Hoe Christus de blindgeborene geneest
En zeide tot hem: Ga heen, was u in het badwater Silóam (hetwelk overgezet wordt: uitgezonden). Hij dan ging heen en wies zich, en kwam ziende. Johannes 9 vers 7
‘Rabbi, wie heeft er gezondigd, deze of zijn ouders?’ Deze vraag hoort ook de blindgeborene. Scherp luistert hij naar het antwoord: ‘Noch deze heeft gezondigd noch zijn ouders, maar dit is geschied opdat de grote werken Gods in hem zouden geopenbaard worden.’ Die woorden geven hem hoop. En dan strijkt die Rabbi ook nog slijk op zijn ogen. Wat een bemoeienissen! Heeft hij daar genoeg aan? Nee, die man is nog net zo blind als voorheen. In het geestelijke leven kunnen er bemoeienissen en overtuigingen zijn, maar dat is geen grond voor de eeuwigheid. Zeker, als de Heere in het leven spreekt, zal geen leed dat ooit uit het geheugen wissen. Toch moeten zulken met alles zeggen: ‘Nog ben ik blind.’ Hoe hun ogen geopend moeten worden, weten ze niet, maar Christus weet het wel. Hij zal onderwijs geven.
‘Ga heen, was u in het badwater Silóam.’ Met deze woorden zendt Christus de blinde naar het laagste gedeelte van Jeruzalem, waar het badwater is. Silóam betekent ‘gezonden’ of ‘uitgezonden.’ De Joden gaven het waterreservoir deze naam, omdat het voor hen een teken was. Zó zou de beloofde Messias tot hen gezonden worden. Het was een zichtbare belofte van de komst van de Zaligmaker, Die zou komen om dorstende zielen te verkwikken en onreine zondaren te wassen en te reinigen door Zijn bloed. Wat krijgt ‘Silóam’ voor de blinde een rijke betekenis. Buiten dat badwater is hij blind, blijft hij blind en sterft hij blind. Is het zo ook niet voor geestelijk blinden? Al het ware werk dat de Vader trekt, zal tot Christus komen en door Hem van de geestelijke blindheid verlost worden.
De blindgeborene, die met alles nog steeds blind is, ontvangt het geloof in zijn ziel, dat in dit aangewezen Middel redding en behoud is. Hij verlaat het aangename plekje waar de Heere tot hem sprak. Hij ziet niet op zijn onbekwaamheid om in Silóam te komen. Voor hem is maar één ding belangrijk. Hij moet naar de aangewezen plaats om behouden te worden. En is hij er gekomen? Zeker, hij is onderweg niet verongelukt. Daar zorgt de grote Koning voor. De grote werken van God moeten immers worden verheerlijkt, maar daar kan de blinde zelf niets aan toe- of afdoen. In Silóam mag hij met het reine, Goddelijke water zijn ogen wassen. O wonder, dan ziet hij voor het eerst het licht in de natuur. Bovenal gaan echter zijn ogen open voor de Schoonste van alle mensenkinderen. ‘Hij dan ging heen en wies zich, en kwam ziende.’
Vragen:
1. Wat betekent het in het geestelijke leven: slijk op de ogen en nog blind?
2. Wat is er te zeggen over het feit, hoe de blinde naar Silóam ging?
3. Waar wijst ons het badwater zo rijk op?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 2023
De Saambinder | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 2023
De Saambinder | 20 Pagina's