De heilige oorlog (66)
Een nieuwe dag
De teruggekeerde stadsbestuurders hebben bij de Oorpoort verteld van de blijde boodschap die ze meegekregen hebben voor de stad. De bekendmaking van vergeving zal de volgende dag aan de gehele stad voorgelezen worden. Dan volgt een nacht vol zang en muziek waar van blijdschap niemand kan slapen.
De vergeving afgekondigd
De nieuwe dag breekt aan. Burgemeester Verstand, de heer Vastewil en secretaris Geweten komen op het door de Prins genoemde tijdstip naar het marktplein. Daar staan de burgers al te wachten. De drie mannen komen in de kleding en met de sieraden en heerlijkheid die ze van de Prins de vorige dag hebben ontvangen. Ook het marktplein wordt met die heerlijkheid verlicht. De mannen lopen, voornaam gekleed en terwijl hun sieraden getoond worden, naar de zuidzijde van het plein waar de Mondpoort is te vinden. Daar werden vroeger de belangrijke zaken bekendgemaakt. De burgers wachten met grote belangstelling af wat er gezegd gaat worden.
De secretaris komt naar voren, wenkt met zijn hand om stilte, en leest dan met luid hoorbare stem voor dat de Koning gratie verleent. Al lezend komt hij bij de volgende woorden: ‘HEERE HEERE, God, barmhartig en genadig; lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid; Die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, Die de ongerechtigheid en overtreding en zonde vergeeft’.
Vreugde bij de burgers
De mensen kunnen zich niet meer inhouden en dansen van vreugde. Iedereen heeft namelijk deel aan deze vergeving en voelt de bevestiging daarvan. De inwoners van Mensziel haasten zich naar de stadsmuren. Daar gekomen draven de burgers over de wallen en de muren. De burgers buigen daarna zevenmaal met het gezicht richting de tent van Immanuël en roepen met grote blijdschap: ‘Laat Immanuël eeuwig leven!’
De jonge mannen van Mensziel krijgen de opdracht de klokken te luiden van vreugde. Terwijl het carillon klinkt, zingen de mensen liederen en wordt in iedere woning muziek gemaakt.
Vreugde in het leger
Op het moment dat de secretaris de vergeving in de stad bekendmaakt, juichen in het kamp, op bevel van de Prins, ook de kapiteins met al hun officieren en de soldaten. De trompetten klinken. De vlaggen wapperen, waarvan de ene helft staat op de berg Genade en de andere helft op de berg Gerechtigheid. De Prins geeft ook de opdracht aan de kapiteins zich in hun volle wapenuitrusting te vertonen, terwijl hun soldaten juichen van blijdschap.
In het kasteel bevindt zich kapitein Geloof. Ook hij laat zich met trompetgeschal horen vanaf de torentrans, zodat het overal in de stad en in het kamp van de Prins te horen is.
Een vergevend God en een verblijde ziel
Met deze beschrijving sluit Bunyan hoofdstuk 5 (‘De capitulatie en haar gevolgen’) af. De ziel heeft zich eindelijk en gewillig onderworpen aan zijn barmhartige Schepper en Verlosser. De vergeving van zonden, het hemels pardon, heeft in de ziel geklonken. Het ongeloof is verdwenen en het geloof heeft overwonnen.
