Eilandlicht
1
Presque Isle, Michigan
Oktober 1854
‘Iedereen is dood.'
Isabelle Thornton huiverde bij haar vaders woorden. Vlak bij haar voeten dreef een zeeman met zijn gezicht naar beneden in het koude water van het Huronmeer. De altijd rollende golven hadden de man naar de rotsachtige kust gespoeld.
Voorzichtig draaide haar vader het lichaam om, waardoor de doorschijnende huid van het gezicht en de blauwe lippen van de man te zien waren. Zijn nietsziende ogen waren opgeslagen naar de donkergrijze wolken, het staartje van de storm die voorbijgeraasd was.
Isabelle slikte om de opkomende misselijkheid te onderdrukken.
Overal om hen heen lagen stukken wrakhout op het strand, afkomstig van het stoomschip dat door de storm was vergaan. Haar vader had haar geboden binnen te blijven, maar ze had willen helpen, hopend en biddend dat er overlevenden waren voor wie ze kon zorgen. ‘Ga naar binnen, Isabelle,' berispte haar vader haar op zachte toon. ‘Je kunt hier niets doen.'
De naden van zijn oude zeemansjas spanden toen hij de opgezwollen matroos uit het schuimende water sleepte en op het roestkleurige zeegras legde. Met hangende schouders keek hij naar de man en zijn ogen die net onder de rand van zijn pet te zien waren, drukten triestheid en frustratie uit. ‘Ik wil niet dat je dit ziet,' zei hij met zijn Britse accent, dat altijd hoorbaarder was als hij verdrietig was. ‘Bovendien vat je kou.’
Ze drukte haar in wanten gestoken handen tegen haar dikke wollen jas. Het was nog te vroeg in het jaar voor de winterstorm die vannacht had gewoed, maar ze woonde lang genoeg bij de Grote Meren om te weten dat ze een eigenzinnig karakter hadden, onberekenbaar en niet te temmen. ‘U had niets kunnen doen om dit schip te redden, pap,’ zei ze, terwijl ze de rillingen in haar tengere lichaam probeerde te onderdrukken.
Hij richtte zich in zijn volle, imponerende lengte op en keek naar de nu onverlichte lantaarnkamer van de vuurtoren achter hen. De witgekalkte, kegelvormige toren was niet groot, maar vanaf zijn hoge plek op de hoek van de landengte stak hij ver genoeg de hoogte in om goed zichtbaar te zijn voor de schepen op het meer.
De wind was die nacht zo krachtig geweest dat hij de vuurtoren omver had kunnen blazen en in het woelige water laten storten, maar ondanks dat had haar vader zich de hele nacht onvermoeibaar ingezet om de lantaarn brandend te houden. En toch was het stoomschip vergaan. Het heldere licht was niet genoeg geweest om het schip te redden van het geselen van de storm. Haar vader slaakte een zucht en boog zich over een ander levenloos lichaam dat was aangespoeld.
Isabelle fronste haar wenkbrauwen bij het zien van de bulderende golven en wilde dat ze ze kon bestraffen vanwege hun harteloosheid tegenover haar vader en de schepen die hij zo toegewijd probeerde te beschermen. De bijtende wind trok aan haar kleren en haar wollen muts en rukte aan het lint dat ze gehaast om haar bruine krullen had gebonden.
Ineens verrees er uit de golven een plat stuk hout, waaraan twee mannen zich hadden vastgeklampt. Even later dook het weer naar beneden. Een nieuwe golf probeerde de mannen weg te spoelen van het hout dat als vlot moest dienen.
‘Pap!’ Ze wees naar het vlot. ‘Kijk!’ Hoewel de mannen haar niet konden horen door het gebulder, hief een hen zijn hoofd en keek naar het strand.
Bij het zien van de overlevenden, liet haar vader het lichaam dat hij al bezig was naar een plek achter de rotsen te verslepen los. Zijn smalle gezicht met donkere bakkebaarden lichtte hoopvol op.
Hij liep de golven in, die tot boven zijn kniehoge laarzen reikten. Al snel stond hij tot aan zijn middel in het kolkende water. Als iemand de strijd met de golven kon winnen, zou het haar potige vader zijn. Toch hield ze haar adem in toen ze hem dieper het water in zag gaan.
Steeds wanneer hij het vlot, dat dichterbij kwam, probeerde vast te grijpen, verdween het weer buiten zijn bereik. Een schuimkop sloeg over hem heen, maar hij negeerde het en bewoog zich steeds verder in de richting van de drenkelingen. Haar vader was te sterk, te vastbesloten en te moedig om zich door het water te laten overmeesteren. Ze was dan ook niet verbaasd toen hij enkele ogenblikken later het vlot te pakken had en het naar de kant begon te slepen. Het zag eruit alsof het de eenvoudigste klus ter wereld was om een volgezogen houtvlot met twee mannen uit het meer te trekken, maar haar vader hijgde toch echt behoorlijk toen hij eindelijk strompelend uit het water kwam en de verzameling planken met de twee mannen over de rotsblokken heen op het droge trok. Het vlot was zo groot als een tweepersoonsbed; waarschijnlijk was het een gedeelte van het dek van het gezonken schip.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 2023
Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 2023
Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's