Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het gekrookte riet [2]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het gekrookte riet [2]

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken en het rokende lemmet zal Hij niet uitblussen’. Mattheüs 12:20a

Eerste Predikatie

Hij zegt: Wordt niet ontroerd. Heb Ik u overtuigd, gekwetst, vast- gezet, houdt moed, Ik zal u niet begeven en zal u niet verlaten. Het gekrookte rietje zal Ik niet verbreken en het rokend lemmetje zal Ik niet uitblussen, totdat Ik u tot victorie gebracht zal hebben, totdat Ik het oordeel gebracht zal hebben tot overwinning, en dan zal Ik u allen tot Mij nemen.

In de eerste acht verzen van Mattheüs 12 vindt gij dat de Zoon van God in dispuut raakt met de farizeeën over de sabbat, doch Hij stopt hen de mond met woord en daad. ‘Hoe staat het met de werken van liefde en godsdienst’, vraagt Hij. ‘En God, Die een Heere is van de sabbat, kan Die ook niet een andere dag instel- len?’ Zij konden daar niet veel op zeggen. Van het negende tot het vijftiende vers stopt Hij ze de mond door daden, door het op de sabbat genezen van een mens die een verdorde hand had. Hij zei: ‘Zo een mens een schaap had dat op de sabbat in de gracht viel, zou hij zijn hand niet uitsteken en het daaruit trekken? En hoeveel gaat nu een mens een schaap te boven? Zij hadden niet één woord te zeggen, maar ze barstten van nijd en zeiden: ’Dit is niet langer te verdragen, Hij moet van kant als Hij ons de mond zo stopt’. Maar Jezus ontweek het, want Zijn ure was nog niet gekomen.

En de Heere Jezus genas er velen. Ze konden het niet verzwijgen. Hij zei dat ze het niemand zeggen zouden. Hij zwetste niet als degenen die eigen eer zoeken, maar Hij zei: ’Zwijgt’. De Zaligma- ker vond veel ingang in de harten, maar daar Hij het werk der genade bracht, was het niet meteen groot. Het was een zware tijd voor overtuigden. De één sprak zus, de ander zó. De Heere toonde dat Hij niet veel beslag zou maken. Daar Hij het werk begonnen had, zou Hij het er niet bij laten. Het was Gods last bij de profeet dat Hij niet zou schreeuwen, noch Zijn stem verhef- fen, noch Zijn stem laten horen op de straten. De reden waarom Hij het er niet bij laat, is omdat het Zijn ambt en commissie des Vaders is om er de hand aan te houden, en het gekrookte riet niet te verbreken, noch de rokende vlaswiek uit te blussen (Jes. 42:1-3).

Nu hebben we het 20e en 21e vers van Mattheüs 12 gelezen. Hier toont de Heere dat Hij het werk begonnen is en dat Hij Zijn hand er niet af zal trekken, totdat Hij ze tot overwinning zal brengen, en totdat Hij ze zal gesteld hebben tegen alle tegenspraak, zowel van de duivel als van de wereld. Zijn er onder Mijn volk die het tegenspreken, er zullen er onder de heidenen zijn die hopen zullen in Zijn Naam.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 januari 2022

De Saambinder | 16 Pagina's

Het gekrookte riet [2]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 januari 2022

De Saambinder | 16 Pagina's