De heerlijkheid van Jeruzalem

David zingt over zo’n kunstwerk. Een fraai staaltje bouw- kunst! Hij bezingt in Psalm 122 de heerlijkheid van de stad Davids, van Jeruzalem. Deze psalm is de derde van de vijftien pelgrimsliederen. Zij werden gezongen door hen, die voor de grote feesten van Israël op weg waren naar Jeruzalem. De dichter bezingt bij de aankomst in de stad het einddoel van zijn reis (vers 1b-2). Een lofzang op Jeruzalem: ‘Jeruzalem, dat ik bemin, wij treden uwe poorten in; Jeruzalem is wél gebouwd, wél saamgevoegd; wie haar beschouwt, zal haar voor ’s Bouwheers kunstwerk groeten’.

De pelgrims zijn diep onder de indruk van de prachtige stad. ‘Wél samengevoegd’. Dat wil zeggen: alsof de verschillende delen van Jeruzalem draden zijn, die samen tot één kunstig kleed zijn geweven. De machtige bouw van de stad werd gezien als een symbool van de macht en de heerlijkheid van de God van Israël. Deze stad was in Davids tijd verkoren om de stad te zijn waar God Zijn woonplaats had. En ook in 2022 is Jeruzalem een belangrijke stad. Treffend is de profetie van Zacharia: ‘En het zal te dien dage geschieden dat Ik (de HEERE) Jeruzalem stellen zal tot een lastige steen allen volken; allen die zich daarmee beladen, zullen gewisselijk doorsneden worden; en al de volken der aarde zullen zich tegen haar verzamelen’ (Zach. 12:3).

De stad van God

Maar de HEERE bouwt ook het geeste- lijke Jeruzalem. Gods kinderen, die een nieuw hart hebben en door het geloof deel hebben aan Christus, worden vergeleken bij een stad. Paulus schrijft in de Hebree- ënbrief: ‘Maar gij zijt gekomen tot de berg Sion en de stad des levenden Gods, tot het hemelse Jeruzalem’. Ook van deze levende Kerk mag worden gezongen dat zij wél gebouwd is. God is de Architect en Ontwerper. Hij is de eerste Auteur, de Funda- mentlegger, de Opbouwer, de Behoeder en Bewaarder van Zijn Kerk, zo schrijven de kanttekenaren. Hij begint en voltooit het bouwwerk. Hij is de Alfa en de Omega. Hij bouwt de stad en zorgt Zelf ook voor de inwoners. ‘Hij vergadert Israëls verdre- venen’ (Ps. 147:2).

Gods heerlijk bouwwerk is gemaakt naar een bestek (bouwplan). De Heere bouwt naar Zijn eeuwig welbehagen. Hij bouwt naar Zijn vastgemaakt bestek, gemaakt in de eeuwige vrederaad. Waarop bouwt Hij de muren? Nee, niet op moerasgrond of zandgrond! Hij bouwt op het enige Fundament. ‘Want niemand kan een ander fundament leggen dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus’ (1 Kor 3:11). De Heere Jezus Christus is de belangrijkste Funderingssteen. Vast en onwankel- baar. Het geestelijke Jeruzalem is gegrond op Zijn kostbare bloed. Dit Fundament is beproefd in de vuurgloed van Gods toorn op Golgotha.

Materiaal

Een bouwer gebruikt materialen. Waaruit bouwt de HEERE dat heerlijke Jeruzalem? Hij gebruikt stenen (mensen) die verloren liggen in zonden en misdaden. Ze worden opgeraapt uit de modder van de zonden. Ze worden bewerkt door de Heilige Geest. Ze zijn in zichzelf onbruikbaar en zonder enige heerlijkheid. De HEERE bouwt Zijn Kerk uit stenen die wij zouden weggooien. Geen sierlijke, geen beste, geen mooie stenen. ‘Ik zal Mij ontfermen diens Ik Mij ontferm, en zal barmhartig zijn, dien Ik barmhartig ben’. Ze worden gewassen in Christus’ bloed en vernieuwd door Zijn Geest. Ze zijn zwart, doch lieflijk!

Misschien vraagt u zich af hoe lang de Heere nog zal bouwen aan Zijn geestelijke stad? Zo lang nog totdat de laatste uitver- koren steen is ingemetseld. Daarom kan het vandaag nog voor de grootste van de zondaren. Het is nog genadetijd! Maar … er is wel haast bij.

Welke instrumenten gebruikt de HEERE bij de bouw? Hij bouwt door Zijn Geest en Woord. ‘Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de HEERE der heirscha- ren’ (Zach. 4:6).

Geen bouwstop

Het bouwen is zeker. ‘God zal hen Zelf bevestigen en schragen’. Als de HEERE bouwt, wie zal dan keren? Dat is tot troost voor buitenstaanders en missende, uit- ziende zielen. Dat is tot bemoediging van ouders die hun kinderen zien weg zwerven in deze wereld.

Wat is het voor ons allemaal, jong of ouder, nodig te weten dat we tot die levend gemaakte stenen behoren. Bouwt u en bouw jij nog steeds aan het grote Babel in deze wereld? Vraag of je ogen worden geopend, opdat de heerlijkheid en de glans van de wereld mag vergaan! Zoek de HEERE terwijl Hij te vinden is.

Moet u belijden dat het voor u niet meer kan? Dat is waar. Het kan inderdaad nooit meer van onze kant, maar hoor dan eens: de HEERE is nog bouwende Jeruzalem (Ps. 147:2a). Smeek en bedel op uw knieën: Zo doe Hij ook aan mij! O God, wees mij, arme zondaar, genadig.

Zalige inwoners

Straks - als de Heere Christus terugkomt op aarde - zullen alle steden, hoe groot en prachtig ook, brandende vergaan. Maar zie! ‘En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit de hemel, toebereid als een bruid, die voor haar man versierd is’ (Openb.21:2). Wat is de heerlijkheid en de schoonheid van het hemelse Jeruzalem? ‘En de stad behoeft de zon en de maan niet, dat zij in dezelve zouden schijnen, want de heerlijk- heid Gods heeft haar verlicht en het Lam is haar Kaars’ (Openb.21:23). Zal jij, zult u dan voor eeuwig binnen of buiten zijn?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen