Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heere Jezus in de kribbe gelegd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heere Jezus in de kribbe gelegd

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat is dat voor Maria geweest toen ze haar Kind in de armen hield! Zij is ook kind, Zijn kind! En Hij is haar Zaligmaker. Daar is geen sprake van geven, maar van krijgen.

Maria krijgt Hem in haar armen

Als een moeder haar zojuist geboren kind in de armen gelegd krijgt, lopen de gedachten en gevoelens vaak door elkaar, om uit te lopen op grote verwondering. Het in haar schoot gegroeide leven gaat alle begrip te boven. En wat dit jonge leven mee zal maken, daar kan ze in de verste verte niet bij. Hoe zal dat bij Maria geweest zijn?

Maria zal teruggedacht hebben. Het begin van het leven in haar schoot ligt in de eeuwigheid. De Heilige Geest is over haar gekomen en de kracht van de Allerhoogste heeft haar overschaduwd. Zo is het in haar verwekt. Het is Gods Zoon. Zijn vermakingen waren van eeuwigheid met de mensenkinderen. Haar weg was vleeskruisigend geweest. Over het begin van de zwangerschap kon ze zelfs met Jozef niet spreken. Maar God, de Vader, baande de weg voor haar. En daar hoorde ook de weg naar Bethlehem bij; die was ook vleeskruisigend, tot in de beestenstal. Geen plaats voor haar? Geen plaats voor Hem! Die weg ging Hij om een eeuwige plaats bij God voor de Zijnen te verdienen.

En nu ligt Hij toch in haar armen, ja, tegen haar hart. Wat een wondere gedachtenmengeling in haar. Zij is een verloste moeder. Niet van haar kind, maar door haar Kind! Ze heeft Zijn verlossende werk nodig. Ongetwijfeld heeft ze haar lofzang weer gezongen: ‘Mijn ziel maakt groot den Heere, en mijn geest verheugt zich in God mijn Zaligmaker; omdat Hij de nederheid Zijner dienstmaagd heeft aangezien; want zie, van nu aan zullen mij zalig spreken al de geslachten’.

Kunt u instemmen? De Heere vervult beloften bij een ontledigde ziel. Uit Zijn volheid hebben we ontvangen genade voor genade, zegt Johannes dan. In je nederheid opgezocht te worden door de Verlosser, wie kan het vatten? Hem in de armen gelegd te krijgen om Hem te omhelzen door het geloof. Hoe kan het! Wat een wondere mengeling van gedachten en gevoelens. Maria zong al van een barmhartig en krachtig werk. Als een verbrijzelde ziel na overtuiging wordt opgericht en aangezien. Wat een volheid om te verlossen is er voor arme zondaren.

Maria geeft Hem weer uit haar armen

Maria moest leren uit het geloof te leven. Daardoor kreeg ze vergezichten die het begrip te boven gaan. Ze leerde haar gedachten te bewaren in haar hart, maar dat zijn wel bijzondere geloofsoefeningen. Zij ligt daar als Zijn moeder, maar ze is ook Zijn kind, ja, Zijn bruid. Zij droeg Hem, maar Hij draagt ook haar. Zij mag Hem voeden, maar Hij wil haar voeden. Zij wil Hem verzorgen, maar Hij zal haar verzorgen, als haar Leidsman, haar Borg en Middelaar, haar Beschermer. Ze zal leren afzien van haar zorgen voor Hem en leren opzien naar Zijn zorgen voor haar. Een zwaard zal door haar ziel gaan. Het wordt in haar leven een afgesneden zaak. Het dienen van Hem neemt een einde en ze zal en mag leren dat Hij niet kwam om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen, ook voor haar.

Wat een ingrijpende zaak als ons dienen eraan moet. Als alle grond ons ontnomen wordt uit eigen werk en we voor God niets meer kunnen verdienen. Dan zal een zwaard door onze ziel ook ons afsnijden van al het onze, zoals staat in Hebreeën 4:12: ‘Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel en des geestes, en der samenvoegselen en des mergs, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten’. Dit zal iedereen leren die Christus door een waar geloof omhelsde. Het is de moeilijke weg van gemis tussen belofte en vervulling.

Maria legt Hem in de kribbe

De kribbe was in gebruik als voerbak voor de dieren. In een voerbak voor schapen en lammeren zien we een teken voor de evangelieprediking. Waar schapen bescherming vinden, lammeren geboren worden, herders vertoeven als het uitschot van de samenleving, daar moet de ruif niet te hoog gehangen worden. Er moet voedsel zijn voor hongerige en dorstige zondaren. Brood uit de hemel in Bethlehem.

De engel heeft met de herders gesproken over de kribbe en hen het liggen in de kribbe als een teken gegeven. Het Griekse woord voor teken betekent ook ‘voorteken’. De vernedering van de Zaligmaker is vrijwillig. Het ziet op het geheel van Zijn verdiensten. Hij komt daarmee in de kraamkamer van de lammeren, bij wie onderherders ook schapen zijn. Hij leidt ze en voedt ze, verzorgt en beschermt ze. Hij komt in een onreine stal. Hij reinigt onreinen en wordt door niemand verontreinigd, zoals later de melaatsen die Hij aanraakte. Maria legt Hem in de kribbe. Ze laat Hem los. Ze legt Hem neer. Ze ervaart een zekere scheiding. Dat zal nog vele malen gebeuren. Iedere moeder ervaart het loslaten vele malen. Maar hier gaat het veel dieper, namelijk ook in geestelijk opzicht. Het diepste zal ze het ervaren op Golgotha.

Gods kinderen ervaren hier ook iets van. Ze leren omhelzen, maar ook loslaten. Denk aan de discipelen op zee, als Hij op de berg is. Denk aan Gethsémané. En op Golgotha, na Zijn sterven. Het zijn worstelingen: ik laat U niet gaan, tenzij Gij mij zegent. Nodig is de wondere bediening uit Zijn volheid. Bij iedere scheiding wordt ervaren Hem meer te laten doen. De toepassing van Zijn lijden, sterven en opstanding waarbij wij onwillig en trots moeten sterven.

Eens is er geen enkele scheiding meer, maar eeuwig gemeenschap voor wie Hem lief kreeg in een stervensweg. Waar liefde is, verlangen we naar nabijheid van de Liefste. Waar u Hem zo ervaart, is het Kerstfeest.


⊲ En legde Hem neder in de kribbe… Lukas 2:7m


Bij de voorpagina:

Gereformeerde gemeente marknesse

De leden van de Gereformeerde Gemeenten die vanaf 1941 betrokken zijn bij het in cultuur brengen van de Noordoostpolder kerken aanvankelijk in Genemuiden, Kampen of Lemmer. Vanaf 1948 worden er echter ook niet-ambtelijke leesdiensten gehouden op de boerderijen van de latere kerkenraadsleden A. van Pienbroek en M. Lambregtse. Na verloop van tijd worden deze diensten voortgezet in de kantine van ‘Kamp Marknesse’. In maart 1949 wordt het ‘leesgezelschap’ te Marknesse als afdeling bij Genemuiden ondergebracht. Op 31 mei 1951 volgt de instituering tot zelfstandige gemeente en op 4 september 1952 neemt ds. J.W. Kersten het huidige kerkgebouw (met 170 zitplaatsen) aan de Korte Voor in gebruik met een preek over Zacharía 4:6b: ‘Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de HEERE der heirscharen’. Een geschilderd paneel voorin de kerk herinnert aan deze dienst. De gemeente telt 49 leden en 49 doopleden.


Uit: MEER DAN OVERWINNAARS ds. G.H. Kersten (uitg. De Banier, 1953).

Het geloof nu is een vaste grond der dingen die men hoopt. Hebreeën 11:1a

Het zaligmakend geloof

Uit deze leer volgt dat een iegelijk staan moet naar de rust des geloofs in Christus. Die hebbelijkheid van het geloof kome tot de dadelijkheid. O, dat Gods volk toch meer zou lopen in de loopbaan om Christus te gewinnen; dat wij de grond eens verloren uit alles wat buiten de enige Zaligmaker is. Wat een klaarheid zou toch in onze ziel komen, dat het geloof Christus inlijft en Zijn weldaden aanneemt. Anderzijds, wat een troost ligt er in deze leer des geloofs voor al Gods volk, omdat de met Christus verenigde ziel toch nimmer omkomen kan, want de Heere zal Zijn werk in het leven behouden. Mocht dan het licht in onze harten opgaan, opdat wij in de gemeenschap met Christus beamen mogen het woord van Paulus: ‘Het geloof nu is een vaste grond der dingen die men hoopt’.

Nu is er onderscheid tussen geloof en hoop. Boven beide stelt Paulus de liefde, de liefde die blijft. In onze tekst worden geloof en hoop als twee onderscheiden weldaden voorgesteld. Dat onderscheid ligt hierin dat het geloof de van God beloofde goederen tot zich trekt, aanneemt en toe-eigent, terwijl de hoop zich uitstrekt naar het vergelegen goed en dat van verre verwacht. Het geloof is als een verrekijker, die de verst gelegen heilsgoederen tot de ziel trekt. De hoop doet het hart uitgaan tot de weldaden van het verbond, die veraf zijn, die begerend en verwachtend naar Gods beloftenissen. Geloof en hoop verschillen ten opzichte van het tegenwoordige en het toekomende. Het geloof doet de ziel rusten op hetgeen God gedaan heeft. De hoop strekt zich uit tot wat de Heere nog doen zal, naar Zijn toezegging. Zo vaak het geloof de beloften Gods omhelst, zo vaak doet het rusten in de vervulling die Christus bracht. In die geloofsoefening heeft de Kerk ook gedurig gezongen:

Gij zijt mijn God, U zal ik loven,

Verhogen Uwe majesteit.

De hoop overreedt de ziel dat God wat Hij beloofde, doen zal, op Zijn tijd, hoe onmogelijk het ook schijnt. God is geen man, dat Hij liegen zou. Het geloof doet rusten; de hoop strekt zich in levend verlangen uit naar vervulling van het beloofde goed. Zo is ook de hoop een onfeilbaar verwachten, een sterk uitgaan naar dat goed dat de Heere heeft toegezegd, sterker dan wachters naar de morgen.

De levende hoop vindt haar grond in het geloof. Paulus leert ons in de tekst die wij thans overdenken dat het geloof een vaste grond is der dingen die men hoopt. Als het waarachtig geloof ontbreekt, is onze hoop een hoop der spinnenkoppen die vergaan zal. Velen schijnen zich nochtans met zulk een bedrieglijke hoop te troosten. Zij hopen dat het wél met hen zal gaan. Met hun bekering maken zij geen ernst; er is nog tijd genoeg. Hun hoop is gebouwd op hun jonge, doch zozeer vergankelijke kracht. Velen hopen het goede en houden dit vast, soms tot hun sterfbed toe, op grond van hun doop en belijdenis.

wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 2023

De Saambinder | 24 Pagina's

De Heere Jezus in de kribbe gelegd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 2023

De Saambinder | 24 Pagina's