Zwaluwen
De overgang van het ene naar het andere jaargetijde gaat altijd gepaard met bepaalde voortekens. Als het voorjaar nadert, let de natuurliefhebber op de eerste lenteboden. Deze kunnen zich aandienen in de plantenwereld. Sneeuwklokjes worden wel als echte lenteboden beschouwd (alhoewel de winteraconieten eerder zijn). Doch ook de dierenwereld heeft herauten.
In het algemeen valt de keuze daarbij op de zwaluw. „Ik heb de zwaluw al gezien", wordt dan met enige blijheid in de stem verkondigd! Ook doet de koekoek mee in het aan
kondigen van het nieuwe levensseizoen. Zelfs al heeft men deze merkwaardige vogel nog niet gezien, kan men haar of hem toch reeds hebben gehoord en ook dat wordt dan als goed nieuws aangemerkt. Om ons tot de zwaluwen te beperken
Om ons tot de zwaluwen te beperken kan de vraag gesteld worden: „Wie kent het karakteristieke silhouet van de zwaluw eigenlijk niet?" Misschien hebben de eertijds zo populaire zwaluw-lucifers aan die beeldvorming bijgedragen. Afgezien daarvan denkt men toch al gauw bij zwaluwen aan een donkerkleurig vogeltje met een sterk gevorkte staart.
Het zijn maar tengere vogeltjes met een prachtig gestroomlijnde lichaamsbouw. Vliegen kunnen zwaluwen daarom ook als de besten en ze doen dit bovendien in sierlijke vluchten. Zwaluwen hebben lange, smalle vleugels die op een punt uitlopen. Ze hebben maar kleine pootjes.
Zwaluwen hebben voorts een korte snavel, doch beschikken daarentegen wel over een wijde mondholte. Waar die mondholte voor dient is algemeen bekend. Zwaluwen voeden zich uitsluitend met insekten die ze tijdens de vlucht in de lucht vangen. Landbouwers hoeven dus niet bang te zijn dat zwaluwen in een korenveld neerstrijken en zich te goed doen aan de graankorrels. Tuinders hoeven evenmin bezorgd te zijn. Zwaluwen pikken niet aan fruit.
Ze voeden zich met insekten en die zijn in ontelbare hoeveelheden in de lucht aanwezig. Kijk maar eens op de voorruit van een auto hoeveel insekten men in de zomer per rit kan 'opvangen'!
De huiszwaluw
Na in Afrika de winter te hebben doorgebracht, komen zij als zomergasten het vogelvolk in hun geboortestreek ook bij ons versterken. Men heeft kunnen vaststellen dat de zwaluwen bij voorkeur naar hun 'geboortegrond" terugkeren om daar zelf voor nakomelingen te gaan zorgen. Onder een overstek van een woning bijvoorbeeld, bij voorkeur op het noorden gericht, bouwt de huiszwaluw van vochtige klei een halfbolvormig nest. Op het zuiden zou het veel te warm zijn; hang daarom voor andere vogeltjes nooit een nestkastje op het zuiden! Toen wij in de zomer van 1967 in de
Toen wij in de zomer van 1967 in de Hyacinthenstraat kwamen wonen, zagen we in het voorjaar van 1968 in het pas uitgegraven cunet voor de woningen van de Anjerstraat tal van huiszwaluwen met hun snaveltjes kleverige kleideeltjes verzamelen om daarmee hun nesten aan de gevel bij onze overburen te gaan bouwen. Boeiend was dat.
Huiszwaluwen zijn de enige in Europa voorkomende zwaluwen met een witte stuit, verder is hun onderlichaam ook wit, maar het kopje, de rug en de staart zijn blauwzwart. Ze leven in troepverband en nestelen zich in dichte kolonies. Huiszwaluwen kan men ook aan de vlucht herkennen. Zij vliegen namelijk op nogal fladderende wijze, soms op grote hoogte.
In het kunstig gebouwde nest legt de huiszwaluw maximaal vijf eitjes. De eitjes zijn heel erg teer en zijn daarom bijzonder breekbaar. Na veertien dagen kunnen de jongskens al uitkomen. Als ze gaan leren vliegen is het een heel gekwetter in de lucht.
