Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een dorpsgeschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een dorpsgeschiedenis

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ottho Gerhard Heldring (1804-1876) werd in 1827 predikant in Hemmen, een dorpje in de Betuwe. Hij was een van de voormannen van het Nederlandse Reveil.

Ds. Heldring heeft een groot deel van zijn leven gewijd aan filantropisch werk. Hij heeft heel wat instellingen gesticht, onder meer in Zetten en Hoenderloo. Daarnaast heeft hij veel geschreven. In 1864 schreef hij over een ervaring in zijn eigen gemeente Hemmen. ‘Een dorpsgeschiedenis’, zo luidde de titel van het verhaal.

Ds. Heldring raakte eens in gesprek met een man die bezig was met appels plukken. Er was dat jaar een overvloed aan appels, en dan was er vanzelf ook veel afval. Maar daarmee konden dan de varkens vetgemest worden, zei de man. ‘Dat zou goed zijn’, zei ds. Heldring. ‘Ja’, was het antwoord, ‘maar als de appels niet zoet zijn, lusten de varkens het niet. Dat is zo met het varken van mijn zwager’. ‘Moet het varken dan sterven?, vroeg de predikant. ‘Nee, dat niet, het beest eet wel genoeg om te blijven leven, maar niet genoeg om vet te worden’. ‘Laat hij het dan verkopen!’ ‘Nee, dat doet mijn zwager niet, hij zegt dat hij dan iemand bedriegen moet, en dat mag niet’.

Ds. Heldring was verbaasd over zo’n grote eerlijkheid. Een varken betekende toch heel veel voor menig arm gezin. Geen varken, dat betekende ook een heel jaar geen varkensvlees. Dan bleef er niet veel over dan aardappelen en water en zout.

Zegen?

Enkele dagen later was ds. Heldring op bezoek bij een rijk man. Er waren daar nog meer mensen. Het gesprek ging over ‘de beginselloosheid van onze tijd’. Ds. Heldring vertelde over wat de arbeider gezegd had. Het maakte indruk. ‘Enige ogenblikken later trok iemand zijn beurs, en gaf mij drie gulden om een ander varkentje te kopen voor de trouwhartige arbeidsman’.

Ds. Heldring liet de man bij zich komen en gaf hem het geld. De man was er blij mee, maar toen hij wegging zei hij: ‘Ik moet u nog iets zeggen. Het is vijftien jaar geleden dat ik geleerd heb zo te handelen, en daar bent u de oorzaak van’. ‘Hoe dan?’ ‘U herinnert zich nog wel de arme T., die man met dat kreupele been. U hebt eens een oud paard voor hem gekocht en die man had onnoemelijk veel voorspoed met dat paard. Na een jaar was het veel gezonder, en het droeg een veulen bij zich. Hij heeft dat paard toen verkocht, en het bracht zó veel op dat hij voor het geld een ander paard kon kopen en ook nog een goede koe, en zo had hij melk en boter. Die voorspoed heeft een paar jaar geduurd. Iedereen zei: ‘Blijkbaar rust er zegen op alles wat de arme T. onderneemt'. Maar u kwam eens bij hem op bezoek, en ik was er ook. T. vertelde toen wat er gebeurd was. Het tweede paard was inmiddels oud geworden, het kon niet meer bijten, het was eigenlijk helemaal op. Hij had het aan een voerman verkocht. Maar dat het paard totaal versleten was had hij niet tegen de koper verteld. Hij zag er een nieuwe zegen in dat hij het paard voor een mooie prijs had kunnen verkopen.

T. zelf vond het een mooi verhaal, maar ik zag dat u ontzettend boos werd. U zei: ‘Ik vrees dat de zegen die tot nu toe op u rustte van nu aan in een vloek zal veranderen. Zo met een gave Gods te bedriegen, kan niet anders dan het oordeel Gods berokkenen’. T. vond het heel onaangenaam wat u zei, maar ik dacht: ik zal nauwkeurig acht nemen.

Uw voorspelling is letterlijk vervuld. Van die tijd af is alles schrikkelijk tegengelopen. De man kocht een ander paard. Dat paard moest een veulen werpen en drie nachten waakte men er bij. Op de vierde nacht overmande hem de slaap, en het veulen lag verdronken in de sloot. Het paard stierf, de koe ging verloren, alles ging achteruit. Zijn vrouw stierf en naderhand brandde zijn huisje ook nog af’.

Waarschuwing

Ja, ds. Heldring herinnerde zich dat alles nog goed, al was het lang geleden dat dit alles gebeurd was. Het verhaal was tot in de kleinste trekken waar, zo schreef hij. En waarom bracht hij het nu onder de aandacht van zijn lezers? ‘Ik dacht: misschien zal deze geschiedenis in een land waar liegen en bedriegen een alledaagse zaak is, deze of gene nog wel tot een waarschuwing zijn’.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 mei 2024

De Saambinder | 24 Pagina's

Een dorpsgeschiedenis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 mei 2024

De Saambinder | 24 Pagina's