Eilandlicht
Bewegingloos stond Isabelle op het strand, terwijl de koude wind met haar rok speelde en door haar verwarde haren woei. De opluchting die ze ervoer toen ze naar Henry keek, was zo intens dat ze zich niet kon verroeren.
Toen Henry zich eindelijk naar haar omdraaide, kwam hij niet naar haar toe. In plaats daarvan keek hij haar bedroefd aan, alsof het voor hem bijna niet te verdragen was om haar te zien.
De pijn in haar borst nam toe. Zonder Henry in haar leven, zou ze opgesloten zitten in een donkere gevangenis die erger was dan blindheid.
Ze hield meer van hem dan ze ooit voor mogelijk gehouden had van een man te kunnen houden. Maar… als ze echt zo veel van hem hield, zou ze hem dan niet moeten ontslaan van elke verplichting die hij mogelijk tegenover haar zou voelen? Het was niet eerlijk om hem te vragen haar last te dragen. Misschien leek het nu niet zo'n onoverkomelijke handicap, maar zou hij het haar later kwalijk nemen als ze niets meer kon zien en hulp nodig had?
Aan de andere kant, als de rollen omgedraaid waren en Henry zou degene zijn die blind werd, zou haar dat niet beletten van hem te houden. Ze zou bij hem willen zijn omdat ze van hem hield om wie hij was, niet om wat hij wel of niet kon.
Het blauw in Henry's ogen was zo donker geworden als de kleur van een stormachtige avondlucht. Hij deed een stap naar voren en bleef toen weer staan, met zijn vuisten gebald en zijn kaken op elkaar geklemd.
Wat had hij nodig? Misschien was het tijd om niet langer aan zichzelf te denken, maar naar hem te luisteren. Ze zou hem de eindbeslissing laten nemen.
Ze haalde diep adem en stak een hand naar hem uit. Het was een uitnodiging. Hij kon hem aannemen of niet. Ze zou met zijn keus verder leven, maar ze kon niet verdergaan zonder hem op zijn minst de kans te geven om te kiezen.
Hij keek naar haar hand en zijn gezicht lichtte op van hoop. Hij aarzelde geen moment, maar strompelde zo snel zijn verwonding het toeliet naar haar toe.
Met een vastberaden gebaar sloeg hij zijn arm om haar middel. Hij trok haar tegen zich aan, boog zijn hoofd en ving haar mond. Zijn kus was stevig en onverzettelijk, en vertelde haar zonder woorden dat hij voor haar koos, dat hij haar wilde en dat hij niet zonder haar kon leven.
Haar knieën begaven het en ze zakte tegen hem aan.
Hij sloeg beide armen om haar heen, brak zijn kus af en drukte zijn lippen tegen haar oor. ‘Ik hou van je, Isabelle. En ik weiger je te verlaten.' Ze wilde iets fluisteren, maar hij drukte zijn mond alleen nog maar steviger tegen haar oor. ‘Je kunt tegenspreken wat je wilt,' ging hij verder, ‘maar ik ga nooit meer bij je weg, wat de toekomst ook brengt.’
In haar binnenste ontstak een licht, zo helder als ze nooit had gezien. Het vulde haar met warmte en een zoete geur van vrijheid. Ze kon niet praten omdat haar keel was dichtgesnoerd, maar sloeg haar armen om hem heen, drukte haar neus tegen zijn borst en ademde zijn geur diep in.
‘Hou het afscheid kort,’ klonk haar vaders stem achter hen, ‘en haal dan je handen van mijn dochter af.’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juni 2024
Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's
