Scheepsrampen in oorlogstijd (4)

Stad Schiedam

Het stoomschip "Stad Schiedam",dat ook toebehoorde aan de Halcyon Lijn, vertrok op 13 september 1940 van Bermuda naar Halifax om zich aldaar aan te sluiten bij een konvooi. Dit schip had één groot nadeel, het kon een maximum snelheid behalen van slechts 8 mijl per uur en het konvooi voer veel sneller, dus werd besloten om de "Stad Schiedam" niet op te nemen in het konvooi. De reis naar Halifax werd alleen, ook zonder escorte, ondernomen. Op 16 september was men genoodzaakt om de machine te stoppen in verband met het zeer slechte weer Op de zelfde dag een zware explosie aan boord waar genomen, gevolgd door nog een aantal hchtere klappen. Binnen 5 minuten zonk het schip in de diepte, met zich meenemende een groot aantal opvarenden. Een gedeelte van de bemanning redde zich op vlotten en drijfhout. Na vijf dagen rond gedobberd te hebben, werden zij opgepikt door het stoomschip "White Crest" 20 opvarenden lieten hierbij hun leven.

De "Stad Schiedam" werd gebouwd in 1911 als "Wimborne".

Lang: 126,65 m, breed: 16,90 m, diepgang 5,90 m, BRT: 5918.

Uitgerust met een 3 cilinder Triple Expansie stoommachine 2200 IPK.

Op 16 september 1940 ontstond er een ontploffing aan boord, waarschijnlijk door zwavelgas, maar niet bewezen; 20 opvarenden verloren hierbij hun leven.

Lauwerzee

De stoomsleepboot "Lauwerzee" van L.Smit & Co's Internadonale Sleepdienst te Rotterdam, vertrok op 3 oktober 1940 van Falmouth, slepende het Engelse kabelschip "Lady of the Isle". Na ongeveer een uur buitengaats te zijn geweest, hoorde men aan boord van de "Lauwerzee" een zware ontploffing en zag men de "Lady of the Isle" in stukken vliegen en enige minuten daarna ten onder gaan. De sleeptros werd binnen gehaald en de "Lauwerzee" kreeg opdracht op koers te zetten naar Plymouth. Even nadat de koers was gewijzigd, werd een zware ontploffing waargenomen op het voorschip van de sleepboot. De voormast en de schoorsteen vlogen overboord, terwijl de sleepboot zware slagzij begon te maken. De matroos, Arie Visser, de enige overlevende, kwam nadat hij in de diepte was meegezogen, weer boven en na enige tijd werd hij opgepikt door een redding boot van de "Surprise", waarmee de sleepboot "Lauwerzee" in konvooi had gevaren. Van de overige bemanningsleden en de sleepboot werd niets meer gevonden. Van de 13 opvarenden zijn er 12 verdronken.

De sleepboot "Lauwerzee" (2) werd gebouwd in 1930 bij J & K Smit te Kinderdijk.

35,75 m lang, en 7,04 m breed. Uitgerust met een 3 cihnder stoommachine J & K Smit 550 IPK.

Op 24 augustus 1939 in dienst van de Koninklijke Marine als bewakingsvaartuig onder de naam/nummer "BV 39".

Op 17 mei 1940 vertrokken van Vlissingen naar Engeland en ingedeeld bij de Rescue Tug Section 1940. Op 3 oktober 1940 tijdens de reis van Falmouth naar Plymouth met het kabelschip "Lady of the Isle" op een mijn gelopen en gezonken; 12 opvarenden vermist.

Bilderdijk

Het stoomschip "Bilderdijk", dat toebehoorde aan de Holland Amerika Lijn te Rotterdam, vertrok nadat het schip in Philadelphia, Baltimore, Newport News en Norfolk lading had ingenomen, op 8 oktober 1940 in konvooi van Halifax naar Liverpool. Tot 19 oktober werd onder zeer wisselende weersomstandig-heden, op aanwijzing van de konvooicommodore doorgevaren, zonder dat zich bijzondere voorvallen plaatsvonden. Op zaterdag 19 oktober werd de "Bilderdijk" om 21.20 uur door een torpedo getroffen in ruim I aan de stuurboord zijde, waarna het voorschip snel begon te zinken. Nadat de gezagvoerder ter plaatse een onderzoek had ingesteld en daarbij gebleken was dat het schip niet meer te redden was, gaf hij order om het schip te verlaten. De gehele bemanning werd ongeveer 20 minuten later, zonder dat iemand verwondingen had opgelopen, door een Brits marinevaartuig opgepikt. Inmiddels was de "Bilderdijk" in de diepte verdwenen. Op 24 oktober 1940 werd de bemanning in Methil aan de wal gezet. De "Bilderdijk" werd in 1922

