Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een groot geleerde is heengegaan…

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een groot geleerde is heengegaan…

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Woensdag 18 oktober jl. is op 83-jarige leeftijd in Duitsland overleden professor dr. Thomas Alexander Szlezák. In Nederland is zijn overlijden, voor zover ik weet, zo goed als onopgemerkt gebleven. Er is echter alle reden hem in eerbied te gedenken.

Een recensie in Ecclesia (2012)

Professor Szlezák werd in 1940 geboren in Hongarije (Boedapest). Vanaf zijn 19e studeerde hij aan meerdere universiteiten in Duitsland, onder andere in Tübingen, waar hij zélf in 1990 aan de Faculteit van de Cultuurwetenschap hoogleraar werd. Daaraan voorafgaand was hij docent aan de universiteit van Zürich en hoogleraar aan de universiteit in Würzburg (1983).

Door toedoen van mevrouw Hengel (echtgenote van Martin Hengel) leerde ik professor Szlezák kennen. Mevrouw Hengel verstond de kunst om vrienden van haar man met elkaar in contact te brengen. Ik vertelde haar in een telefoongesprek dat ik voor Ecclesia een recensie had geschreven van een boek dat ik erg waardeerde, van een voor mij onbekende schrijver, professor Szlezák, met de titel Was Europa den Griechen verdankt1 . Waarop ze zei: ‘Maar die ken ik goed!’ Tot mijn verrassing zei ze erbij: ‘Maar u moet hem ook kennen, u hebt onlangs zowat naast hem gezeten.’ Ze doelde op een diner in Tübingen in 2011, ter gelegenheid van de heruitgave van Martin Hengels Die Zeloten. Ik kon me hem niet voor de geest halen. Ze zocht het uit en ver telde professor Szlezák over mijn recensie, die ik hem vervolgens toestuurde (hij kon, zo vertelde hij me door de telefoon, het Nederlands goed lezen). Zo kregen wij contact over zijn boek en interesses, een contact dat zich enkele jaren later intensiveerde.

Professor Szlezák was een groot kenner van de Griekse oudheid. Zijn meest geliefde schrijver was Plato. Zijn laatste boek, dat twee jaar geleden uitkwam, was geheel aan hem gewijd (Platon). Hij hoopte dat het een breed lezerspubliek zou trekken. Om die reden had hij er bij de uitgever op aangedrongen dat het boek tegen een redelijke prijs te verkrijgen zou zijn.

Als Plato-kenner kreeg professor Szlezák beroemdheid door zijn boek Plato lezen, dat hij na lang aandringen van een vriend, professor Reale uit Milaan, had geschreven. Het boek, dat in het Italiaans verscheen, werd in veertien talen vertaald, onder andere in het Koreaans en Japans. Hij zei me er ooit twee dingen over. Allereerst dat het boek in alle Europese talen vertaald was, behalve in het Nederlands. Verder vertelde hij me het grappige verhaal dat het boekje in Italië zo goedkoop was dat een student die de prijs zag, verwonderd uitriep: ‘Maar je betaalt er nog minder voor dan voor een pizza!’

De school van Tübingen-Milaan

Professor Szlezák sloot zich al op jonge leeftijd aan bij de Plato-interpretatie van Hans Joachim Krämer. Hij deed dat samen met twee andere grote geleerden (Conrad Gaiser en Giovanni Reale). Zij vormden de zogenaamde ‘School van Tübingen-Milaan’. Haar these was dat men er vanuit moest gaan dat Plato het belangrijkste van wat hij aan zijn leerlingen vertelde niet in zijn geschriften had neergelegd. Plato achtte het schrift geen geschikt middel om over te dragen wat hem ten diepste bewoog. Zijn geschriften bevatten hoogstens verwijzingen naar hetgeen hij zijn leerlingen mondeling voordroeg. Behalve uit deze verwijzingen kunnen we óók uit wat zijn leerlingen van deze mondelinge overdracht meedelen enigermate opmaken wat de ongeschreven leer van Plato inhield.

Szlezák nam met deze manier van ‘Plato lezen’ uitdrukkelijk afstand van de grote theoloog Friedrich Schleiermacher (1768 – 1834), die Plato als eerste in het Duits vertaalde. Schleiermacher ging ervanuit dat Plato álles wat hij wilde zeggen in zijn dialogen naar voren had gebracht, zij het vaak op aanduidende wijs ofwel indirect. Szlezák wist zijn thesen met verve te verdedigen. Als hij zich daartoe genoodzaakt zag, schuwde hij de polemiek niet. Hoewel hij altijd fair bleef in zijn argumentatie, wist hij ironie als wapen te gebruiken.

