Het gekrookte riet [51]

EEN EN VIJFTIGSTE PREDIKATIE

Dat Zijn lust aan u is, dat laat Hij u voelen in uw treuren, door u enige aandoeningen van liefde en blijdschap te geven. U bent zo gerust als u treurende uw hart tot God uitgesproken hebt en Hem alles gezegd hebt wat er op uw hart is.

3. God troost ze met Zijn Zoon, de Middelaar, want Die is een Behouder en Zaligmaker. Ga naar Hem toe om door Hem behou- den te worden. De verslagene gaat. ‘Maak die zalig’, zegt Hij tot de Middelaar. ‘Grijp ze, neem ze, ontdek ze en verbind ze in hun smarten (Ps. 147:3). Hij is de Herder Die het verlorene gaat zoeken, verbinden en helen (Ezech. 34:23). Daartoe heb Ik U gezalfd (Jes. 61:1-3).

4. Zo troost Hij hen in hun treurdag. Hij geeft Zijn Geest aan die mensen. Zij klagen wel dat zij geen Geest voelen, maar Hij geeft hun de Geest der nederigheid, zachtmoedigheid, bescheiden- heid, medelijden en des gebeds. Hij geeft de Geest Die hen God en Zijn gemeenschap doet waarderen en hoogachten. Men kan van hen niet zeggen: ‘Het zijn natuurlijke mensen, die de Geest niet hebben’, zoals er van de wereld gezegd wordt (Judas:19). Aan alle kanten straalt de Geest van hen af. God troost ze niet alleen met de Bijbel, maar Hij zegt ook: ‘De bediening van het Woord zal voor u zijn. Ik zal u daar brengen waar een goede bediening is, of Ik zal de bediening brengen waar u bent’. ‘Dit is Mijn verbond, dat Ik met U maken zal, dat Ik met Mijn Woord en Geest niet van U wijken zal. Dat zeg Ik eerst tegen de Middelaar, en daarna ook tot u, dat Ik met Mijn Woord van uw mond niet wijken zal, noch van de mond uws zaads tot in eeu- wigheid’ (zie Jes. 59:21). Waar u treurigen vindt, zult u de Bijbel vinden. U gaat zo vaak met blijdschap naar de kerk, en u komt er zo vaak met blijdschap uit, en als u bekommerd begint te worden of er wel een goede bediening zal zijn, hoe treurt u dan. Maar God zal het alles wel voorzien.

5. God troost ze zo. Als u de Bijbel in uw huis hebt, al had u geen bediening, zo kan Hij u daarmee ondersteunen. Als u zulke of zulke beloften leest, lees dat vers dan niet zo vlug, zegt God. Zie eens wat er staat.

Een vrome vrouw, bedroefd zijnde, las eens Jesaja 57:15, waar God zegt ‘Ik zal wonen bij dien, die van een verbrijzelde en nederige geest is, opdat Ik levend make de geest der nederigen, opdat Ik levend make het hart der verbrijzelden’. Dat ben ik, zei ze, zo verbrijzeld, zo nederig. Het gevolg is dus dat de Heere bij mij wonen zal, dat Hij mij zal levend maken. Zo werken ze met de beloften, en voornamelijk onderzoeken ze wie de beloften toeko- men (Hand. 2:39).

(slot)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen