In vrede slapen (VI)
De waarde van het avondlied
Het avondlied heeft oude papieren. In de Bijbel zelf blijkt al dat er op vaste momenten van de dag gebeden en gezongen wordt. De kerk is in dit spoor verder gegaan. Door de eeuwen heen is er door gelovigen gezongen en gebeden bij het begin en einde van de dag. Deze artikelenserie is een uitnodiging om ons in dit koor van stemmen te voegen. In deze artikelen illustreerde ik de rijke inhoud van de avondliederen aan de hand van enkele motieven die in veel van deze liederen terugkeren. In eerdere artikelen ging het over ‘dankbaarheid’, ‘licht en duisternis’, ‘stervenskunst’, ‘rust na arbeid’, ‘vergeving van zonden’. In dit voorlaatste artikel verlaten wij dit spoor door enkele avondliederen uit het Liedboek voor de Kerken voor het voetlicht te halen, waar voornoemde motieven een minder prominente rol in spelen. Dat ik deze liederen als atypische avondliederen kenschets impliceert geen negatief waardeoordeel. Integendeel, deze liederen verdienen het om gezongen te worden.
Enkele atypische avondliederen
De dichter van het oorspronkelijk Duitstalige gezang Gij die mijn liefste kleinood zijt (LvdK 385) is ons onbekend. Het lied lijkt meer op een intiem liefdeslied dan op een avondlied. De dichter richt zich tot Jezus Christus en spreekt Hem aan als ‘mijn liefste kleinood’, ‘mijn geluk’, ‘mijn schat’. Pas in de laatste strofe wordt duidelijk dat het om een avondlied gaat en wordt er gezinspeeld op het motief van licht en duister. Het is de vraag of de dichter daarmee doelt op de letterlijke nacht of dat hij daarmee doelt op ons sterven. De menselijke sterfelijkheid is immers (ook) een belangrijk motief in het laatste couplet:
Nu valt de nacht. O mijn kleinood,
verspreid uw glans nog in de dood,
parel van grote waarde.
Blijf, Jezus, Gij,
het licht voor mij,
nu ’t donker wordt op aarde.
Een ander lied waarvan de inhoud voor een groot deel niet zo makkelijk is onder te brengen bij de thematiek die veel avondliederen gemeen hebben, is De maan is opgekomen (LvdK 391). Dit lied van Matthias Claudius is populair in Duitsland, helaas wordt het meestal met een aangepaste, geseculariseerde tekst gezongen. Het is een lied dat niet zou misstaan op een zomeravond bij het kampvuur. Toch biedt het lied meer dan romantisch gemijmer over de natuur. De dichter laat ons vol verwondering de schoonheid van de schepping zien. De grootsheid van dit alles confronteert ons met onze eigen kleinheid en eindigheid. De dichter uit scherpe kritiek op de mondige mens die in zijn verwatenheid denkt dat hij heel wat is.
Ziet gij de maan? De schone
wil zich maar half vertonen,
toch is hij er geheel
Zo zijn er grote zaken
waar wij geen ernst mee maken:
ons oog ziet enkel maar een deel.
Wij mensen, arm en zondig,
onmachtig en onmondig,
wat denken wij dan wel?
Of wij ons al vermeten
te menen iets te weten,
’t is maar een droom, een schaduwspel.
Juist in de avond kunnen we gekweld worden door sombere gedachten over ons eigen leven en werk. Muus Jacobse (pseudoniem voor K.H. Heeroma) geeft daar woorden aan in zijn lied O Heer, verberg U niet voor mij (LvdK 395). Dit lied is tijdens een dichterlijke retraite uit zijn pen gevloeid. Heeroma was lid van de commissie die aan de totstandkoming van het Liedboek werkte. Deze commissie kwam op ‘de Pietersberg’ in Oosterbeek bij elkaar. Heeroma schrijft zelf over de aanleiding voor dit lied: ‘De hele dag had ik bij het vertalen en het bewerken van geestelijke liedteksten, vrome woorden samengerijmd en ik voelde mij ’s avonds op mijn kamer voor het slapengaan beschaamd en ver van God. Woorden, woorden, en ik had zelf geen woorden meer om tegen God te zeggen. Zo is dit versje ontstaan als een persoonlijk gedicht, om te zeggen, wat ik niet zeggen kon…’1 Dit diepzinnige lied, door Heeroma bescheiden als ‘versje’ gepresenteerd, is doordesemd van Bijbelse taal. De gemengde gevoelens van vermoeidheid en verlangen vormen de rode draad van dit lied. De laatste strofe luidt:
Heer, roep mij als uw dwalend schaap,
dat U niet zoekt, dat U niet vindt.
Geef mij, als een die Gij bemint,
geef, dat ik als uw eigen kind
uw stem mag horen in mijn slaap.
Het lied Blijf bij ons, Jezus, onze Heer (LvdK 316)2 is vanwege de focus op de kerk in de gelijknamige rubriek in het Liedboek opgenomen, maar kan ook worden beschouwd als avondlied.3 De aanhef van dit lied is ontleend aan de woorden van de Emmaüsgangers die de Opgestane in hun huis nodigen. Deze woorden geven dit gezang van meet af aan een grote urgentie. Deze urgentie klinkt tot het einde toe door. De kerk is Gods zaak en alleen met Gods hulp en alleen met Gods bewaring is er hoop voor de kerk. Hier volgen de eerste twee coupletten van dit lied:
Blijf bij ons, Jezus, onze Heer;
de avond daalt op aarde neer;
het helder licht, uw godlijk woord,
moog’ bij ons schijnen ongestoord.
Geef ons in deze zware tijd
volharding en standvastigheid,
opdat wij woord en sacrament
bewaren tot aan ’s werelds end.
Deze atypische liederen zijn door hun specifieke inhoud misschien wat minder geschikt als ‘vast avondlied’ maar kunnen heel goed ter afwisseling en verrijking worden gezongen. Het is een zegen dat anderen ons woorden aanreiken om onze liefde tot Christus uit te zingen, om onze verwondering over de schoonheid van de schepping te benoemen, om ons met onze vermoeidheid en sprakeloosheid tot God te wenden. Het gezang Blijf bij ons, Jezus, onze Heer zou overigens heel goed een vaste plaats kunnen krijgen in de kerkelijke of huiselijke liturgie op zondag. Het gebed voor de kerk is immers altijd urgent.
Noten
1 Compendium van achtergrondinformatie bij de 491 gezangen uit het Liedboek voor de Kerken, p. 883.
2 De eerste strofe is van de hand van Nikolaus Herman, de overige strofen zijn gedicht door Nikolaus Selnecker. Overigens gaan de eerste twee strofen terug op een Latijns vers van Melanchton.
3 In het Nieuwe Liedboek van 2013 staat dit gezang bij de ‘Getijden van de dag – avond’.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 2021
Ecclesia | 8 Pagina's
