Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe lief heb ik Uw wet*

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe lief heb ik Uw wet*

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat de wet van God is, wordt ons in de Schrift, die schatkamer van onvergankelijke waarheden, duidelijk gezegd, en dat niet alleen in het Oude Testament. In het eerste hoofdstuk van het Evangelie van Johannes lezen wij: “De Wet is door Mozes gegeven.” En Mozes heeft die Wet niet verzonnen, maar haar op de heilige berg Sinaï van de Here God zelf ontvangen en haar als goddelijke proclamatie uitgevaardigd aan het volk Israël. Die gebeurtenis is in de volle zin van het woord: voltooid verleden tijd. Daar blijft het dus bij. Daar zijn wij voor immer aan gebonden. Wie die Wet ter zijde schuift, is wetteloos. Hij weet niet wat Gerechtigheid is.

Dat onze eeuw zonder wet en zonder gerechtigheid zou zijn, kan men niet volhouden. Misschien méér nog dan begrippen als vrijheid en solidariteit beheerst het woord ‘gerechtigheid’ de geesten. Het heeft zelfs een brisante, licht ontvlambare gevoelswaarde. Het kan de massa in beweging brengen en regeringen doen vallen. Dat dit gerechtigheidbewustzijn niettemin niet zelden de christenheid benauwt, vindt zijn oorsprong in het feit dat het een gerechtigheid is, die put uit een andere bron dan de Wet van God en daardoor vreemd is aan de Wet “ons door Mozes gegeven”. Een treffende illustratie daarvan is de Verklaring van de rechten van de mens en van de burger in 1789 in de Franse Revolutie.

Het bijzondere van de Wet van God en van de Bijbelse Gerechtigheid is de nauwe betrekking met de schepping. In wezen is de Wet Gods een proclamatie van de Here God als Schepper van hemel en aarde. De schepping is gegrond op Gods gerechtigheid, gegrond op zijn bestendige wil en trouw. “Want des Heren woord is waarachtig en al zijn werk geschiedt in trouw. Hij heeft gerechtigheid en recht lief, de aarde is vol van de goedertierenheid des Heren” (Psalm 33: 4, 5). De Bijbel bevat veel lofzangen op de schepping als Gods bouwwerk, als een orde van Gods Wijsheid en Gerechtigheid. Men lezer er Psalm 19, Psalm 89, Psalm 104 en Psalm 147 op na! (…)

Wat wij ons onder die orde van Wijsheid en Gerechtigheid hebben voor te stellen, daarvan geven ons de eerste hoofdstukken van het boek Genesis (Genesis betekent: wording, oorsprong, begin) een indruk. Wij lezen er dat de Here God de levende wezens schiep “naar hun aard.” Elk schepsel heeft dus een ingeschapen eigenheid, die het vastheid en bestendigheid geeft in het scheppingsgeheel. De Schepper handelt met zijn schepselen overeenkomstig hun aard. “Aller ogen wachten op U en Gij geeft hun te zijner tijd hun spijze; Gij doet uw hand open en verzadigt met welbehagen al wat leeft” (Psalm 145: 15 en 16).

Hoe waar is het woord van een middeleeuws kerkvader, dat de Here God met zijn schepselen omgaat ‘cum magna reverentia’, met grote eerbied! Binnen de schepping schenkt de Gerechtigheid het schepsel wat het naar zijn aard behoeft. “Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven? Let op de leliën des velds hoe ze groeien; zij arbeiden niet en spinnen niet; en Ik zeg u: dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet bekleed was als een van deze. Indien nu God het gras des velds, dat er heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zó bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen?” (Mattheüs 6: 26 – 30). Veilig besloten binnen de orde van Gods Wijsheid en Gerechtigheid zijn jong en oud, man en vrouw, plant en dier, ja zelfs de sterren aan het firmament. Gerechtigheid is: ieder het zijne.

Gerechtigheid in Bijbelse zin is dus een heilige orde, waarin Gods grootheid, liefde en zorg voor al zijn schepselen zich openbaren. Zij is een orde, waarin het leven tieren, bloeien en zich verlustigen mag. Daarom mondt de schepping uit in de sabbat (Exodus 20: 11).

Binnen die paradijselijke orde is ook de mens geplaatst. Hij mag er wonen en zich geborgen weten. Hij mag er leven als een koninklijk priester. Hij heeft er een thuis. Hij is geen vagebond, geen zwerver, geen ontheemde, geen dakloze! Geen heerlijker huis om in te wonen, dan Gods Gerechtigheid. De zaligheid van die paradijselijke orde is de hemel.

Dr. W. Aalders (†)

Noot

* Overgenomen uit Ecclesia, jaargang 81 (1990) nr. 18


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 oktober 2007

Ecclesia | 8 Pagina's

Hoe lief heb ik Uw wet*

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 oktober 2007

Ecclesia | 8 Pagina's