Vertrouwen
Een opdracht
Het vertrouwen in de politiek is het laagste in tien jaar tijd. Nog slechts een kwart van de Nederlandse burgers heeft vertrouwen in de Tweede Kamer. Het CBS heeft het onderzocht, het Reformatorisch Dagblad schreef erover. In dat onderzoek werd ook gekeken naar het percentage Nederlanders dat vertrouwen heeft in de kerk; dat is slechts 30%. Dat noopt tot zelfonderzoek, en er ligt voor elk van ons een opdracht.
Oorzaken
Dat het vertrouwen in de politiek laag is zal wel niemand verbazen. Er wordt veel geklaagd over maatschappelijke ontwikkelingen en het beleid van onze overheid. Er is veel onvrede. De laatste verkiezingen hebben dat wel erg duidelijk gemaakt. Maar de kerk? Waarom is daar zo weinig vertrouwen in? Voor velen onbekend en daarom onbemind? Vanwege de grote schandalen die er geweest zijn en omdat er telkens weer iets gebeurt waardoor de kerk in opspraak komt? Of ligt het dieper, heeft het iets met onszelf te maken? Zijn wij als kerkmensen te weinig herkenbaar en gaat er van ons niets of te weinig meer uit? Speelt de kerkelijke verdeeldheid een rol? Het zijn zomaar wat vragen die je jezelf stelt als je de uitkomsten van dit onderzoek op je laat inwerken.
We gaan niet al de genoemde vragen behandelen. Als we het hebben over het overheidsbeleid en de politiek kan alleen daaraan al een heel artikel worden gewijd. In onze maatschappij is er de laatste jaren heel wat misgegaan, wat niet goed is voor het vertrouwen. Ik moet vaak denken aan wat we op de (toen nog) lagere school leerden over het rampjaar 1672. ‘De regering was radeloos, het volk redeloos en het land redde-loos.’ De omstandigheden zijn vanzelfsprekend niet vergelijkbaar. Er ligt ruim 350 jaar geschiedenis tussen 1672 en vandaag. We worden nu niet aangevallen door Engeland en Frankrijk, Münster en Keulen. De dreiging is totaal anders: We hebben de stikstofproblematiek met allerlei consequenties voor onze boeren, maar ook voor de bouw en de woningmarkt. De toevloed aan asielzoekers vraagt om een antwoord. De te hoge uitgaven van de overheid leiden tot een sterke stijging van de staatsschuld. Het vertrouwen dat dit allemaal goed opgelost kan worden ontbreekt bij velen. De manier waarop met de toeslagenaffaire wordt omgegaan en de afhandeling van de aardbevingsschade in Groningen helpen niet om het vertrouwen te herwinnen, integendeel. Het CBS-onderzoek laat dit ook zien. De betrouwbaarheid is een groot probleem waar de overheid mee kampt. En wat misschien nog wel de meeste afbreuk doet is de wijze waarop men in de volksvertegenwoordiging met elkaar en met de bewindspersonen omgaat. Van enige deftigheid is geen sprake meer. Misschien dat dit in onze tijd ook niet meer zo past, maar de wijze waarop debatten nu plaatsvinden draagt niet bij aan hoogachting en daarmee ook niet aan gezag.
De Kerk
Maar nu de kerk. Slechts 30% heeft nog vertrouwen in de kerken. Een heel groot verschil met de gezondheidszorg, waar 78% van de ondervraagden vertrouwen in heeft; en met de politie en rechters, waar 77% van de ondervraagden vertrouwen in heeft. Een ernstige zaak waar we niet aan voorbij kunnen gaan. We moeten ons ook niet laten verleiden tot nuancering, die op zich best mogelijk is. Het rapport geeft daar ook wel handvatten voor, zoals bv. dat naast de grote groep die niet religieus is, het vooral de roomsen zijn die weinig fiducie in de kerk hebben. Met nuancering doe je geen recht aan de situatie dat een groot deel van alle Nederlanders weinig vertrouwen heeft in de kerken. En dat moeten wij ons als kerklid aantrekken. De kerk is immers de plaats waar we de Heere dienen. Als er in die kerk geen vertrouwen is, is dat tot oneer van de Koning van de kerk.
