Zijn uitgebreide handen

1. Een vraag voor u:

Betekenen deze woorden uit Jesaja 65 vers 1 dat er niemand naar God vraagt en niemand naar God zoekt? Dit wordt wel vaak bij deze tekst gedacht. Betekenen deze woorden dan ook: Zalig worden is een eenzijdige Godsdaad in het leven van Zijn uitverkoren Kerk in Christus?

Dat is natuurlijk voor honderd procent waar: niemand vraagt en zoekt in zijn doodstaat naar de Heere. Niemand vindt de Heere in eigen kracht.

Immers, zalig worden is een vrije en soevereine daad Gods. Dat wordt ook het grootste wonder in het leven van de Kerk. Zalig worden is een werk van Boven naar beneden. Toch hebben deze woorden van de tekst nog een andere strekking.

Dat zal duidelijk worden wanneer wij letten op het verband waarin deze tekst staat. Maar ook als we letten op de woorden van Paulus in Romeinen 10: ‘En Jesaja verstout zich en zegt: Ik ben gevonden van degenen die geen volk zijn…’ (Rom. 10:20a). Paulus zegt hier dat de profeet Jesaja zich verstout om Gods Woord te brengen. Jesaja moet moed bij elkaar verzamelen om dit te spreken. Waarom eigenlijk?

De prediking die hij moest brengen van de Heere was een aangrijpende prediking. Een prediking tot het afgezonderde volk van Israël. Wat was de inhoud van deze prediking? Dat de Heere Zijn handen zou aftrekken van dit bevoorrechte volk Israël en zou gaan omzien naar de heidenen. ‘Tot het volk dat naar Mijn Naam niet genoemd was…’.

2. De uitgebreide handen des Heeren

Israël was het volk dat naar de Naam des Heeren was genoemd en dat in tegenstelling tot de heidenen. Maar wat heeft Israël gedaan? Ze hebben de uitgebreide handen des Heeren afgeslagen! Dat zien wij duidelijk in Jesaja 65 vers 2: Ik heb Mijn handen uitgebreid, den gansen dag, tot een wederstrevig volk, die wandelen op een weg die niet goed is, naar hun eigen gedachten’.

Hoe nederbuigend goed was de Heere voor dit volk geweest. De Heere had Israël niet zomaar gewenkt, geroepen, genodigd met een vinger of één hand. Maar met beide uitgebreide handen had Hij ze gewenkt, geroepen, genodigd om als een doemwaardige, rechteloze zondaar aan Zijn voeten te vallen. Ja gewenkt, om gans hulpeloos tot Hem te vlieden, opdat Hij hun Redder zij. Maar zij hebben de Heere laten roepen, nodigen en Zijn roepstemmen in de wind geslagen en afgeslagen! Het is toch begrijpelijk dat de Heere nu zegt: Het is genoeg… Ik ga Mij wenden tot een ander volk, tot een volk dat naar Mijn Naam niet is genoemd, een volk dat nog nooit naar Mij heeft gehoord en daarom ook niet naar Mij vraagt en zoekt.

Om deze prediking te brengen, daar had Jesaja moed voor nodig. Een diep ingrijpende prediking! Het werd hem niet in dank afgenomen. Ze hebben hem om zijn prediking gehaat. De overlevering zegt dat Jesaja zelfs in stukken is gezaagd! Israël was een rijk bevoorrecht volk. De Heere heeft zoveel bemoeienissen met hen gehouden. Zo veel liefde betoond!

3. Werpt de Heere de teugels op de rug?

Een ongehoorzaam rijdier is een hopeloos geval. Al zo vaak is geprobeerd het te temmen! Niets heeft gebaat.

