Gelovig Uitzien Naar De Heere
Te midden van de misstanden van Micha’s tijd lezen we: ‘Maar ik zal uitzien naar de HEERE, ik zal wachten op de God mijns heils; mijn God zal mij horen.’ Enerzijds verwoordt hij persoonlijke verwachting. Anderzijds is hiermee de verwachting van alle oprecht gelovigen in alle tijden verwoord. Micha ziet niet op de omstandigheden van zijn tijd. Hij verwacht het niet van de mensen in zijn tijd. Zijn verwachting is van de HEERE. Hij ziet niet naar beneden, maar omhoog. Naar de God van het verbond. De HEERE Die trouw is aan Zijn Woord. Die Zich aan Zijn Woord houdt. Dat staat vast voor Micha.
Er is een gelovig uitzien naar de Heere, een gelovig verwachten. Het is uitzien zoals een wachter doet. In Habakuk 2 staat hetzelfde: ‘Ik stond op mijn wacht, en ik stelde mij op de sterkte, en ik hield wacht om te zien, wat Hij in mij spreken zou’ (Habakuk 2:1). We zien het voor ons, zoals een moeder aan het eind van de straat haar kind opwacht uit school. Zo ziet Micha uit naar de eerste komst van de Messias. Profetisch klinkt hier ook de verwachting van Christus’ tweede komst door.
Uitzien. Het is als met jonge vogels in het voorjaar. Als de moedervogel dan weer met voedsel komt aanvliegen, dan sperren die bekjes wijd open. Dat is uitzien. Die jonge vogels verwachten wat. Ze zien ernaar uit. Ze hebben honger. Nu is er wel verschil. De jonge vogeltjes is het om het voedsel te doen en niet om de moeder. Gods kinderen is het, als het goed is, om de Heere te doen.
Micha wacht op de God van zijn heil. Wachten en hopen op de Heere. Dat is het geloof eigen. Ongeloof heeft geen verwachting. En een ongelovige gelovige heeft ook weinig verwachting. Maar het geloof is verwachten. De gelovige is in verwachting. Zoals de psalmist zegt: ‘Ik blijf de Heere verwachten; mijn ziel wacht ongestoord; ik hoop in al mijn klachten; op Zijn onfeilbaar woord.’
Er staat niet: ‘ik zal wachten op God.’ Maar: ‘Ik zal wachten op de God van mijn heil.’ In het Hebreeuws klinkt in het woord heil de Naam van Jezus door. ‘Ik zal wachten op de God van mijn Heiland.’ Micha ziet nog niets. Hij merkt nog niets. Maar hoe moet het dan? Wel zegt Micha: ‘mijn God zal mij horen.’ Hoe weet hij dat? Dat weet hij uit ervaring: Hij houdt getrouw Zijn Woord. Het ongeloof durft dat niet te hopen, maar het geloof wel. Het geloof rekent met God, met Gods beloften. Het heeft ervaring: De Heere kan alles, maar Hij kan niet van Zijn Woord af! Daarom vertrouwt Micha erop dat de HEERE hem hoort. Dat is een teken van leven. Het is wachten en verwachten met het verlangen: ‘Ja, kom Heere Jezus!’ (Openbaring 22:20).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 2023
Zicht op de kerk | 32 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 2023
Zicht op de kerk | 32 Pagina's