Gericht
De heidenen zullen zich opmaken en optrekken naar het dal van Jósafat; maar aldaar zal Ik zitten om te richten alle heidenen van rondom. Joël 3:1-15
De Heere regeert echt alle dingen. Niets en niemand valt buiten Zijn voorzienigheid. Hij haat de zonde, maar bestuurt alles zo dat Zijn raad zal bestaan. In Joël 3 laat de Heere daar iets van zien.
De heidenen maken een plan om Israël aan te vallen. In vers 9-11 wordt dit levendig geschilderd. De oproep klinkt om zich klaar te maken voor de oorlog. Landbouwgereedschap wordt omgesmolten om wapens te produceren. De vijanden komen uit alle omliggende volken om het land binnen te vallen. Meerdere fronten worden tegelijk geopend. Ze komen in menigten naar het dal van Josafat. Zeer waarschijnlijk is dit een verwijzing naar 2 Kronieken 20, toen het tweestammenrijk onder koning Josafat van alle zijden werd aangevallen.
De werkelijke oorzaak
De heidenen komen vastberaden en vol bloeddorst. Ze gaan echter hun ondergang tegemoet. Ze denken dat het hun eigen plannen zijn. Maar in werkelijkheid is het de Heere die hen vergadert (vers 2). Híj zorgde dat ze samenkwamen. Zodat Hij met hen zal richten. Een gedachte om voor te beven. Als u blijft in uw aangeboren vijandschap tegen de Heere, zal u door Zijn leiding op die plaats komen, waar God met u in het gericht zal treden. Ik zal met hen aldaar rechten! Wat heeft de Heere tegen de heidenen? Ze hebben zich vergrepen aan Zijn eigendommen. Ze hebben de Israëlieten tot slaven gemaakt en verkocht naar verre landen. Ze hebben de tempelschatten geroofd en aan de afgoden gegeven. En de Heere zegt:
Ik zal uw vergelding wederbrengen op uw hoofd (vers 7). Laten we dit eens vertalen naar ons leven. Heeft u zich ook niet vergrepen aan Zijn eigendom? Onze kinderen niet opgevoed voor Hem, maar opgevoed voor deze wereld? Onze gezondheid, tijd, liefde, krachten weggegeven aan de dienst van de zonde en niet aan Zijn dienst? Ik zal uw vergelding wederbrengen op uw hoofd!
Geen uitstel meer
Voor de heidenen klinkt in Joël 3 geen Evangelie meer. Er is geen oproep tot bekering of nodiging tot de zaligheid. Die tijd is voorbij. Het oordeel is onafwendbaar geworden. Laten we goed bedenken dat de Heere niet altijd zal blijven kloppen aan de deur van ons hart. Dat Zijn dienaren niet oneindig zullen arbeiden tot het behoud van onze ziel. De tijd nadert, dat die tijd voorbij is. Zon, maan en sterren worden zwart (vers 15). Dan klinkt in de hemel: Slaat de sikkel aan, want de oogst is rijp geworden; komt aan, daalt henen af, want de pers is vol en de perskuipen lopen over; want hunlieder boosheid is groot. Een tekst die in Openbaring 14:15 wordt betrokken op de wederkomst. En geen zondaar zal het gewis verderf ontkomen, als in het gericht door God wordt wraak genomen! Daarom, zonder uitstel, moet u verzoening met God zoeken. Verzoening met God, in Christus. Doe als koning Josafat destijds. Jósafat nu vreesde en stelde zijn aangezicht om den HEERE te zoeken. En hij kreeg antwoord, want het was genadetijd. En dat is het vandaag ook nog…
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 2024
De Saambinder | 24 Pagina's
