Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jakob of Israël

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jakob of Israël

Ds. Labee over:

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Heel nadrukkelijk lezen we dat Jakob van de Heere de nieuwe naam ‘Israël’ krijgt. Maar vervolgens lezen we telkens weer de naam ‘Jakob’…

Dubbele naam

Inderdaad lezen we zowel bij Pniël als bij Bethel over de naamsverandering in het leven van de aartsvader. Eerst na die bange nacht en worsteling bij de Jabbok. De Man, Jezus Christus in een menselijk lichaam, vraagt naar zijn naam als Jakob Hem niet loslaat maar smeekt om een zegen. Even tussendoor, maar heeft de Heere u/jou al eens gevraagd naar uw/ jouw naam? Dat doet de Heere toch, als er worstelingen komen in de ziel? Dan is het alsof de Heere gaat vragen naar onze naam. Zijn we zo al voor de dag gekomen met onze afkomst en de nood van ons zondenbestaan?

Jakob heeft zijn naam genoemd. Dan klinken die heerlijke woor- den: ‘Uw naam zal voortaan niet Jakob heten, maar Israël; want gij hebt u vorstelijk gedragen met God en met de mensen, en hebt overmocht’ (Gen. 32:28b). M. Henry legt in zijn Bijbelcommentaar uit dat de wijziging van ‘voetlichter’ naar ‘vorst Gods’ zeer eervol is: ‘Een naam, roemruchtiger dan die van de groten der aarde (...). Jakob wordt hier als het ware in het strijdperk tot ridder geslagen, en hij ontvangt een eretitel van Hem, Die de fontein is der eer’.

Het was de vraagsteller opgevallen dat vervolgens de aartsvader meestal weer ‘Jakob’ genoemd wordt. Eigenlijk zo anders als met Abram en Saraï, die na de naamsverandering steeds Abraham en Sara genoemd worden. Dat klemt nog meer omdat enkele hoofdstukken verder ‘God de Almachtige’ de naamsverandering nadrukkelijk bevestigt: ‘Uw naam is Jakob; uw naam zal voortaan niet Jakob genoemd worden, maar Israël zal uw naam zijn; en Hij noemde zijn naam Israël’ (Gen. 35:10b). Waarom dan toch steeds weer die oude naam ‘Jakob’?

Met enige voorzichtigheid - omdat Gods Woord er geen uitleg over geeft - willen we er iets over schrijven. Onze lezers zullen wel weten dat er veel nadruk ligt op de betekenis van de naam die mensen in de Bijbel(tijd) dragen. Dat begint al in het paradijs met de betekenisvolle namen ‘Manninne’ en ‘Eva’. Als Jakob van God de Vader (Gen. 35) en van God de Zoon (Gen. 32) te horen krijgt dat hij Israël gaat heten, wil dat dus heel veel zeggen. De aartsvader zal niet Jakob heten. Onze kanttekenaar (41) heeft bij Genesis 32 opgetekend: ‘Niet is hier zoveel gezegd als niet alleen of niet zoveel, zozeer. Want hij wordt hierna ook wel Jakob genoemd. Zie deze manier van spreken 1 Sam. 8:7. Joh. 7:16. 1 Kor. 1:17. 1 Joh. 3:18’.

Augustinus meende dat hij met het oog op het tegenwoor dige leven ‘Jakob’ is genoemd, maar dat de naam ‘Israël’ op zijn toekomstige leven zag. Calvijn wijst deze gedachte af en ligt in de lijn van de kanttekening. We citeren: ‘Want de vorige naam wordt niet afgeschaft, maar de waardigheid van de andere naam, die hem later gegeven was, wordt daar- bóven gesteld. Jakob was hij genoemd van zijn geboorte af aan, omdat hij een sterk worstelaar met zijn broeder was geweest. Later is hij echter Israël genoemd omdat hij in de strijd met zijn God de overwinning had behaald. Niet dat hij door eigen kracht sterker was geweest (want moed zowel als krachten en wapenen ontleende hij aan God alleen), maar omdat de Heere hem met die eer uit genade wilde begiftigen. De vergelijking maakt dus, dat de naam Jakob in vergetelheid wegzinkt tegenover de naam Israël (...)’. Graag stemmen we in met Calvijns’ slotconclusie: ‘Dit ene is zeker dat de heilige man een dubbele naam is gegeven, waarvan de laatste verre- weg de meest uitnemende was’.

Nieuwe naam

De nieuwe naam duidt een nieuwe positie aan. Jakob heeft tot aan zijn dood het oude bestaan moeten omdragen: onverbeterlijke zondaar. Eeuwig wonder als we lezen in Open- baring 2 vers 17: ‘Ik zal hem geven een witte keursteen, en op de keursteen een nieuwe naam geschreven, welke niemand kent, dan die hem ontvangt’. Wat een troostrijke prediking ligt daarin voor de Kerk des Heeren! In de eeuwige heerlijkheid zal de Heere aan Zijn verlosten nieuwe namen geven; namen, die passen bij hun verheerlijkte wezen. Dan zullen zij zijn herschapen. Dan zal het laatste spoor van hun afstamming van Adam zijn uitgewist en zij zullen Hem gelijkvormig zijn, Die hen heeft liefgehad met een eeuwige liefde. De verlosten krijgen een nieuwe naam, in overeenstemming met hun zalige staat en toestand.


VRAAG?

Heb jij/hebt u ook een vraag? Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijk- altijd een reactie. Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder.

Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 april 2021

De Saambinder | 24 Pagina's

Jakob of Israël

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 april 2021

De Saambinder | 24 Pagina's