In de tijd van een vorig onderzoek (2012) was het vertrouwen in de kerken ook laag. Je zou daarvan kunnen zeggen dat als het laag is, maar stabiel, dit in een tijd van algemene teruggang nog betrekkelijk positief is. Het rapport maakt echter ook met deze redenatie korte metten. Letterlijk staat er: ‘Op de 10 personen geven er 3 aan dat ze tamelijk tot veel vertrouwen hebben in kerken. Dit is een laag percentage, vergeleken met andere publieke, private en politieke instituties. Bovendien is de mate van vertrouwen vrijwel niet veranderd vanaf 2012. Op het eerste gezicht is de stabiele trend een positief signaal, immers: de afnemende religieuze betrokkenheid heeft zich blijkbaar niet vertaald in een daling van het vertrouwen in het instituut kerken. Echter, een duidelijke kanttekening die hierbij past is dat niet alleen in de meeste andere instituten – zoals in rechters, politie en het leger – een meerderheid vertrouwen heeft, maar vooral ook dat in nagenoeg alle instituten het vertrouwen in het afgelopen decennium fors is toegenomen. En dat is niet gebeurd met de kerken: het wantrouwen is niet verminderd.’ Het is met name deze laatste zin die pijn doet. Het is dus niet alleen zo dat er weinig vertrouwen is, er is zelfs uitgesproken wantrouwen.
En Nu?
Je hoort heel vaak: ‘ze moeten dit of dat doen.’ De tijd van ‘ze’ is echter voorbij. Als er zo weinig vertrouwen is, dan gaat dat elk kerkmens aan. Kennelijk is er iets in ons doen en/of laten dat ertoe leidt dat ‘men’ geen vertrouwen meer heeft in de kerkmens en het instituut kerk. En, laten we het maar persoonlijk maken, ben ik te vertrouwen? Doe ik wat ik zeg en zeg ik wat ik doe? Ben ik daarin transparant? En is wat ik van mezelf denk in overeenstemming met de Bijbel? De Bijbel leert mij dat elk mens leugenachtig is (Rom. 3:4). Daarover nadenkend, en dat met schaamte moeten beamen, laat al iets zien. Als je daarbij bedenkt dat de ‘mens van de wereld’ extra kritisch naar ons als kerkmensen kijkt, dan begin je al een beetje te begrijpen van het lage vertrouwenscijfer.
Een aspect dat hier zeker bij betrokken moet worden is het gezag en de betrouwbaarheid van de Bijbel. In een vorig artikel schreef ik daar al over. Als christenen zelf delen van de Bijbel ter discussie stellen, zoals het niet langer letterlijk nemen van de geschiedenis van de schepping en de zondeval, als er twijfels zijn over de zondvloed, als je sommige wonderen ook niet letterlijk moet nemen. Dan spreek je over de betrouwbaarheid van de Bijbel, de betrouwbaarheid van het geloof en daarmee over het vertrouwen dat je kunt hebben in hen die het in eigen kring niet eens zijn over wat ze uitdragen.
Gestempeld Door Het Woord
Ik las van een onderzoek naar kerkverlating, waarbij gevraagd werd naar de reden waarom mensen de kerk de rug toekeren. Men gaf aan dat men in de eigen omgeving geen mensen kende aan wie te merken was dat het Woord van God hun leven stempelde, dat dit Woord vreugde en blijdschap gaf. Dat moeten we ons allemaal aantrekken. We kunnen immers wel kijken naar predikanten en ambtsdragers, maar als je kijkt naar de opwekkingen in de christelijke kerk in de loop der eeuwen, dan zijn het ook gewone christenen geweest, die geen ambt bekleedden, die niet konden nalaten het Evangelie in hun eigen omgeving te verbreiden. Daarin zien we wat het ambt van alle gelovigen uitwerkt. Een bekend Bijbels voorbeeld is Naomi, die door woord en daad zoveel indruk heeft gemaakt op Ruth dat ze de God van Naomi wilde dienen en daarvoor alles wat ze op aarde had wilde verlaten. Ook het Joodse slavinnetje, waar het in de meditatie op pagina 3 over gaat, is een mooi voorbeeld. U begrijpt wel dat ik hierbij niets wil afdoen van het verkiezend werk van God. Dat blijft boven al ons doen en laten, ons handelen binnen Gods koninkrijk, staan. Daarin werkt de Heere middellijk en gebruikt mensen om anderen tot het Evangelie en de kennis van Christus te brengen.
Een Opdracht
Als je spreekt over vertrouwen is dat iets dat, zoals het spreekwoord zegt, te voet komt en te paard gaat. Met andere woorden: vertrouwen moet je verdienen en krijg je geleidelijk aan. Zo zal het ook zijn met het vertrouwen in de kerk en kerkmensen. We moeten om vertrouwen te krijgen betrouwbaar zijn. Dan is er geen verschil in onze uitleving door de week en op zondag, dan houden we onverkort vast aan wat God ons in Zijn Woord leert en komt in onze uitleving openbaar de samenvatting van de wet: God lief hebben boven alles en onze naaste als onszelf.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 2023
Zicht op de kerk | 32 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 2023
Zicht op de kerk | 32 Pagina's