babel, nog ruim vóór het einde van de ballingschap). In de na-exilische periode volgden diverse nieuwe bewerkingsronden. Het zogenaamde MT-Sondergut (het extra materiaal in de MT t.o.v. de LXX) vertegenwoordigt de laatste fase van dit complexe proces, dat tot circa 300 voor Christus voortduurde. Dit alles betekent overigens niet dat voor Stipp de historische profeet geheel in de mist van de diverse redacties verdwenen is. Volgens hem is zowel in profetieën (bijv. in Jer. 30-31 en 46-49) als in verhalen (bijv. in Jer. 28) authentiek materiaal aanwijsbaar.

Deze visie op de redactiegeschiedenis van het boek klinkt uiteraard mee in de becommentariëring van de bijbeltekst. Voorafgaand aan de eigenlijk Erklärung zijn er steeds uitge breide secties over Textgenese und Gliederung, waarin de redactionele processen besproken worden die aan de tekst zijn huidige vorm(en) gegeven hebben. Ook voor wie Stipps conclusies hierover niet deelt, is er in deze secties veel waardevol materiaal te vinden, omdat ze een glashelder beeld geven van de complexiteit van de teksten.

Het eigenlijke commentaar op de bijbeltekst is grondig en gedetailleerd. Grammatica, woordbetekenissen, literaire strategieën, historische achtergronden – het komt allemaal uitgebreid aan de orde. Voortdurend worden ook de verschillen tussen de MT en de LXX benoemd en besproken, hoewel Stipp op dit punt ook vaak verwijst naar zijn Textkritischer Kommentar zum Jeremiabuch, dat in de toekomst zal verschijnen. Daarin zullen alle tekstuele verschillen uitgebreider besproken worden, zodat het zal kunnen dienen als een soort bijlage bij het huidige ‘gewone’ commentaar.

Al met al is dit een belangwekkend en waardevol commentaar. Niet alleen omdat het een synopsis biedt van het werk van een prominente Jeremiaspecialist, maar ook omdat deze zijn inzichten helder presenteert en zo het nadenken over de bijbeltekst stimuleert en verder helpt. Wel gaat, zoals ook uit het bovenstaande blijkt, Stipps aandacht vooral uit naar de ‘technische’ aspecten van de tekst. Naar een bijbels-theologische verwerking zoekt de lezer tevergeefs, hoewel aanknopingspunten daarvoor te vinden zijn in opmerkingen over de bedoeling die de auteurs en/of redacteurs met de tekst hadden (hun boodschap in hun concrete historische situatie).

De insteek van dit commentaar is dus niet theologisch, laat staan homiletisch, maar historisch-kritisch. Op dat (belangrijke) vlak heeft het echter veel te bieden (te noemen zijn bijvoorbeeld ook nog de uitgebreide, up-to-date bibliografieën). Het zou heel mooi zijn als Stipp binnen afzienbare tijd ook zijn commentaar op Jeremia 1-24 weet te voltooien, alsmede het beloofde tekstkritische commentaar.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2019

Theologia Reformata | 130 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2019

Theologia Reformata | 130 Pagina's