Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het meisje dat verdween Els Florijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het meisje dat verdween Els Florijn

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

2013, Uitgeverij Mozaiek 232 blz., € 10,00, ISBN 9789023 994329

In de Tweede Wereldoorlog vonden miljoenen Joden de dood. Opgejaagd, vervolgd en gemarteld wachtte voor velen de gaskamer. Dit schokkende gegeven is bij iedereen bekend. Maar is het ook mogelijk om je hierbij enigszins een voorstelling te maken? Zoveel slachtoffers, wat moet je je daarbij voorstellen? Wie waren dat? Waar woonden zij, hoe leefden ze, wat dachten ze? Door middel van boeken, films, foto’s, documenten, herdenkingsruimten en tentoonstellingen wordt al bijna 60 jaar geprobeerd stukje bij beetje een beeld te geven van de gruwelijkheden die de Joden ondervonden in de laatste wereldoorlog.

Els Florijn (1982) voegt een stukje aan dit beeld toe. Ze geeft in ‘Het meisje dat verdween’ een gezicht aan een van de slachtoffers- de driejarige Ditte Stein.

Ditte, geboren op de dag Nederland capituleert, woont met haar ouders en zusje Lotte in een dorpje in de Betuwe. De dertienjarige Lotte is dol op de kleine Ditte. In 1943 ontvangt de familie Stein een oproep om zich te melden voor transport naar kamp Vught. Vader en moeder Stein duiken onder, samen met Lotte. Ditte blijft achter bij de huishoudster van de familie. Ditte’s ouders veronderstellen dat de Duitsers de kleine Ditte wel met rust zullen laten. Bovendien accepteert de boer die hen onderdak biedt geen kleine kinderen als onderduiker. Hij wil geen extra risico lopen door de aanwezigheid van een kind.

Na het vertrek van de familie Stein wordt Ditte meegenomen door de huishoudster en opgenomen in het gezin waartoe de jonge vrouw behoort. Het verblijf bij de huishoudster heeft voor Ditte catastrofale gevolgen.

De burgemeester hoort van Ditte’s aanwezigheid in het gezin en neemt contact op met de S.D., de Sicherheitsdienst. Per omgaande wordt Ditte opgehaald en gedeporteerd. Via de Schouwburg in Den Haag en kamp Westerbork komt ze terecht in Auschwitz. Daar wacht haar meteen na aankomst de gaskamer.

Het gezin Stein, onwetend over het lot van Ditte, wordt door de boer zonder pardon op straat gezet als hun geld op blijkt te zijn. Berooid zwerven ze over straat, koortsachtig op zoek naar een nieuw onderduikadres. Een levensgevaarlijke onderneming. Na een aantal tevergeefse pogingen vinden ze onderdak bij een pastoor in de Betuwe.

Sporen van Ditte

Lotte mist haar zusje vreselijk. Ook haar ouders worden verteerd door onrust. “Hoe is het met Ditte?”, gonst het dag en nacht in hun gedachten. De pastoor brengt hen uiteindelijk het vreselijke nieuws over de deportatie van Ditte. Deze boodschap is verpletterend voor de drie achterblijvers. Het veroorzaakt een breuk tussen Lotte en haar ouders die niet meer geheeld is. Na de oorlog verlaat Lotte haar ouders om in Amsterdam te gaan werken als huishoudster. Nooit heeft ze kunnen begrijpen waarom haar ouders Ditte achterlieten.

In haar latere leven zoekt Lotte de plaatsen op uit haar jeugd. Herinneringen zijn vervaagd maar worden weer springlevend als ze de boerderij bezoekt waar ze onderdook, de oude huishoudster terugziet en langs het huis loopt waar ze ooit zo gelukkig was met haar ouders en Ditte. Nergens vindt Lotte nog een spoor van bewijs van het bestaan van Ditte. Zelfs geen foto. Haar sporen lijken volledig uitgewist.

Tot op de dag dat Lotte een brief krijgt van het personeel uit het verzorgingshuis waar haar moeder woont. De brief bericht Lotte de dood van haar moeder. De brief heeft naast een schokkende ook een ontroerende inhoud; na 50 jaar is er een portret van Ditte boven water gekomen. De kleine Ditte Stein kijkt stralend in de lens, een grote strik in haar donkere haren en haar hoofd dicht tegen dat van Lotte aan. Een vrolijk meisje, zich onbewust van het feit dat haar korte leven al bijna afgelopen is.

Els Florijn schreef met ‘Het meisje dat verdween’ een fictief verhaal. ‘Het meisje dat verdween’ is gebaseerd op de waargebeurde geschiedenis van de familie Frank uit Lienden. Foto’s en documenten ter illustratie werden in het boek opgenomen. Florijn vertelt vanuit wisselend perspectief. In de cursief gedrukte delen vertelt Ditte haar verhaal. Dit zijn aangrijpende gedeelten. Ditte verhaalt van het moment dat haar ouders en Lotte vertrekken tot ze in Auschwitz arriveert en de gaskamers ingaat. Een moeder met een klein kind heeft zich daar over Ditte ontfermd. “Ze moeten weer zo dicht op elkaar staan, hoe moet ze nu slapen? En al die vrouwen schreeuwen en gillen, daar moet ze van huilen: ‘mama, mama!’ maar niemand hoort haar. Iedereen gilt, zo hard dat haar oren er zeer van doen en daarom duwt ze haar hoofd nog harder tegen de vrouw aan en die legt haar hand op haar hoofd en streelt haar haren. Ze wordt er rustig van en slaperig. De deur wordt dichtgegooid, ze kijkt even op en legt dan haar gezicht zachtjes in de holte van de schouder van de vrouw. Haar handje wringt ze tussen hen in, tot ze Ollie tegen heel haar handpalm voelt. Fijn ,Ollie is er. Nu kan ze gaan slapen. ‘ (186)

Hier eindigt het verhaal van Ditte, in de gaskamer- ineengeklemd tussen duizenden vrouwen met haar knuffel Ollie in haar armen geklemd.

Het verhaal van Ditte roept veel vragen op. Het gaat hier onder meer over het nemen van ingrijpende beslissingen waarvan niemand de uitkomst kent. Onvermijdelijk dringt de vraag zich op: ‘hoe zou ik gehandeld hebben in een soortgelijke situatie?’ Het is schrijnend om te lezen hoe de oorlog diepe sporen trok, ook als de eigenlijke strijd al lang beslecht is. De herinnering aan Ditte en de -achteraf gezien- foute beslissing om haar achter te laten tekende alle verdere gebeurtenissen in het leven van de achterblijvers.

Toch zijn er ook sporen van hoop te vinden. Hoop door vertrouwen op de Eeuwige, zoals Ditte het elke dag belijdt in haar avondgebed; ‘Adon Olam, Heer der wereld, in Uw handen beveel ik mijn geest, wanneer ik ga slapen en wakker word.’ En ook Lotte maakt een gebaar van hoop. Ze bezoekt alsnog het graf van haar ouders en legt, naar Joods gebruik, drie steentjes op de grafsteen. Een steentje voor haar vader, moeder en Ditte.

In het nawoord belicht Florijn de geschiedenis van de familie Frank uit Lienden. De auteur verrichte uitgebreid historisch onderzoek verantwoord in een uitgebreide bronvermelding.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 april 2013

Eilanden-Nieuws | 18 Pagina's

Het meisje dat verdween Els Florijn

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 april 2013

Eilanden-Nieuws | 18 Pagina's