Huiszwaluwen zijn niet bang voor mensen. Integendeel, zij volgen juist de mensen waar nieuwe woonwijken verrijzen! Let maar eens op in uw eigen woonomgeving.
De boerenzwaluw
Deze zwaluwsoort wordt ongeveer 20 cm lang. Zij is op de rugzijde donkergekleurd en heeft dus niet die witte stuit als van de huiszwaluw. Wel is de boerenzwaluw aan de onderzijde lichtgekleurd. Wat het zien van de boerenzwaluw zo boeiend maakt, is dat het kopje en onderaan de keel zo prachtig rood is gekleurd.
In de vlucht kan men dat niet zo snel opmerken, maar van dichtbij lukt dat wel. Een bijzonder kenmerk van de boerenzwaluw is de lange gevorkte staart. Vandaar de naam zwaluwstaart voor een geklede jas met weggesneden voorpanden.
De boerenzwaluwen doen hun naam eer aan, want zij hebben een voorliefde voor veestallen. Deze stallen moeten bij voorkeur wel in een landelijke omgeving zijn gesitueerd. De nesten worden in korte tijd tegen muren of onderdaken gebouwd. Ook boerenzwaluwen leggen meestal vijf tere eitjes per legsel en broedt evenals de huiszwaluw tweemaal per jaar.
Laten we eens gaan kijken in de veestallen op Kraaijenstein van Henk de Leeuw (nabij het Sas van Dirksland). In 1985 vestigde de familie De Leeuw zich op Kraaijenstein en in 1986 verschenen reeds boerenzwaluwen die onmiddellijk gebruik maakten van de nieuwe accomodatie. Ze konden gemakkelijk in- en uitvliegen en bouwden op vele plaatsen op de metalen draagbalken onder het dak van de stal hun eerste nesten.
Sindsdien letten de gezinsleden van de familie De Leeuw ieder jaar goed op, of de eerste zwaluw van het seizoen al kon worden waargenomen. Mevrouw Joh. M. de Leeuw-Both vertelt vlot en met plezier over haar zomergasten. Vorig jaar kwam de eerste op 20 april en dit jaar verschenen ze zelfs een week vroeger dus op 13 april.
Ondanks haar drukke werkzaamheden leidde zij ons toch op het bedrijf rond en toonde op verschillende plaatsen de onderkomens van haar gevederde gasten. Zelfs op verborgen plaatsen waren in een donker hoekje nog enige nesten gebouwd.
Soms vallen jonge vogeltjes uit het nest. Die hadden hun evenwicht verloren en waren kennelijk de vliegkunst nog niet machtig. Vielen zij op de kale betonvloer neer dan verloren die klein schepseltjes ook hun leven. Maar als hij op een laag stro terecht kwamen dan konden ze worden gered. Adriaan, de oudste zoon, pakt dan de weerloze diertjes voorzichtig op en legde ze weer veilig terug in het nest.
Wanneer de kleintjes pas kunnen vliegen, doen ze dit vooral wat later op de dag, vertelde Adriaan. Na de warmte van de dag voelen ze zich waarschijnlijk beter in staat om door de ijle lucht hun weg te vinden. Ik telde ongeveer 40 nesten en dat brengt het zwaluwvolkje boven Kraaijenstein na het eerste broedsel al gauw tot zo"n kleine 300 vogels, de ouderen meegerekend. Lukt ook het tweede broedsel, dan kan het volk tot bijna 500 exemplaren uitbreiden.
Zoveel zullen er bij mevrouw De Leeuw niet op de waslijn gaan zitten, maar wel telde zij er eens zestien naast elkaar. „Ach", zei ze, „dat hoort er nu eenmaal bij."
Vooral in september, vaak tot in oktober. verzamelen de boerenzwaluwen zich in grote troepen en gaan, alsof ze het hebben afgesproken, de grote reis naar zuidelijk Afrika gezamenlijk maken. Die kleine, nooit stilzittende vogeltjes hebben dan een afstand tussen de 8.000 en 10.000 kilometer voor de borst. Dan. vertaten zij de hun zo vertrouwde omgeving waar ze werden geboren en grootgebracht. Een lange tocht vol gevaren brengt hen naar een gebied waar ze de winter kunnen overleven. Plotseling invallende koude in de Alpen hebben in 1974 een ware slachting veroorzaakt onder de huiszwaluwen en boerenzwaluwen. Doorreddingsakties zijn er bijna een half miljoen verkleumde en ten dode opgeschreven zwaluwtjes in dozen naar de zuidzijde van de Alpen gebracht en merendeels gered. Helaas zijn er ondanks deze akties toch
nog ontelbare diertjes omgekomen. Deze konden niet worden verzameld en moesten aan de natuurelementen worden overgelaten. Men kan hieruit konkluderen dat het met de vogeltrek om enorme aantallen gaat. Voorts klinkt het aannemelijk dat een
dergelijke klimatologische overrompeling de zwaluwtjes door de generades heen wel meer keren parten zal hebben gespeeld.... De natuur kan vaak bikkelhard zijn.
Echter ook de mens heeft met zijn listigheid het zover weten te brengen dat zij op de trekroutes netten uitspannen waarin de argeloze diertjes hulpeloos verstrikt raken en het daarna met de dood moeten bekopen. Voor een paar gram vlees op een bordje in een exquise restaurant....
De oeverzwaluw
Dit vogeltje is maar klein, het is slechts 12 cm lang. De bovenzijde is bruin gekleurd en zij heeft een witte onderzijde met een bruine borstrand. De staart van de oeverzwaluw is kort en niet zo erg gevorkt.
Waar nestelen zij?
Mannetje en vrouwtje graven samen een lange gang in een zandige wal langs de oever van het water. Zo"n gang kan wel tot 150 centimeter lang zijn en aan het eind daarvan maken zij een rond nestkamertje. Die kleine ruimte wordt bekleed met pluisjes, strootjes en veertjes. Daarin legt het vrouwtje meestal vijf eitjes.
Ook zij komt, net als haar zustersoorten de huiszwaluwen en de boerenzwaluwen, tot een tweede legsel per seizoen. Enige jaren geleden heeft een aantal vrijwilligers van de vogelwerkgroep van de Vereniging tot Natuur- en Landschapsbescherming Goeree en Overflakkee een vertikale wand aangebracht langs het Zuiderdiep nabij Stellendam, met de bedoeling aan de oeverzwaluwen nestgelegenheid te bieden. Twee jaar geleden nog wist ik een kleine
Twee jaar geleden nog wist ik een kleine kolonie langs het Haringvliet net ten oosten van de inlaatsluis op het Sas van Dirksland te vinden. Ik schatte dat er zo'n dertig paartjes van de oeverzwaluw daar hebben gebroed. Helaas is door afkalving deze broedplaats voor de oeverzwaluw langs het Haringvliet aldaar teloor gegaan. Men zal ze daar in hun vaak fladderende vlucht niet meer kunnen aantreffen. Jammer.
De gierzwaluw
Met betrekking tot de gierzwaluw zal ik me beperken tot het aangeven van enige lokaties waar gierzwaluwen zich thans bevinden.
Onder de Oud Hollandse dakpannen van het pand Enkele Ring 73, Sommelsdijk, van de familie Gouma 'huizen' gierzwaluwen. Verder kan men om het gebouw van Drukkerij De Waal aan de Langeweg. waar deze krant gedrukt wordt, en in de omgeving daarvan, tientallen gierzwaluwen aantreffen. Het zijn zeer snelle vliegers en zijn zowel van boven als van onder donker gekleurd. Deze zwaluwsoort wordt wel 17 cm lang. Zij zijn nogal luidruchtig, ze gieren namelijk.
Kijk vooral eens in uw eigen woonomgeving naar de zwaluwtjes, het doet er niet toe naar welke soort. U kunt er op een mooie zomeravond volop van genieten. Voor eventuele reakties houd ik me graag aanbevolen.
Met veel dank aan de heer P. Vroegindeweij uit Middelharnis. voor de pentekeningen die hij belangeloos voor dit stukje heeft gemaakt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 1993
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
