Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wees niet bevreesd.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wees niet bevreesd.

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

Een episode uit de geschiedenis der Zwitserse martelaren.Zij waren gegrepen, de grijze Rütiman, de onderdistrictspresident Wirth en zijn twee zonen, vrienden van Zwingli. Zij hadden het Evangelie verkondigd ; dat was voldoende misdrijf voor de kantons, die rooms gebleven waren. Toen zij naar de gevangenis werden gebracht, was het gedrang zó groot, dat zij nauwelijks konden gaan. De vader, die voorop liep, zeide tot zijn zonen : „Zien jullie, geliefde kinderen, wij zijn ais aan de dood overgegeven; want wij zijn een schouwspel geworden voor de wereld en de engelen en de mensen". De foltering begon. Eerst kwam de oude aan de beurt. Hij zou een beeld van de heilige Anna kapotgeslagen en aan een zieke het Avondmaal „zonder kaarsen en bellen" gegeven hebben. Hij werd van 's morgens tot 's middags gefolterd, méér dan hevig waren zijn smarten. Nog wreder werd zijn zoon gepijnigd. „Zeg ons, waar heb jij je ketters geloof vandaan", zo werd hem gevraagd, „van Zwingli of van een ander ?" „Barmhartige, eeuwige Ood", riep hij luide in zijn kwelling, „help mij, vertroost mij". Tot hun dood werd besloten. Alleen de jongste,Tot hun dood werd besloten. Alleen de jongste, Adriaan, werd aan zijn smekende moeder geschonken. Zij werden uit de toren gehaald. „Geliefde zoon", zeide de vader tot Adriaan, „wreek nooit onze dood, hoewel wij die niet verdiend hebben". Adriaan vergoot bittere tranen. „Waar Gods Woord is", zeide Johan, „is altijd het kruis erbij".Zij werden naar het schavot geleid. Johan, om zijn vader teer bezorgd, zei hem vaarwel. „Liefste vader, voortaan bent u niet meer mijn vader en ik uw zoon, maar wij zijn broeders in Christus. Heden, zo God wil, dierbaarste broeder, zullen wij bij Hem komen, die ons aller Vader is. Wees niet bevreesd!" — „Amen", antwoordde de grijsaard, „en de almachtige God zegene je, geliefde zoon, mijn broeder in Christus". Zo namen vader en zoon op de drempel der eeuwigheid afscheid van elkander, blijmoedig uitziende naar de nieuwe tijd, waarin zij eeuwig bij elkander zouden blijven. De meesten van de aanwezigen weenden hartelijk; Rütiman bad in stilte. Alle drie knielden daarop neer „In de Naam van Christus" en werden onthoofd. Toen het volk aan 64 hun dode lichamen de sporen van de folteringen zag, betuigde het luide zijn verontwaardiging. De beide districtspresidenten lieten twee-en-twintig kinderen en vijf-en-veertig kleinkinderen nar Anna moest aan de beul, die haar man en haar zoon had onthoofd, nog twaalf gouden kronen betalen. Zo stierven de vrienden van Zwingli, oprechte Zwitsers, voor het Evangelie. Zij wisten, waarvoor zij konden sterven, omdat zij wisten, voor Wie zij hadden geleefd. En wie sterft, in het geloof in Christus, voordat hij sterft, die sterft niet, wanneer hij sterft.

Dit artikel werd u aangeboden door: Stichting Vrienden van dr. H.F. Kohlbrugge

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 april 1958

Kerkblaadje | 8 Pagina's

Wees niet bevreesd.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 april 1958

Kerkblaadje | 8 Pagina's