gebouwd bij C. van der dessen in Krimpen aan den IJssel. Lang: 121,^92 m, breed: 16,55 m, diepgang: 9,20 m, BRT: 6856.

Op 15 juni 1922 zonder machine opgeleverd en naar Belfast iresleept.

Bij Harland & Wolff voorzien van een Brown Turbine 300

IPK.

Op 12 december 1922 begon haar eerste reis. Op 28 maart 1936 zonder roer Halifax binnen gebracht. Op 7 september 1939 heeft dit schip 35 bemanningsleden opgepikt van de getorpedeerde "Pukistan". De "Pukistan" is getorpedeerd door de Duitse onderzeeboot "U 34". Op 19 oktober 1940 voer de "BUderdijk" van Baltimore via Halifax richting Liverpool waar het schip op de Atlantische Oceaan werd getorpedeerd door de Duitse "U 38" en is gezonken.

Britsum

Het stoomschip "Britsum", eigendom van de N.V. Stoomvaart Maatschappij Oostzee te Amsterdam, verliet op 30 juni 1940 de haven van Huil met bestemming Fowey. In de avond van de 2e juli ging de "Britsum" voor anker te South End, wachtende op het konvooi dat daar geformeerd zou worden. Op 3 juli werd de reis voortgezet en op 4 juli omstreeks 13.00 uur werd het konvooi door vijandelijke vliegtuigen aangevallen. Dit konvooi werd geëscorteerd door een mijnenveger en een vliegtuig, dat bij het zien van de vijandelijke vliegtuigen, direct verdween. Verschillende schepen uit het konvooi werden getroffen. De "Britsum" was evenwel ontkomen en nadat het konvooi opniemv was samengesteld, werd de reis vervolgd. Om 14.15 uur volgde er een nieuwe aanval, maar nu met meerdere vliegtuigen. Verscheidene bommen troffen de "Britsum", waardoor brand ontstond. Negen leden van de bemanning hadden onder het dek beschutting gezocht, maar werden niet meer teruggevonden. In verband met de toestand van het schip gingen de overige bemanningsleden in de reddingboot. Na enige tijd kwamen de vliegtuigen terug en trachtten nu de reddingboten te bombarderen. De inzittenden werden nu ook met machinegeweerkogels beschoten.

Toen de aanval voorbij was werd geconstateerd dat het gehele achterschip van de "Britsum" in lichterlaaie stond. Er werd koers gezet naar de Engelse kust. De reddingboot werd voorbij gelopen door het Engelse stoomschip "King Frederik"", die te kennen gaf niet te kunnen stoppen omdat het zelf gedurende de aanval, ernstig beschadigd was en dat het met spoed hulp zou vragen. Om 2k00 uur werden de overle\ enden door een patrouillerende tra\vler opgepikt en de volgende morgen in Porüand aan de wal gezet. Door de bemanning werd met alle lof gesproken over de behandeling aan boord van het patrouillevaartuig. Eén matroos ^verd gew ond door het machinegeweerv uur. gericht op de reddingboten. Hij werd overgebracht naar het ziekenhuis. In totaal zijn er 9 bemanningsleden omgekomen. De "Britsum" werd gebouwd

De "Britsum" werd gebouwd in 1929 bij Xan der Giessen in Krimpen aan den IJssel. Lang: 128,40 m, breed: 17,07

Lang: 128,40 m, breed: 17,07 m, diepgang 7.75 m BRT5273. Op 3 mei 1929 in de vaart gekomen.

Op 4 juli 1940 door een Duitse luchtaanval in brand geschoten, waarna het schip koers zette naar de kust en als nog bij Delse^ Bill gezonken. Tijdens de luchtaanval op de "Britsum"' kwamen 9 bemanningsleden om het leven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen