Overwinningsleven
Op cvandaag.nl (22 februari 2023) schrijft dr. W.J. Ouweneel dat hij de calvinistische verzoeningsleer nogal onbevredigend vindt. Bemoedigend is dat hij Calvijn op één lijn plaatst met GerGem-predikanten.
Het is volgens Ouweneel onterecht dat de ‘verzoening door voldoening’ de centrale boodschap van de Bijbel zou zijn. Volgens hem is het Koninkrijk van God de centrale boodschap. Christus heeft de overwinning behaald op de satan en sindsdien breekt het Koninkrijk van God in deze wereld door.
De calvinistische verzoeningsleer is volgens Ouweneel incompleet. Calvinisten vertellen wel vaak ‘waarom’ Christus stierf, maar niet ‘waartoe’, namelijk tot het discipelschap en het Koninkrijk. In de Formulieren van Enigheid zouden dat zwaar onderbelichte thema´s zijn. We horen bij de gereformeerde mensen wel veel over ‘ik ellendig mens’ uit Romeinen 7, maar weinig over ‘meer dan overwinnaars’ uit Romeinen 8. Wat moeten we hierop antwoorden?
Romeinen 7 & 8
Wanneer ik Ouweneel goed begrijp, ziet hij een tegenstelling tussen de mens in Romeinen 7 en Romeinen 8. De mens uit Romeinen 7 zegt ‘ik ellendig mens’, maar volgens Ouweneel kent die mens de kracht van de Heilige Geest niet. De mens van Romeinen 8 kent die kracht wel en zegt: De Geest heeft mij vrijgemaakt van zonde en dood (naar Rom. 8:2).
De echte discipelen van Christus zouden de klacht van Romeinen 7 te boven zijn en dus staan in de overwinning van het geloof. Daarom is het in de vergadering van christgelovigen niet meer nodig om de Tien Geboden te lezen. De christen is vrijgemaakt van de wet. In het overwinningsleven geldt alleen nog het gebod van Christus ‘dat gij elkander liefhebt’ (Joh. 13:34).
Calvijn
Dat zijn heel wat uitspraken die om een reactie vragen. We beperken ons tot de gesuggereerde tegenstelling tussen de mens in Romeinen 7 en Romeinen 8. Laten we de klacht van Romeinen 7:24 eens exegetisch bezien. Volgens Ouweneel is hier een onbekeerd mens aan het woord. Ons antwoord is dat ook in Romeinen 8 gezucht wordt en nog wel door degenen die de Geest ontvingen. ‘Wij die de eerstelingen des Geestes hebben, zuchten in onszelven’ (Rom. 8:23). Volgens Calvijn gaat het in de beide hoofdstukken om de wedergeboren mens die ‘niet alleen met zijn vlees moet worstelen, maar ook voortdurend zijn toestand voor God moet bewenen’. ‘Wie zal mij verlossen?´
betekent volgens Calvijn niet dat deze zuchter Christus niet kent. Maar ‘de meest volmaakten, zolang zij in het vlees wonen, zijn aan deze ellende blootgesteld’.
Dat de zuchter in Romeinen 7 een oprechte gelovige is, blijkt volgens Calvijn ook uit het vervolg in vers 25: ‘Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere’. Calvijn schrijft dat de heiligen in hun strijd nooit mogen vergeten wat zij van God ontvangen hebben. Klare taal!
Twee weldaden
Het is ook niet juist dat het nieuwe leven of de heiligmaking in de gereformeerde belijdenissen een ‘zwaar onderbelicht thema’ zou zijn. Calvijn noemt de rechtvaardigmaking en de heiligmaking de twee weldaden uit Christus. De ene kan niet zonder de andere. Maar bij de heiligmaking komt Gods kind de klacht over het zondaarsbestaan nooit te boven. De titel van het hoofdstuk hierover in de Institutie is veelzeggend: ‘Over de boetvaardigheid’ (Inst. III.3).
De Heidelbergse Catechismus spreekt ook over twee weldaden uit Christus: rechtvaardigmaking en heiligmaking, of verlossing en dankbaarheid. Ook nu weer een ootmoedige toon over de navolging: ‘de allerheiligsten hebben maar een klein beginsel van de nieuwe gehoorzaamheid’. In de laatste zondagsafdeling 52 horen we opnieuw de klacht van Romeinen 7, ‘dewijl wij van onszelf zo zwak zijn ...’. De twee weldaden vergeving en vernieuwing vinden we ook bij alle nadere reformatoren. Het bekende werk van Wilhelmus à Brakel, de ”Redelijke Godsdienst”, bestaat uit twee dikke delen. Het eerste deel gaat over ‘hoe’ wij zalig worden en het tweede deel over ‘waartoe’. In dit tweede deel staan zeer lezenswaardige hoofdstukken over het ‘discipelschap’, zoals over de ‘dapperheid’, de ‘vergenoeging’, het ‘zingen’, de geestelijke wasdom, etc.. Tegelijk zijn er ook treurige hoofdstukken over ‘de kracht van de verdorvenheid’, en ‘de geestelijke doodsheid’.
De oprechte christen zoals de Schrift hem tekent, is een tweemens en zaait met tranen. ‘Als droevig zijnde, doch altijd blijde; als arm, doch velen rijk makende; als niets hebbende en nochtans alles bezittende’ (2 Kor. 6:10).
De kanttekening zegt kortweg waarin dit rijke bezit bestaat: ‘namelijk in Christus, en met Christus’. In Christus alleen ligt de hoop op de eeuwige overwinning. ‘Maar Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft door onzen Heere Jezus Christus’ (1 Kor. 15:57).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 2023
De Saambinder | 24 Pagina's
