Teellinck en zijn ”Noord-Sterre”
Waar koerst uw levensscheepje op aan? Waarop is uw navigatie gericht? Voor deze indringende vraag stelt Willem Teellinck zijn lezers in ”Noord-Sterre”.
Willem Teellinck wordt wel de vader van de Nadere Refor- matie genoemd en Zeeland wel de bakermat van deze beweging in de vaderlandse kerk. Zierikzee op Schouwen-Duiveland was zijn geboorte- plaats. Op 4 januari 1579 werd hij geboren als zesde kind in een gezin dat behoorde tot de regentenfamilies in ons land. In zijn jeugd wilde Teellinck theologie gaan stu- deren. Het werd echter rechten.
Op zijn reizen in Engeland als student en daarna kwam hij in contact met puriteinse kringen en werd hij ingewonnen om predi- kant te worden in deze geest. Na een korte studie theologie in Leiden trok hij zich terug in Zeeland. In 1606 werd hij beroe- pen als predikant in Burgh-Haamstede. In 1613 vertrok hij vandaar naar Middel- burg, waar hij tot aan zijn dood in 1629 gebleven is.
Teellinck stond aan het begin van de Nadere Reformatie. Twee jaar voor zijn dood heeft hij in zijn ”Noodwendigh Ver- toogh” (1627) de plannen voor de verdere hervorming van de kerk uitgewerkt. Scherp wijst hij Gods oordelen en de zonden van land en volk op godsdienstig en politiek terrein aan. Hij is een echte boetgezant. Maar hij blijft daarbij niet staan. Hij roept op tot bekering en wijst op de noodzaak van doorwerking van het Woord van God in het publieke leven, maar ook in het persoonlijke en gezinsleven. Ook in veel andere geschriften hamert hij op hetzelfde aambeeld. Het gaat Teellinck om de prak- tijk van de godzaligheid, zowel de praktijk van de buitenkant als die van de binnen- kant. Dat is de koers die hij wijst!
”Noord-Sterre”
Deze koers wijst Teellinck ook in ”Noord-Sterre” (1621). De ondertitel zegt waar het over gaat: ‘aanwijzende de rechte streke van de ware Godsalicheyt’. Teellinck wijst hiermee op de juiste levensrichting. Al eerder had hij een ruwe schets gemaakt van dit boek, nu verbetert hij die. Hij draagt dit geschrift op aan zijn broer Eeuwout Teellinck.
Veel christenen dienen de wereld en niet God. Teellinck wijst de weg van een leven in de vreze Gods. Het boek werd in de zeventiende eeuw tweemaal herdrukt en door ds. J. van der Haar in hedendaags Nederlands overgezet (1971). Het is een soort handboek voor de praktijk van de godzaligheid. Teellinck heeft het verdeeld in negen delen.
Godzaligheid
Hier slechts een enkele gedachte uit het eerste deel. Teellinck sluit aan bij het gebruik van het woord ‘godzaligheid’ in de pastorale brieven. In Titus 1 vers 1 lezen we van de kennis der waarheid, die naar de godzaligheid is. Er zijn er die zeggen God te kennen, maar die Hem verlooche- nen met de werken (Tit. 1:16). Ze hebben de gedaante van de godzaligheid, maar verloochenen de kracht ervan (2 Tim. 3:5). Maar de beoefening van de godzaligheid brengt een groot gewin met vergenoeging (1 Tim. 6:6). Ze heeft de belofte voor het tegenwoordige en het toekomende leven (1 Tim. 4:8).
Op grond van deze Bijbelse gegevens begint Teellinck zijn boek met een omschrijving van de ware godzaligheid. Hij noemt ze een gave Gods, waardoor de mens gewillig en bekwaam gemaakt wordt tot de dienst van God, om niet langer naar de menselijke begeerlijkheden (zoals de goddeloze wereld doet) te leven, maar naar de wil van God, ons geopenbaard in het Zijn Woord. Dat godzalige leven wordt in de Schrift onze ‘redelijke godsdienst’ genoemd (Rom. 12:1).
Drie zaken
Daarna maakt Teellinck duidelijk dat deze godzaligheid in drie zaken bestaat. In de eerste plaats bestaat die in een onge- veinsd voornemen om voortaan godzalig te willen leven naar Gods Woord en steeds de welbehaaglijke en volmaakte wil van God tot een regel voor ons leven en de eer van God tot doel van ons doen en laten te maken (Rom. 12:2).
In de tweede plaats houdt het in dat men zich tot het uiterste inspant om zijn goede voornemen om godzalig te leven ook in de praktijk te brengen, naar het woord van Paulus, om Hem welbehaaglijk te zijn (2 Kor. 5:9).
In de laatste plaats ook dat men zich hierin getroost weet ‘al wat ons God de Heere wil hebben te wesen’. Ware godzaligheid bestaat dus in de bereidheid om alles te zijn, in het tijdelijke zowel als in het gees- telijke, wat de Heere God wil, en ons dan nog verder door de Geest van God te laten leiden en bewerken, als Hem dat believen en het beste dunken zal. Dat geeft een veilige koers!
De CGO biedt een cursus aan over dit boek. Meer informatie: www.cgo.nu/toerusting
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 mei 2022
De Saambinder | 24 Pagina's
