Het wederstaan van de Heilige Geest
Kunnen wij Gods Geest wederstaan? In het vierde hoofdstuk van “De Remonstrantie” (1610) lezen we: ‘...zodat alle goede daden of werkingen, die men bedenken kan, moeten worden toegeschreven aan de genade van God in Christus. Maar als het gaat om de manier van de werking van deze genade, deze is niet onwederstandelijk, want er staat van velen geschreven dat zij de Heilige Geest wederstaan hebben, in Handelingen 7:51, en elders op vele plaatsen’.
De e remonstranten stellen dus dat het genadewerk van Gods Geest wederstandelijk is. Maar zou een nietig mens werkelijk in staat zijn om de werking van de almachtige Geest totaal te verhinderen? Zou een mensenkind machtiger zijn dan de almachtige Geest van God? De gereformeerden hebben in de belijdenis van Dordrecht duidelijk verwoord dat de zaligmakende werking van de Geest ónwederstandelijk is: ‘Want dit is anders niet dan al de kracht van de genade Gods in onze bekering wegnemen, en de werking van de almachtige God aan de wil van de mens onderwerpen, en dat tegen de apostelen, die leren: Dat wij geloven naar de werking der sterkte Zijner macht (Ef. 1:19); en: Dat God het welbehagen Zijner goedheid, en het werk des geloofs, in ons vervult met kracht (2 Thess. 1:11); en: Dat Zijn Goddelijke kracht ons alles wat tot het leven en de godzaligheid behoort, geschonken heeft (2 Petr. 1:3)’. Dit wordt beleden in de verwerping der dwalingen 3/4, artikel 8. Het ligt gelukkig niet in de macht van de mens om wedergeboren te worden of niet wedergeboren te worden, bekeerd te worden of niet bekeerd te worden (DL 3/4, art. 12). Dat is de troostleer van Dordt. Als God het wil, dan zál het gebeuren.
Rede van Stéfanus
Maar dan zitten we nog met de bewijstekst van de remonstranten. Zij verwijzen nadrukkelijk naar de tekst uit Handelingen 7:51. Het gaat om een gedeelte uit de lange verdedigingsrede van diaken Stéfanus tegenover het Sanhedrin: ‘Gij hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij wederstaat altijd de Heilige Geest; gelijk uw vaders, alzo ook gij’ (Hand. 7:51). Daar staat het toch maar: ‘gij wederstaat altijd de Heilige Geest’. Wat betekent dit dan? Letterlijk staat er: jullie verzetten je, bieden tegenstand, werken tegen. Hoewel uiterlijk besneden, vanbinnen zijn deze eerwaarden heidense moordenaars.
Kanttekening 91 bij Handelingen zegt het zo: ‘De Heilige Geest overtuigt door Zijn Woord dat de leer van Christus de rechte zaligmakende leer is, maar evenwel staat gij dezelve altijd tegen’.
Dan is het duidelijk: het ziet op de innerlijke tegenstand en vijandschap in ons hart tegen de prediking. Maar door de ‘gans bovennatuurlijke, zeer krachtige, zeer zoete, wonderlijke, verborgen en onuitsprekelijke werking’ (DL 3/4, art. 12) van de Heilige Geest wordt dit verzet gebroken. Dan overwint de liefde Gods die is in Christus Jezus. Dan overwint Gods vrije genade! Is dit voor u een troost? Want zo worden nog steeds vijanden met God verzoend.
Het ligt gelukkig niet in de macht van de mens om wedergeboren te worden of niet wedergeboren te worden, bekeerd te worden of niet bekeerd te worden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juli 2020
De Saambinder | 16 Pagina's