Dit alles betekent niet dat Szlezák Krämer blindelings volgde. Hij argumenteert voorzichtiger, schrijft fijnzinniger, is minder stug in zijn redeneren. Het is veelzeggend dat hij zich in zijn wetenschappelijke werk vooral spiegelde aan Martin Hengel en Walter Burkert. Hun nauwgezet historisch onderzoek en hun punctualiteit had hij bewonderd en zich tot voorbeeld gesteld. Dat behoedde hem voor grote woorden. Nooit verloor hij de nuance uit het oog.

Met al de genoemde geleerden was hij sterk bevriend geweest. Ze waren, toen ik hem vier jaar geleden ontmoette, allen overleden, wat hem de opmerking ontlokte: ‘Ach, deze grote geleerden, ze zijn allen al heengegaan.’ Konrad Gaiser al op vrij jonge leeftijd (in 1988), de anderen in 2009 (Martin Hengel), in 2014 (Reale) en in 2015 (Krämer). Het was duidelijk dat Slzezák hen, ook als sparringpartner, miste.

Zijn oeuvre en de betekenis van zijn laatste boek

Szlezák was een groot geleerde, die de kunst verstond van het schrijven. In een boeiende, uitermate verzorgde en transparante stijl weet hij de dingen voor het voetlicht te brengen. Sommige van zijn werken zijn voor wie het Duits machtig is, vrij gemakkelijk te lezen, ook als men niet goed thuis zou zijn in de stof. Dat geldt zijn boek Was Europa den Griechen verdankt, het geldt ook zijn boek over Homerus (2012), dat werkelijk voortreffelijk is. Het geldt zelfs voor sommige hoofdstukken uit zijn al genoemde laatste werk, dat hij ongetwijfeld als zijn hoofdwerk beschouwde: Platon (2021).

Dit boek is van grote betekenis. Szlezák probeert er de mens Plato in het vizier te krijgen. Hoe stond Plato in het leven, wat was zijn meest innerlijke gedachte, wat dreef hem? Daarbij heeft hij oog voor de sterk religieuze component in Plato – iets waar Krämer veel minder aandacht voor had. In dat opzicht staat Szlezák, als ik het goed zie, dichter bij zijn vriend Reale, die een overtuigd christen was.

In wondermooie passages vergelijkt Slzezák Plato’s filosofie met de inwijdingsweg van de mysteriereligies in het oude Griekenland, iets waar indertijd dr. Aalders in zijn boek Wet Tragedie Evangelie op een prachtige manier aandacht voor vroeg: wie in Griekenland werd ingewijd in de mysteriereligies begon iets te bevroeden van een generzijds, waar de mens, als hij sterft heengaat en waarop hij zich moet voorbereiden. Plato’s filosofie kenmerkt zich door belangrijke parallellen daarmee. Slzezák vraagt verder aandacht voor een belangrijke component in Plato’s dialogen: de betekenis van het gebed.

Aan het slot van zijn boek stelt Slzezák de vraag of Plato in een persoonlijke God geloofd heeft, die zich bekommert om de mensen. Er is veel voor te zeggen dat dit het geval is. In ieder geval heeft Plato, aldus Slzezák, sterk gehoopt dat op de grens van het bestaan, die hij aftastte, een persoonlijke God te vinden is, die in de grote en kleine dingen van het bestaan zorg draagt voor de mens.

Szlezák sluit zijn boek van 775 pagina’s af met een citaat van Plato, dat hij duidelijk als het meest centrale in het werk van de grote Atheense filosoof beschouwt, dat hij bovendien cursief en gecentreerd af liet drukken:

God is de maatstaf van alle dingen.

Het citaat komt zo afgedrukt over als een levensdevies, een belijdenis.

Graag wil ik deze edele, geleerde man eren en aandacht voor zijn oeuvre vragen, al was het maar om jonge lezers, die daartoe bekwaam zijn, aan te sporen zijn werken te lezen. Temeer omdat hij, geheel ten onrechte (zoals gezegd), in Nederland tot nu toe maar weinig bekendheid geniet.


Noot

1 Wat Europa aan de Grieken te danken heeft

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 2023

Ecclesia | 8 Pagina's

Een groot geleerde is heengegaan…

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 2023

Ecclesia | 8 Pagina's