Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De heilige oorlog (148)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De heilige oorlog (148)

Zelfverloochening en strijd tegen de twijfel

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Stad Mensziel wordt belegerd door reus Diábolus. Zijn leger bestaat uit Twijfelaars en Bloedwrekers. Hij heeft de stad geëist zich over te geven. De Bloedwrekers zijn van plan om Mensziel, wat er ook gebeurt, te vernietigen. Mensziel heeft de schriftelijke eis van de reus doorgestuurd naar de Prins, met de bede of Hij hen wil redden. De Prins besluit Mensziel te helpen. De kapiteins Geloof, Geduld en Bevinding moeten zich gereed maken, samen met de kapiteins Goede-Hoop en Liefde.

Kapitein Zelfverloochening

De belegering van Mensziel door Diábolus duurt al enige tijd. De vijanden, vooral de Bloedwrekers, voeren verschillende, felle aanvallen uit op Mensziel. Een aantal van die listige figuren vecht man tegen man tegen inwoners van Mensziel. Ze hebben daarbij vooral last van kapitein Zelfverloochening. Die was al eerder aangesteld om de verdediging van de Oorpoort en de Oogpoort in de strijd tegen de Bloedwrekers op zich te nemen. Kapitein Zelfverloochening is een jonge, sterkgebouwde man. Hij behoort tot de inwoners van Mensziel, net als kapitein Bevinding. Prins Immanuël heeft hem bij Zijn tweede terugkeer naar Mensziel tot kapitein van meer dan duizend mannen van Mensziel aangesteld, om daarmee het welzijn van de stad te bevorderen. Hij is dus een onverschrokken militair, vervuld met grote moed, en bereid om zijn leven te wagen voor het welzijn van Mensziel. Regelmatig valt hij op de Bloedwrekers aan zodat ze goed gewaarschuwd worden. Het zijn korte schermutselingen die hij verschillende keren uitvoert waarbij hij verschillende vijanden doodt. Maar de strijd is zwaar. Tijdens de ontmoetingen met die sluwe mannen wordt hij verschillende keren geraakt, zodat hij er littekens aan overhoudt. Niet alleen in zijn gezicht, maar ook in andere delen van zijn lichaam.

Het plan van de Prins

Lange tijd worden het geloof, de hoop en de liefde van Mensziel beproefd. Dan roept Prins Immanuël op een dag zijn kapiteins en soldaten bijeen en verdeelt ze in twee groepen. Daarna beveelt Hij hen op een afgesproken tijd, ’s morgens in alle vroegte, een uitval naar de vijand te doen. Hij zegt: ‘Laat de ene helft van jullie de Twijfelaars en de andere helft de Bloedwrekers aanvallen. Degenen van jullie die ten strijde trekken tegen de Twijfelaars, doodt er zoveel als jullie kunnen en in jullie handen vallen. Maar degenen die op de Bloedwrekers aanvallen, die mogen hen niet doden, maar moeten hen levend grijpen.’

De strijd met de Twijfelaars

Op de afgesproken tijd verlaten de kapiteins in de vroege morgen de stad. Ze trekken de vijand tegemoet. De kapiteins Goede-Hoop en Liefde met hun mannen vallen samen met de kapiteins Onschuldig en Bevinding de Twijfelaars aan. De rest, waaronder de kapiteins Geloof, Geduld en Zelfverloochening, doen een uitval naar de Bloedwrekers. De soldaten die ten aanval trekken tegen de Twijfelaars stellen zich als één man op vooraan het strijdperk en marcheren vervolgens de vijand tegemoet om de strijd aan te binden. Maar de Twijfelaars herinneren zich de laatste keer toen ze verloren hebben, en trekken zich terug. Ze durven het niet aan om de aanval te weerstaan en vluchten voor de soldaten van de Prins weg. Die achtervolgen hen en het lukt hen er velen te doden. Maar ze krijgen ze niet allemaal te pakken. Van degenen die ontsnappen gaat een aantal naar huis. De rest sluit zich in groepen van vijf, negen of zeventien zwervers bijeen, die verspreid over het land op duivelse wijze handelen met de daar wonende Barbaren. Die komen echter niet in opstand tegen hen, maar laten zich tot slaaf maken. Later zullen ze zich nog in groepen laten zien voor de muren van Mensziel, maar het zal nooit blijvend zijn. Als kapitein Geloof, kapitein Goede-Hoop of kapitein Bevinding zich maar even zullen laten zien, gaan ze gelijk op de vlucht.

De kracht van zelfverloochening en het geloof

Bunyan voert weer een nieuw persoon het verhaal in: kapitein Zelfverloochening. Hij laat zien wat de kracht van zelfverloochening is. In de strijd die volgt is er ook een groeien in het geloof op te merken. De twijfel krijgt geen voet meer aan de grond, al is die niet geheel verdwenen.

Zelfverloochening - betekenis

In de strijd om de ziel krijgt satan ook veel last van de zelfverloochening van de gezaligde zondaar. Ware zelfverloochening is een bijzondere deugd, die de Heere aan de Zijnen schenkt. Het is een plicht die op hen rust, om zichzelf te verloochenen.

Wat is zelfverloochening? Zelfverloochening houdt in dat je jezelf wegcijfert. Het kan een opofferen van jezelf genoemd worden, ten gunste van een ander of ter wille van God. Zichzelf verloochenende mensen zijn niet moeilijk in de omgang. Ze zetten zichzelf niet op de voorgrond en staan vaak snel klaar om de ander te gerieven. Eigenbelang wordt opzij gezet en het belang van de ander vooropgesteld. Zichzelf verloochenende mensen staan bekend om hun dienstbaarheid. Eigen behoeften worden uitgesloten of zelfs verbannen. Zelfverloochening wordt ook wel zelfopoffering of zelfverzaking genoemd. Zelfverloochening kan echter ook een valkuil zijn. Het kan ten koste gaan van je eigen gezondheid en welzijn. Het is eigenlijk geen vraag of het doorslaan in zelfverzaking on-Bijbels is.

Christus’ Zelfverloochening

Van Christus kan gezegd worden dat de ijver van Gods huis Hem verteerd, verslonden heeft (Ps. 69:10 en Joh. 2:17). Hij heeft Zichzelf gegeven, geofferd om zondaren te redden. Daarvoor is Hij de strijd aangegaan met satan. Daarvoor is Hij mens geworden en heeft Zichzelf vernietigd en heeft Hij de gestaltenis van een dienstknecht aangenomen (Fil. 2:7). Heel veelzeggend was Zijn Zelfopofferende liefde toen Hij de voeten van Zijn discipelen waste. En toch ging het uiteindelijk om Zijn eigen eer en de eer van Zijn Vader! Hij had zijn Eigenbelang op het oog. Maar dat stond niet los van het belang van de zaligheid van de Zijnen. Zijn Eigenbelang vereiste de zaligheid van verloren zondaren en Zijn lijden was in het belang van diezelfde zondaren. En toch, hoe tegenstrijdig klinkt het: Hij kan Zichzelven niet verloochenen (2 Tim. 2:13). Hij kan niets doen wat tegen de volmaaktheid van Zijn eigen natuur strijdt. Het laatste zou gebeuren als Hij iets belooft of dreigt, en Hij doet het niet.

De zelfverloochening van de christen

Christus, Die Zichzelf verloochend heeft, roept de Zijnen ook op tot zelf-verloochening: Zo wie achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op en volge Mij (Mark. 8:34). Nee, niet zomaar een enkele keer, maar dagelijks! Wat een les. En waarom? En die zijn kruis niet op zich neemt en Mij navolgt, is Mijns niet waardig (Matth. 10:38). Dat is geen zwakheid, maar daarin ligt juist de kracht van het geloof. Daarom gebruikt Bunyan het beeld van de zelfverloochening. Zelfverloochening doodt veel ondeugden, veel zonden. Dat gaat niet vanzelf. De vijand weet zelfverloochening veel wonden toe te brengen. Maar die wonden vergroeien tot littekens. Daarin gaat de christen de weg van zijn Meester. Juist in de littekens van Zijn handen, voeten en zijde zit zoveel kracht!

Strijd tegen de twijfel

Een bijzondere strijd heeft Gods kind te voeren tegen de twijfel. De strijd kan alleen een goede uitkomst hebben als de deugden van godzaligheid als één man ten strijde trekken tegen de zonde. Waar verwarring is, kan de twijfel toeslaan. Waar eenheid is, ziet de twijfel geen kans om een bres te slaan. Dan vlucht de twijfel weg en wordt haar kracht verbroken. Dat betekent niet dat de twijfel totaal verslagen is en zich niet meer kan opdoen.

Regelmatig roert de twijfel zich weer in het hart. Maar als geloof en hoop krachtig zijn, verdwijnt de twijfel direct met de noorderzon. Waar het geloof groeit, verzwakt de twijfel. Dan is er sprake van opwas in de genade. De slaafse twijfel neemt echter wel bezit van degenen, de barbaren, die niet behoren tot Gods volk en voor wie de taal van Gods Woord ten diepste een onbekende taal is (zie kanttek. 2 bij Hand. 28:2).

De Heere lere ons de les, om als zichzelf verloochenende kruisdragers te zien op Christus: Ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke voor de vreugde die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen en schande veracht, en is gezeten aan de rechterhand van den troon Gods (Hebr. 12:2).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De heilige oorlog (148)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's