Vuur bij heldere hemel

Wat baäl niet kon en wat baäl dus niet deed, dat doet de Heere wel. Hij antwoordt. Elia had indringend gebeden, geroepen zodat iedereen het kon horen. En de Heere geeft onmiddellijk een antwoord. Vuur uit de hemel. Maar goed opletten: dat was geen bliksem. Dit vuur komt rechtstreeks bij God vandaan. Het is een vuur dat langs geen enkele natuurkundige manier te verklaren is.

Alles is even onbegrijpelijk en onverklaarbaar. Alles is ook even ernstig. Want zo laat de Heere niet alleen weten dat hij God is. Maar Hij laat ook weten dat Hij de Heilige is. En dat is een zeer ernstig gebeuren. Want wat doet dat vuur? Het vertéérde…!

En het laat niets over. Van het offerdier niet, van het hout niet, van het water niet, zelfs van de stenen blijft er niets over. En vuur, dat spreekt in de Bijbel van oordeel en van gericht. Vuur van die God die zwaar getergd was. Vuur van de God die miskend was, die uitgebannen was. Die ingeruild was voor de afgoden. De tekst spreekt van ‘het vuur des HEEREN’. En dat wordt niet voor niets zo genoemd. Dat is om bang voor te worden.

Die kant heeft Woord van God ook. Het Woord van God is zeker een blijde boodschap. Een Evangelie. Maar die blijde boodschap omvat meer dan Johannes 3:16. Die zo vaak mishandelde tekst, die overal voor wordt misbruikt. Alzo lief heeft God de wereld… Gode zij dank is dat waar. Maar het is niet alléén waar. Wat ook waar is, is wat Hebreeën 12 zegt: onze God is een verterend vuur. Dat is ook het Woord van de Heere!

Het vuur des HEEREN op de Karmel getuigt ervan dat de Heere de Heilige is. Zo heilig dat de stenen van het altaar op de Karmel het niet uithouden. En daar houdt een mens het dus ook niet uit. Het vuur des HEEREN is verzengend. En dat vuur op de Karmel is dan ook een prediking van het vuur dat door de Heere Jezus het onuitblusselijke vuur wordt genoemd. Dat is gericht. Dat is oordeel.

En ben jij het daar nu al mee eens geworden? Zoals de dichter van psalm 130? Zo Gij in het recht wilt treden… Het komt er op aan dat wij ook deze waarheid van Gods Woord gaan onderschrijven. Dat we het beleven: Ach wie zal dan bestaan?

Maar niet alleen heeft de Heere Zijn heiligheid geopenbaard. Want de tekst openbaart ook Zijn barmhartigheid Toen viel het vuur des HEEREN, en verteerde – wat of wie? Wie hadden het verdiend om verteerd te worden? Daar stond Achab. De koning van Israël, die zijn ziel verkocht had aan de duivel. Daar stond het volk, dat de baäl was nagevolgd. Het had rechtvaardig geweest zijn dat er gestaan had – en dat daar hoofdstuk 18 was geëindigd: Toen viel het vuur des HEEREN, en verteerde dat ganse volk! Maar, wonder van genade, dat staat er toch niet. Er staat …en verteerde dat brandoffer… En het volk bleef gespaard.

En dat brengt ons bij het hart van het Evangelie. De berg Karmel is een prediking van de heuvel Golgotha. En het altaar verkondigt ons het kruishout. En het offerdier wijst ons op het Lam Gods. Op Golgotha daalde het vuur van de toorn van God neer en viel op het Lam van God, de Heere Jezus Christus. En dat onschuldige Lam werd verteerd.

Jesaja heeft daarvan gesproken. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem. De Heere heeft onzer aller ongerechtigheden op Hem doen aanlopen. Kun jij daar ook van spreken?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen