‘Leraren mogen kinderen wijzen op de Gids naar het leven’
Dit handboek voorziet in een lang gevoelde leemte.
Treffende titel, heldere opzet, doordachte lijnen tussen theologie en pedagogiek en klassiek reformatorisch. Zo zou ik Gidsen, de christelijke schoolpedagogiek van Bram de Muynck en Bram Kunz, willen typeren. Dit handboek voorziet in een lang gevoelde leemte. Met drie werkwoorden omschrijven de auteurs hun intenties: verhelderen, informeren en inspireren.
Opvallend verhelderend is het gebruik van Psalm 78. Het doel van christelijk onderwijs is dat kinderen ‘hun hoop op God leren stellen’. Dus niet op hun vaderen. Dat lijkt ontmoedigend, maar is bevrijdend. Opvoeders falen en daarom hebben de kinderen onderwijs nodig om niet op hun ongehoorzame ouders te gaan lijken. De goede boodschap is echter dat leraren niet op zichzelf hoeven te wijzen maar op de levende, genadige God en op Zijn Zoon, de Gids naar het leven. De auteurs bieden hiermee een realistische én hoopvolle benadering van de onderwijspraktijk.
In het informeren zijn ze mijns inziens goed geslaagd: een toegankelijke uitleg van verschillende pedagogische benaderingen (hfd. 2), van kennisen leertheorieën (hfd. 5) en van bijvoorbeeld de verhouding tussen traditie en gezag (hfd. 7). Wie vlot kennis wil nemen van recente ontwikkelingen in de pedagogiek in verhouding tot de theologie kan met de inhoudsopgave prima uit de voeten. Verhelderende informatie over pedagogische praktijk en theorie is op zichzelf al inspirerend. Dat wordt versterkt doordat De Muynck en Kunz hun informatie en positiebepaling consequent spiegelen aan Bijbelse noties. Naast Psalm 78 zijn dat richtlijnen uit de Efezebrief, de leerling als beeld van God, de leraar als gelovige gids, de waarde van herbergzaamheid en andere. ‘Toegepast op het leraarschap’, schrijven ze, ‘gaat het dus om een christelijk leven dat handen en voeten krijgt in de ruimte van het klaslokaal.’
Een mooie afgeronde theorie is het niet geworden. Dat was ook niet de bedoeling en ik denk dat dat ook niet kan. Zeker niet als je rekent met God én met onze gebrokenheid en zondigheid. Maar dit handboek bevat wel een mooie, consistente visie op het leraarschap, waarbij veel over de grenzen wordt gekeken.
Er is apart aandacht voor de didactiek, het onderwijzend handelen (hfd. 8). Daarnaar kan ik mijn studenten die godsdienstleraar willen worden goed verwijzen. Bijvoorbeeld bij de vraag: waarom maak je in deze les déze didactische keuzes? Waarbij ik me afvraag: wat zegt het dat de meeste studenten toch vaker om gereedschappen en oefening vragen dan om een diepe verantwoording?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 augustus 2022
De Wekker | 24 Pagina's