In de poort
Belangrijke zaken werden in het oude Israël altijd in de poort besproken, geregeld of bekengemaakt. Daar waren de woorden van de wet te vinden, waarnaar alle zaken werden geregeld. En gij zult ze (…) aan uw poorten schrijven (Deut. 6:6). Daar waren de rechters en de bestuurders te vinden. Rechters en ambtlieden zult gij u stellen in al uw poorten die de HEERE uw God u geven zal onder uw stammen; dat zij het volk richten met een gericht der gerechtigheid (Deut. 16:18). Daar werd ook de zaak aangaande Ruth afgehandeld. En Boaz ging op in de poort en zette zich aldaar (Ruth 4:1). Op die plaats, waar de woorden van recht worden gesproken, klinken ook de woorden van barmhartigheid en genade. Er wordt geen genade buiten het recht om geschonken! Sion zal door recht verlost worden, en haar wederkerenden door gerechtigheid (Jes. 1:27). Er wordt weleens gebeden ‘om genade, en geen recht’. Dat is te begrijpen, maar niet naar Gods Woord. De apostel Paulus zegt dat de genade komt door één rechtvaardigheid (zie Rom. 5:18), dat is de gehoorzaamheid van Christus. Bunyan gebruikt hiervoor het beeld van twee heuvels, de heuvels Genade en Gerechtigheid, waarop de vlaggen wapperen. Genade zonder gerechtigheid is onmogelijk, gerechtigheid zonder genade zal vreselijk zijn.
Vergeving
Bunyan grondt zijn verhaal hier op de woorden die de HEERE tegen Mozes heeft gesproken. Uit die woorden blijkt wat de Bron en Oorzaak van die vergeving is: HEERE HEERE God (…) Die de ongerechtigheid en over treding en zonde vergeeft (Ex. 34:6). Wie het eigendom van Christus is, zijn ook de zonden afgewassen door Zijn dierbaar bloed (Heidelbergse Catechismus, antwoord op vraag 1). Naar de kennis van deze vergeving heeft dan ook ieder van Gods volk te staan, al is er tegelijkertijd ook verschil in de zekerheid en de helderheid in de ziel en tussen de ene gezaligde zondaar en de andere. David begint zijn onderwijs in Psalm 32 met de volgende woorden: Welgelukzalig is hij wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is. Deze wetenschap bracht hem en brengt al Gods volk daarom als het goed is voortdurend tot het gebed: Was mij wel van mijn ongerechtigheid, en reinig mij van mijn zonde (Ps. 51:4). Dat maakt dan ook als het goed is de gedurige strijd in het hart van Christus’ ware discipelen uit: zijn mijn zonden vergeven?
Door het geloof
Wat betekenen het klokgelui, de verschijning van kapitein Geloof en het draven van de burgers over de wallen en muren? Bunyan heeft zelf de bedoeling daarvan uitgelegd: ‘De wallen betekenen het vlees. Dat vlees wordt onder de voet getreden omdat de ziel van vreugde over de verlossing overstelpt is. Het klokgelui wijst op de liefelijke gedachten en lofverheffingen, die uit de ziel omhoog stijgen. Geloof laat zich zien en horen in de vesting. Het geloof komt voor de dag, het laat zich zien aan Immanuël en de geredde Mensziel allebei’.
Zo vormt het geloof de schakel die Christus aan de ziel en de ziel aan Christus verbindt. Het ware geluk in Christus acht alle vleselijke dingen schade en drek. Zo wordt de ziel door gerechtigheid verhoogd en zet bij wijze van spreken de trompet aan de mond. En al het volk des lands was blijde en blies met trompetten (2 Kon. 11:14, bij de inhuldiging van de 7-jarige Joas).
Christus de eer
Zal Christus dan niet de eer ontvangen, omdat Hij de vergeving van zonden in een weg van lijden en sterven heeft verdiend en op grond van Zijn opstanding toepast? De ziel zal in verwondering en verootmoediging bukken en buigen voor Hem. Zevenmaal, zegt Bunyan – als het ware zonder ophouden. De woorden van Psalm 72 stromen uit het hart en de mond juicht: En Hij zal leven (vs. 15a). Zoals ook uitgeroepen is bij de zalving van koning Sálomo: en zij bliezen met de bazuin, en al het volk zeide: De koning Sálomo leve! (1 Kon. 1:39).
Kunnen we instemmen met psalm 72:11 (ber.)?
Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen,
men loov’ Hem vroeg en spa!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 2021
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 2021
De Wachter Sions | 12 Pagina's