8. Vreedzaamheid
Deze artikelenserie gaat over ‘Het allerbeste leven’. Nu schrijven we over de Bijbelse deugd van ‘vreedzaamheid’.
Inleiding
Hoe verschrikkelijk is een oorlog. Als we naar een begraafplaats gaan waar soldaten begraven liggen, zijn we er verbijsterd over hoeveel jonge levens in oorlogen door de zeis van de dood zijn afgemaaid. Het is aangrijpend om de briefjes te lezen die deze militairen voor hun sterven naar hun ouders en andere geliefden schreven. Soms waren ze net getrouwd en hadden ze al een kind. Wat een verdriet moet het voor de nabestaanden zijn geweest toen het doodsbericht binnenkwam.
Oorlogen hebben een oorzaak. Wij hebben in het paradijs aan God de oorlog verklaard. Daardoor zijn wij vijanden van Hem en van onze naaste geworden. Kort na de val sloeg Kaïn zijn broer Abel dood. Wij zijn allemaal moordenaars geworden. De grootste moord is de aanslag die we op de Heere Zelf hebben gepleegd. Op een goede manier schrijven over vreedzaamheid zonder te geloven dat wij zelf hatelijk zijn en ook elkaar haten (Tit. 3:3), is onmogelijk. Als we Romeinen 3:10-20 lezen, weten we hoe we in Adam zijn geworden. Het zal een eeuwig, soeverein genadewonder zijn, als ook Romeinen 3:21- 31 voor ons waar wordt. De kern van deze verzen is dat zij die bekeerd worden, door het geloof gerechtvaardigd worden zonder de werken der wet (vers 28).
Als we over vreedzaamheid schrijven, bepaalt dit ons bij de noodzaak van het ware geloof. Zonder dit geloof is het onmogelijk God te behagen en kennen we de ware vrede met God in Christus niet (Hebr. 11:16 en Ef. 2:14).
De plicht van ieder mens
Het is de plicht van ieder mens om vreedzaam te leven met zijn naaste. Dit vraagt zelfverloochening, zachtmoedigheid, lankmoedigheid, verzoeningsgezindheid, goedwilligheid, vriendelijkheid en eendrachtigheid. Onze bede zij: ’O Zoon, maak ons Uw beeld gelijk.’ Als we op deze wijze met elkaar omgaan, is er een basishouding van vreedzaamheid. Enkele teksten waarin deze houding naar voren komt, zijn: Spreuken 15:1, Romeinen 12:16–19, 1 Thessalonicenzen 5:13b en Jakobus 3:17. In de laatste tekst worden de reinheid van hart en de vreedzaamheid van geest samengevoegd. Thomas Watson schrijft uitvoerig over de vreedzaamheid. 1 Hij spreekt over twee plichten en een eretitel. De eerste plicht is vredelievendheid, de tweede: ’Wij moeten vredestichters zijn’, en de eretitel is: ’Zij zullen Gods kinderen genaamd worden.’
Geestelijke strijd
Uit genoemde Schriftplaatsen blijkt onder meer dat men in het samenleven met anderen geen aanstoot of ergernis mag geven, maar dat men, met behoud van de leer en andere wezenlijke zaken, gericht moet zijn op het heil van de zielen. In 1 Korinthe 10:32 en 33 gaat de apostel Paulus daar specifiek op in.
We verwijzen in dit verband ook naar Jakobus 4:5. Daar lezen we: Of meent gij dat de Schrift tevergeefs zegt: De Geest, Die in ons woont, heeft Die lust tot nijdigheid? De betekenis is dat de Geest, Die in de wedergeborenen woont, strijdt tegen de boze geneigdheid tot nijdigheid. Die boze geneigdheid uit zich in: niet de minste willen zijn, geen excuses kunnen maken, zelfhandhaving, de ander niet uitnemender achten dan zichzelf, enz.
God eist van ons vreedzaamheid en de plichten die daarmee samenhangen, alsook het voorkomen van het geven van aanstoot of ergernis. Kanttekening 67 bij Romeinen 12:18 wijst erop dat wij geen oorzaak van onvrede geven en er van onze kant alles aan doen wat nodig is om de vrede te houden of te maken. Dit bevordert eendracht en harmonie onder de mensen. Als het goed is, willen we in ootmoedigheid vanuit de liefde tot anderen het goede voor hen zoeken en zijn we bereid ons aan anderen te onderwerpen (zelfverloochening).
Viervoudige vrede
Watson staat stil bij een viervoudige vrede:
1. vrede in de huizen en in de gezinnen;
2. vrede in onze leefomgeving;
3. politieke vrede in stad en land;
4. kerkelijke vrede.
Het zoeken naar vrede heeft volgens Watson ook grenzen. We moeten zoeken in een goede verstandhouding om te gaan met zondaars die op onze weg worden geplaatst, maar we moeten ‘in oorlog zijn met hun zonden’. Ook mogen we in het zoeken van vrede de waarheid niet tekortdoen.
Aansporing tot vredelievendheid
Watson geeft twaalf aansporingen tot vredelievendheid. We geven ze samenvattend weer:
1. Door Gods goedheid zoekt de mens vrede.
2. Een vreedzame geest verdient achting.
3. Het is edelmoedig en verstandig om vreedzaam te zijn.
4. Het brengt vrede met zich mee.
5. Een vredelievend mens lijkt op God.
6. Christus heeft voor de vrede gebeden en er ook voor geleden, gebloed.
7. Twist en woordenstrijd staan de wasdom van genade in de weg.
8. Vredelievendheid onder christenen heeft aantrekkingskracht tot de wereld.
9. Het zien van vrede onder christenen is een sterke magneet om tot het christendom over te gaan.
10. Christenen die niet vredelievend zijn, veranderen in heidenen.
11. Het is een duidelijke oproep van Christus om in vrede te leven (Mark. 9:50).
12. Als we een geest van twist en tweedracht koesteren, zal Jezus Christus nooit tot ons naderen.
Watson besluit dit hoofdstuk in dit verband met twee belangrijke uitspraken: ‘Wie vrede zaait, zal vrede oogsten’ (Spr. 12:20) en: ‘De vredestichter zal in vrede sterven.’
Belemmering en bevordering van vrede
Watson noemt als belemmeringen voor de vrede:
- roddelen;
- kwaadspreken van de ander;
- eigenliefde;
- trots en afgunst.
De vrede wordt bevorderd door:
- geloof;
- christelijke gemeenschap;
- niet zien op tekorten van anderen, maar op hun genadegaven;
- gebed om het doven van het vuur van de twist en het ontsteken in ons hart van het vuur van liefde;
- medelijden met de ander.
Verdeeldheid in de kerk moet ons smartelijk raken en we moeten ernaar staan de geschillen te beslechten en de breuken te helen.
Wie komt hier zonder schuld uit? Het is goed om hier vragen te stellen als: Hoe is het hiermee in uw, jouw, mijn leven van elke dag? Laten we de Heere aanlopen als een waterstroom om verzoening van de zonden, ook op dit terrein, en om de vrede met God in Christus, die alle verstand te boven gaat (Fil. 4:7), tot ons deel te krijgen.
(wordt vervolgd)
Noot
1. ‘De zaligsprekingen’, hoofdstuk 18
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 oktober 2024
De Wachter Sions | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 oktober 2024
De Wachter Sions | 16 Pagina's