Wij zijn als kerkmensen rijk bevoorrecht. We zijn eens genoemd het Israël van het westen. Wat heeft de Heere ons geroepen! Ook als wij denken hoe onze gemeenten zijn ontstaan en hoeveel volk van God de Heere in ons midden had. Hij heeft ons nagewandeld met Woord en daden. Wat heeft de Heere lang Zijn handen uitgebreid over uw en mijn leven en over ons als gemeenten. Wat heeft Hij gewenkt met Zijn handen. Denk aan de oorlogen in de vorige eeuw, aan de watersnood in ’53, aan de vele andere roepstemmen: Er ligt een coronatijd achter ons, er is een oorlog in Oekraïne, er zijn spanningen in Israël en het Midden-Oosten. Wereldwijd zijn er aardbevingen en watersnoden. Het zijn ook ernstige roepstemmen. Wat een kinderen Gods zijn reeds weggenomen door de dood. Het is voor ons nog genadetijd!

Hoe lang staat de Heere al met beide handen uitgebreid in ons land en in ons leven te roepen: ‘Bekeert u, bekeert u, waarom zoudt gij sterven! Verlaat de slechtigheden en leeft; en treedt in den weg des verstands’. Wat doen wij ermee, persoonlijk, maar ook als kerkelijke gemeenten? Slaan wij nog steeds al de bemoeienissen des Heeren in de wind? Schudden wij alle waarschuwingen nog van ons af? Wat doen wij bij Zijn uitgebreide handen? Hoe is het met mij op reis naar de nimmer eindigende eeuwigheid?

Wie ben ik, wie behoorde ik te zijn? Wat gaat er van het kerkelijke leven uit? Waar is de genade van de oude dag! De mens is zo goed uit Gods hand voortgekomen. Nu breidt Hij Zijn handen nog uit. Slaan wij ze af? Met eerbied gesproken: dan spelen wij met vuur. Dan zal de Heere eens zeggen: Nu trek Ik Mijn handen terug!

Geliefde lezer, kring van onze gemeenten: ‘Vernedert u onder de krachtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te Zijner tijd’ (1 Petr. 5:6). ‘Keert u tot Mijn bestraffing; zie, Ik zal Mijn Geest ulieden overvloediglijk uitstorten’ (Spr 1:23).

Bedenk, onze verantwoordelijkheid is zo groot. Wat zal het zijn: ‘Dewijl Ik geroepen heb en gijlieden geweigerd hebt, Mijn hand uitgestrekt heb en er niemand was die opmerkte, en hebt al Mijn raad verworpen, en Mijn bestraffing niet gewild, zo zal Ik ook in ulieder verderf lachen; Ik zal spotten wanneer uw vreze komt’ (Spr 1:24-26).

Bedenk ook: ‘Maar die naar Mij hoort, zal zeker wonen, en hij zal gerust zijn van de vreze des kwaads’ (Spr 1:33). Haast u, de tijd is voorts kort.

Bij de voorpagina:

Gereformeerde Gemeente Rijssen-West

In verband met de bouw van de nieuwe woonwijk Veeneslagen aan de westkant van de stad, worden er met ingang van 11 januari 1998 ’s zondags voortaan twee kerkdiensten belegd in de aula van de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap aan De Stroekeld. Na bijna anderhalf jaar als afdeling van Rijssen-Noord te hebben gefungeerd, wordt Rijssen-West op 16 mei 2001 zelfstandig. Op 31 mei 2002 legt ds. J. Mol samen met ouderling K.H. de Heer de eerste steen van het huidige kerkgebouw. Op 13 december 2002 neemt ds. C.A. van Dieren de nieuwe kerk in gebruik met een preek over Haggaï 2:10b: ‘En in deze plaats zal Ik vrede geven, spreekt de HEERE der heirscharen’. Aanvankelijk telt De Tabernakel 925 zitplaatsen, maar in 2013 wordt dit aantal uitgebreid tot 1125. Tevens wordt er dan een nieuwe entree gerealiseerd en wordt de vergaderruimte uitgebreid. De geschiedenis van de gemeente is beschreven in ‘Elk verhaalt zijn weg en zaken’. De gemeente telt 832 belijdende leden en 774 doopleden.

Ik ben gevonden van hen die naar Mij niet vraagden, Ik ben gevonden van degenen die Mij niet zochten; tot het volk dat naar Mijn Naam niet genoemd was, heb Ik gezegd: Zie, hier ben Ik, zie, hier ben Ik.

Jesaja 65:1

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen